Fons Van Dyck (Think BDO): ‘Staatsbon is mooi voorbeeld van fomo’
Er heerste vorig jaar net geen massahysterie rond de lancering van de fiscaalvriendelijke staatsbon, en dit jaar lijkt zich dat te herhalen omdat er 30 miljard euro herbelegd moet worden. Hoe is dat te verklaren?
“Massahysterie kun je het niet noemen”, repliceert Fons van Dyck, de algemeen directeur van het merkadviesbureau Think BBDO. “Die term wordt enkel gebruikt als er angst en paniek uitbreekt, zoals bij een run on the bank. In het geval van de staatsbon was er een positieve drive. Het was een mooi voorbeeld van fomo (fear of missing out, de angst om uit de boot te vallen, nvdr). Je hoort je vrienden en collega’s praten over de staatsbon, dat verhaal wordt versterkt door de media, en dan ontstaat er een gevoel van: ‘dit mag ik niet missen’.”
Volgens Van Dyck was er een rationeel element: de fiscaalvriendelijke staatsbon bood een hoger rendement dan klassieke spaarproducten. Maar het emotionele speelde volgens hem sterker: “De mens is in essentie een kuddedier. Oké, hij kon wat centjes meer verdienen, maar het was toch vooral de emotionele reactie: ‘als anderen hiervan profiteren, dan moet ik er ook bij zijn’. De homo economicus, een hersenspinsel van klassieke economen, bestaat niet. We zijn in de eerste plaats sociale wezens die vaak emotionele beslissingen nemen.”
De homo economicus, een hersenspinsel van klassieke economen, bestaat niet.
De heisa werd ook versterkt door exogene factoren, vindt Van Dyck: “Eigenlijk speelde iedereen het spel mee. De minister van Financiën, die het bijna als een persoonlijk project bij elke gelegenheid op het voorplan bracht. Zelfs de Schatkist, die elke dag uitpakte met recordcijfers over het aantal inschrijvingen en het opgehaalde bedrag. En de media zetten daar een megafoon op, waardoor het irrationele gedrag verder gevoed werd en zelfs de onwetende, financieel ongeletterde massa in beweging kwam.”
Dit jaar hebben de banken geanticipeerd op de grootste vervaldatum uit de Belgische financiële geschiedenis. Ze zetten al sinds enkele maanden hun financiële producten in de kijker en contacteren klanten om minstens een deel van het weggevloeide spaargeld terug te halen. “Het is om den brode. Ze hebben geen andere keuze”, beseft Van Dyck. “De banken hebben het geld nodig als basis voor hun kredietverstrekking. De fiscaalvriendelijke staatsbon heeft hen pijn gedaan, en nu willen ze het geld terug. Dat resulteert in een hevige concurrentiestrijd.”
Schaarste
Een tactiek die de banken daarbij gebruiken is het creëren van schaarste. Sommige banken geven kasbons en obligaties uit, maar zetten een plafond op de inschrijvingen met de mogelijkheid de tranches vervroegd af te sluiten. BNP Paribas Fortis deed dit zopas en lanceerde nieuwe kasbons tegen lagere rentevoorwaarden. Van Dyck: “Zo geef je de boodschap aan de mensen dat ze er snel moeten bijzijn, of je dreigt de beste koopjes te missen. Opnieuw dat fomo-gevoel.”
Ook het Agentschap van de Schuld blijft redelijk agressief de staatsbon promoten. Dat blijft Van Dyck verbazen: “Dat de overheid, die ook regelgever en toezichthouder is, zelf een financiële speler wordt die de banken beconcurreert, is vrij opmerkelijk. Je kunt je afvragen of dit geen anachronisme is. Moet de staat een actieve, sturende rol in de financiële markt willen spelen? En moet hij dat doen met een product als de staatsbon, dat te weinig rendement biedt om de inflatie te compenseren? Misschien moet de overheid mensen eerder aanzetten om risicobewust te beleggen als ze hun koopkracht op peil willen houden.”
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier