Minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) wil de minimumrente op spaarboekjes behouden. Daarmee geeft hij een niet mis te verstane boodschap aan de topbankiers die de voorbije weken de minimumrente ter discussie stelden.
Banken moeten vandaag een minimale basisrente van 0,01 procent en een getrouwheidspremie van 0,10 procent bieden, een totaalvergoeding van 0,11 procent. “De inflatie in België is de hoogste van de Europese Unie. De mensen verliezen al genoeg door de lagere rente. Die negatieve tendens willen we niet versterken”, aldus Van Overtveldt in De Tijd.
Een vergoeding van de spaardeposito’s op gereglementeerde spaarboekjes moet bovendien bestaan bestaan uit een basisrente en een getrouwheidspremie. Dat staat in het Koninklijk Besluit. Uit die tekst blijkt ook dat de banken geen debetrente mogen vragen. Zij mogen met andere woorden geen negatieve rente hanteren.
Tegen de banken in
De minister van Financiën luistert dus niet naar de topbankiers die de voorbije weken de minimumrente ter discussie stelden, zoals KBC-topman Johan Thijs en Belfius-voorzitter Jos Clijsters. “Het is economisch totaal onlogisch dat wij geld van onze klanten met verliezen moeten wegzetten”, had Clijsters gezegd.
Toch zijn niet alle fiscalisten het eens met Van Overtveldt. “Het verbod op een negatieve rente betekent niet dat je een positieve rente moet geven. Nul procent is ook niet negatief”, zegt een advocaat in de krant.
Momenteel bieden slechts twee banken in België een bodemrente: Société Générale en Bank Nagelmackers. Spaarders bij onder meer BNP Paribas Fortis en Belfius krijgen nog 0,15 procent rente op de reguliere spaarboekjes. De kans is weliswaar groot dat ook de spaarrentes bij de grootbanken naar het absolute minimum laten zakken als Mario Draghi, voorzitter van de Europese Centrale Bank, op 10 maart aankondigt dat hij de depositorente nog dieper laat zakken dan -0,3 procent. (Belga/NS)
