5 uitdagingen voor beleggers

© Reuters

„De portefeuilles van beleggers moeten dynamischer worden en gebruik maken van een breed gamma van nieuwe producten”, vindt Alex Hoctor-Duncan van Blackrock. De fondsbeheerder heeft een nieuwe strategie ingevoerd om in te spelen op de nieuwe marktrealiteit.

De financiële wereld is de voorbije tien jaar ingrijpend veranderd, vooral sinds de financiële crisis van 2008. De markten werken niet meer op dezelfde manier als vroeger. Beleggingen die in een nabij verleden nog als veilig werden beschouwd, zijn vandaag niet zeker meer. De volatiliteit op de beurzen heeft een algemeen gevoel van wantrouwen doen ontstaan bij de particuliere beleggers. Spaarders weten niet meer wat ze moeten doen om nog rendement te halen, terwijl de behoefte daaraan – gezien de almaar stijgende levensverwachting – nog nooit zo groot is geweest.

De fondsenbeheerder Blackrock heeft een nieuwe strategie ontwikkeld om in te spelen op die nieuwe marktrealiteit. „De boodschap van Blackrock aan de beleggers is dat ze moeten profiteren van de nieuwe kansen die zich aandienen”, zegt Alex Hoctor-Duncan, managing director bij Blackrock, die heeft meegewerkt aan de heroriëntatie van de beheerder. „De portefeuilles van onze fondsen moeten dynamischer worden en gebruik maken van een breed gamma van nieuwe producten. We zijn daarbij uitgegaan van vijf thema’s die de komende jaren centraal zullen staan.”

1. Cash aanhouden kost geld Veel beleggers hebben een groot deel van hun vermogen op een spaarrekening gezet, omdat ze niet weten wat ze er anders mee moeten doen. In moeilijke marktomstandigheden lijkt zo’n strategie verdedigbaar, omdat ze voorkomt dat een spaarder geld verliest. Maar dat is gerekend zonder het ondermijnende effect van de inflatie. Een voorbeeld: bij een inflatie van 3 % blijft van een bedrag van 100.000 euro na 20 jaar nog een reële waarde van 47.661 euro over. „We moeten een oplossing vinden voor dat probleem en onze bereidheid om risico’s te nemen herevalueren, om de werkelijke waarde van spaargeld op lange termijn intact te houden”, zegt Alex Hoctor-Duncan.

2. Streef naar rendement „Op dit moment zijn bijna alle beleggers overwogen in de geld- en de obligatiemarkt”, stelt Hoctor-Duncan vast. „Beleggers hebben een gevoel van veiligheid wanneer ze kiezen voor die producten en ze staan afkerig van een terugkeer naar de aandelenmarkten. Gezien hun recente ervaringen is die voorzichtigheid natuurlijk begrijpelijk. Maar de overheidsobligaties van de grote westerse landen brengen vandaag een negatief reëel rendement op.”

Beleggers moeten daarom uitkijken naar andere producten om hun portefeuille te doen renderen, vindt Hoctor-Duncan. „Zo kunnen ze op lange termijn een hoger rendement halen door een belangrijk deel van hun portefeuille te beleggen in aandelen van kwaliteitsbedrijven die een hoog dividend uitkeren, ondernemingen die hun dividend geregeld optrekken en groepen met een stabiele activiteit en voorspelbare resultaten.” Alternatieven voor zulke aandelen zijn bedrijfsobligaties, highyieldobligaties of obligaties uit de opkomende landen in lokale valuta’s.

3. Vergeet de alternatieve producten niet

„We geloven dat portefeuilles flexibeler moeten worden beheerd dan in het verleden. Zo kunnen ze zich vlot aanpassen aan de veranderende marktomstandigheden”, aldus Hoctor-Duncan. „Beleggers moeten het hele arsenaal van financiële instrumenten gebruiken dat hen vandaag ter beschikking staat, om de volatiliteit van hun beleggingen en de correlatie tussen de verschillende activaklassen te beperken.”

