Kiest u voor kinderopvang of voor minder werken?

© Getty
Roel Van Espen medewerker Trends

Net geen 65 procent van de Vlaamse baby’s en peuters verbleef vorig jaar in een kinderdagverblijf of bij een onthaalouder. Maar hoeveel boet u financieel in door wat minder te werken en zelf meer tijd aan uw kind te besteden?

De Vlaamse kinderdagverblijven en onthaalouders vangen meer dan 90.000 baby’s en peuters (tussen twee maanden en drie jaar) op. Dat komt volgens het agentschap Opgroeien (de overkoepelende organisatie boven Kind en Gezin) overeen met 64,8 procent. In Vlaams-Brabant is aandeel het laagst (60,2 procent), in West-Vlaanderen het hoogst (73,6 procent).

Eind 2021 waren er 6.340 opvanglocaties in Vlaanderen. Samen waren ze goed voor 94.681 vergunde plaatsen. Dat is ongeveer evenveel als het jaar voordien (94.924 in 2020). In vergelijking met 2014 steeg het Vlaamse opvangaanbod met 2.990 plaatsen of 3,3 procent. Twee derde van de opgevangen kinderen maakt gebruik van groepsopvang, en dat aandeel stijgt ook jaar na jaar. Een derde van de baby’s en peuters verblijft bij een onthaalouder.

Kinderen worden vooral opgevangen in de gemeente waar ze wonen. Slechts 26,9 procent maakt gebruik van een opvangplaats daarbuiten. Er zijn evenwel grote verschillen: in Arendonk en Antwerpen verblijft meer dan 95 procent in de eigen gemeente, maar in Grobbendonk en Horebeke gaat het om minder dan 30 procent. Dat heeft niet noodzakelijk met het plaatselijke aanbod te maken, maar bijvoorbeeld met de dagelijkse route naar het werk. Soms sluit het tarief ook beter aan bij de mogelijkheden van het gezin.

Inkomenstarief

Een minderheid van de kinderopvanglocaties bepaalt zelf welke vrije prijs ze bijvoorbeeld per dag of per maand vraagt. In drie op de vier gevallen (76 procent) is het tarief echter afhankelijk van het inkomen van de ouders. In 2014 was dat nog 73,4 procent. Dit zogeheten inkomenstarief is wettelijk geregeld, en wordt berekend op basis van het gezamenlijk belastbaar beroepsinkomen en het aantal kinderen ten laste. Op de website van Kind & Gezin kunt u berekenen hoeveel uw inkomenstarief bedraagt. Ook het attest daarvoor kunt u daar aanvragen.

Op basis van de loongegevens van maart 2022 berekende de hr-dienstverlener SD Worx dat het doorsneesalaris van de voltijds werkende Vlaming 2.985 euro bruto per maand bedraagt, zonder extralegale voordelen. Werken beide partners (en hebben ze dus een gezamenlijk bruto-maandinkomen van 5.970 euro), dan betaalt het gezin volgens het agentschap Opgroeien een inkomenstarief van 22,99 euro per dag. Samen met de kosten die de crèche of onthaalouder mag aanrekenen voor luiers (1,6 euro per dag), loopt de dagprijs op tot 24,59 euro.

Heeft u meerdere kinderen in dezelfde opvang, dan maakt u wel aanspraak op een dagkorting van 3,43 euro per kind. Maar dan nog betaalt u voor twee kinderen 39,12 euro per dag (exclusief extra kosten) of 42,32 euro (inclusief extra kosten). Zit uw kind vijf dagen per week in de opvang, dan moet u voor een heel jaar (48 weken) dus in een budget van 5.902 euro voorzien. Met twee kinderen loopt dat bedrag op tot 10.157 euro.

Fiscaal voordeel

U moet er wel rekening mee houden dat de kosten voor kinderopvang recht geven op een belastingvermindering. Het fiscaal in te brengen bedrag wordt in principe jaarlijks geïndexeerd. Voor het aanslagjaar 2021 (inkomsten uit 2020) mochten ouders tot 13 euro per opvangdag in hun belastingaangifte vermelden. Voor het aanslagjaar 2022 (inkomsten uit 2021) werd de daglimiet opgetrokken tot 14 euro.

