‘Hogere tarieven De Lijn kunnen als kwaliteit aanbod verbetert’

© Belga

De tarieven van De Lijn mogen “iets verhoogd worden” op voorwaarde dat ook de kwaliteit van het aanbod verbetert. Dat is één van de opmerkingen van de Vereniging van Steden en Gemeenten (VVSG) in een advies op de plannen van de Vlaamse regering met het openbaar vervoer.

De VVSG onderschrijft die plannen in grote lijnen, maar toont zich wel bezorgd over de mogelijke gevolgen met name voor landelijke gemeenten.

Eind 2015 bereikte de Vlaamse regering een akkoord over de grote lijnen van het toekomstig openbaar vervoersbeleid in Vlaanderen. Het begrip basismobiliteit wordt vervangen door het begrip basisbereikbaarheid. Er komt een gelaagd vervoersnetwerk waarbij de rol van De Lijn wat wordt bijgestuurd en waarbij 13 vervoersregio’s – dat zijn regionale overlegplatformen met daarin onder meer De Lijn, AWV, NMBS en de lokale besturen – een grotere rol krijgen.

De Vlaamse steden en gemeenten staan grotendeels achter de plannen van de Vlaamse regering, zo blijkt uit een advies van de VVSG dat Belga kon inkijken. De steden en gemeenten denken dat de plannen het mogelijk maken “een meer op maat en efficiënter basisvervoersnet uit te bouwen”. Ook de verhoogde inspraak van de gemeenten in de vervoersregio’s is volgens de gemeenten duidelijk een goede zaak.

Kanttekeningen

Tarieven kunnen verhoogd worden op voorwaarde dat er een kwalitatiever aanbod geoarganiseerd wordt”

Maar de VVSG plaatst ook kanttekeningen en wijst op mogelijke risico’s. Zo is er de vrees dat er onvoldoende evenwicht zal zijn in het gelaagde vervoermodel (met een kernnet, een aanvullend net en vervoer op maat). De gemeenten vrezen vooral “dat de bestaande middelen maximaal georiënteerd zullen worden op het kernnet” en dat de overheid, vooral in landelijke gebieden, een deel van de kosten zal doorschuiven naar de gemeenten.

De VVSG vraagt zich ook openlijk af of de plannen wel “budgetneutraal” kunnen zijn. “Kan een huidig ontoereikend budget wel toereikend worden, louter door een andere organisatiestructuur?”, klinkt het.

Ook bij de plannen om meer vrijwilligers in te schakelen om lege plekken in het aanbod op te vullen, plaatst de VVSG een kanttekening. “Vrijwilligers hebben zeker hun verdienste, maar dit mag er niet toe leiden een structureel aanbod nog meer (alleen met) vrijwilligers te bemannen. Of om bestaande reguliere systemen (bv. belbussen) hierdoor te vervangen”.

Kostendekkingsgraad

De VVSG gaat ook in op de discussie over de kostendekkingsgraad, zeg maar de mate waarin het openbaar vervoer zijn kosten kan dekken met eigen inkomsten. De overheid wil die kostendekkingsgraad graag optrekken en wil de factor laten meespelen bij de organisatie van het aanbod. De VVSG pleit er alvast voor de kostendekkingsgraad te “differentiëren”. “Het kernnet en het aanvullend net zullen in principe uit hun aard een hogere kostendekkingsgraad hebben dan het vervoer op maat. Of, anders gezegd maar wellicht parallel: aanbod in stedelijk gebied zal doorgaans een hogere kostendekkingsgraad hebben dan aanbod in landelijk gebied”.

Wat de tarieven betreft, meent de VVSG dat die “misschien iets verhoogd kunnen worden (met uitzondering van kansengroepen)”, maar dan wel “op voorwaarde dat er een kwalitatiever aanbod georganiseerd wordt”.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content