De belastingvermindering bedraagt 45 procent van de werkelijk gedane uitgaven. Dat betekent dat één kind ten laste u een fiscaal voordeel van 1.512 euro oplevert (14 euro x 5 dagen per week x 48 weken per jaar x 45 procent belastingvermindering). Twee kinderen geven recht op een voordeel van 3.024 euro.

De netto-jaarprijs voor kinderopvang bedraagt dus (5.902 – 1.512 =) 4.390 euro voor één kind, en (10.157 – 3.024 =) 7.133 euro voor twee kinderen.

Alleenstaande ouders die aan bepaalde voorwaarden voldoen, kunnen zelfs een belastingvermindering verkrijgen die afhankelijk van hun inkomen kan oplopen tot 75 procent.

“Als beide ouders fulltime werken en elk 2.985 euro per maand verdienen, dan resulteert dat in een gezamenlijk netto-gezinsinkomen van 54.255 euro per jaar met één kind of 55.105 euro met twee kinderen”, zegt Bart Hollebekkers, managing consultant bij SD Worx. “Rekening houdende met de opvangkosten en het daaraan gekoppelde fiscaal voordeel houdt het gezin 49.865 euro (met één kind) of 47.972 euro (met twee kinderen) over.”

Minder werken

Maar wat als een van de ouders beslist om tijdelijk bijvoorbeeld vier vijfde te werken in plaats van fulltime? In dat geval dalen de jaarlijkse kosten voor kinderopvang alvast tot 4.721 euro voor één kind, en tot 8.125 euro voor twee kinderen. De fiscale voordelen liggen dan ook lager: ze bedragen respectievelijk bijna 1.210 euro en 2.420 euro.

De netto-jaarprijs voor kinderopvang bedraagt in dat scenario dus (4.721 – 1.210 =) 3.512 euro voor één kind, en (8.125 – 2.420 =) 5.706 euro voor twee kinderen.

“Als een van beide ouders een dag minder per week werkt, dan daalt het totale netto-gezinsinkomen tot 50.540 euro met één kind of 51.390 euro met twee kinderen”, zegt Bart Hollebekkers. “Na aftrek van de kosten voor de kinderopvang voor vier dagen en rekening houdende met het belastingvoordeel, houdt het gezin 47.028 euro (met één kind) of 45.684 euro (met twee kinderen) over.”

Conclusie

Als een van de ouders overschakelt van een fulltime job naar een vierdevijfdestatuut, dan verliest het gezin dus jaarlijks 2.837 euro netto met één kind in de opvang, en 2.288 euro met twee kinderen in de opvang. Maar u hebt wel meer vrije tijd om met uw kroost door te brengen, en dat is voor heel wat ouders onbetaalbaar.

“Bovendien kan vier vijfde werken vaak gecombineerd worden met een uitkering voor ouderschapsverlof”, merkt Bart Hollebekkers van SD Worx op. “Daardoor wordt het financiële verlies nog kleiner.”

Hollebekkers maakte ook vergelijkingen tussen vier en drie dagen in de opvang, tussen drie en twee dagen, enzovoort. “Ze resulteren allemaal in gelijkaardige verschillen van een dikke 2.800 euro en net geen 2.300 euro”, zegt hij. “Dat is logisch, aangezien het netto-gezinsinkomen voor de aftrek van de kosten voor kinderopvang gelijk blijft en de nettokosten voor die kinderopvang recht evenredig afnemen.”

Deze berekeningen zijn gebaseerd op een realistisch inkomen en het daaraan gekoppeld kinderopvangtarief. Weet echter dat heel wat gezinnen in Vlaanderen recht hebben op verminderde tarieven. Voor hen geldt mogelijk een andere uitkomst.

Kiest u voor kinderopvang of voor minder werken?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content