Via ETF’s hebben particuliere beleggers bijvoorbeeld toegang tot producten die vroeger alleen waren voorbehouden voor professionals, en absolute-returnfondsen maken het mogelijk de correlatie met de financiële markten te reduceren. Die fondsen moeten de beleggers beschermen als de beurzen terugvallen.?Ze moeten een positief rendement halen, ongeacht de conjunctuur op de markten. Toch waren de prestaties van sommige absolute-returnfondsen niet altijd even overtuigend, ofwel door de gebrekkige kwaliteit van de beheerders, ofwel door de zwakte van de gehanteerde beheersprincipes.

Hoctor-Duncan: „Er is geen duidelijke definitie van wat een absolute-returnfonds juist is en over welke periode die fondsen een positief rendement moeten opleveren. Voor ons moet die termijn 12 maanden bedragen, en niet 3 of 4 jaar. Er moet ook voor worden gezorgd dat beheersfouten geen afbreuk kunnen doen aan het rendement van het product.”

„We zijn ervan overtuigd dat alternatieve producten die niet onderhevig zijn aan de grillen van de beurs, zullen bijdragen tot het rendement dat beleggers halen op lange termijn”, stelt Hoctor-Duncan. „Maar die producten zijn soms moeilijk te begrijpen voor de cliënten. We moeten dus een grotere inspanning doen om onze klanten erover te informeren.”

4. Kies voor een combinatie van actief en passief beheer

Passief beheer en indexbeheer worden vaak voorgesteld als veilige beleggingstechnieken met beperkte kosten. Maar indexen geven vaak een fout beeld van de markt, doordat ze een groot gewicht toekennen aan overgewaardeerde sectoren. In 2004 bestond de FTSE-index bijvoorbeeld voor 30 à 40 % uit bankaandelen. In 2010 heeft de mijnbouwsector die plaats ingenomen. Hoctor-Duncan: „De indexen veranderen mettertijd, net als het risico dat eraan verbonden is. Om de index te kunnen verslaan, moet hij eerst en vooral juist zijn. Door een onevenwichtige index te volgen, lopen we het risico dat we geld verliezen.”

„We moeten daarom een passief en een actief beheer combineren, met name via ETF’s of actieve fondsen, om snel te kunnen reageren op veranderingen op de markten en een flexibeler activaverdeling mogelijk te maken”, besluit Hoctor-Duncan. „Er zijn vandaag wellicht te veel actieve beheerders, maar er zijn er te weinig die echt goed zijn. De goede creëren wel veel waarde.”

„Tussen 2000 en 2008 werden 273 nieuwe transnationale fondsen gelanceerd. Sinds 2008 staat de teller al op ruim 200. Dat ritme is een beetje waanzinnig, temeer omdat de geldstromen vaak in de richting van een beperkt aantal fondsen gaan. De omvang van de portefeuille kan soms een handicap zijn voor de prestaties.” Geld aantrekken is duidelijk een uitdaging geworden en vergt een trackrecord van enkele jaren.

5. Kies voor een beleggingshorizon tot na 65 jaar De westerse bevolking leeft almaar langer. De beleggingshorizon van spaarders moet zich dus uitstrekken tot na hun pensionering. Mensen van 50 moeten vandaag beleggen over een periode van meer dan 25 jaar, om te voorkomen dat ze zonder geld vallen. „Volgens cijfers van de Verenigde Naties zal het wereldwijde aantal gepensioneerden toenemen van 737 miljoen in 2012 tot meer dan 2 miljard in 2050″, zegt Hoctor-Duncan.

„Dat is een dramatische langetermijntrend, die onze manier van leven en beleggen sterk zal veranderen. Eén van de twee partners van een koppel dat vandaag op 65 jaar met pensioen gaat, zal gemiddeld ouder worden dan 90 jaar. Met hun spaargeld moeten ze dus gedurende meer dan 25 jaar goed kunnen leven. We proberen de portefeuilles van cliënten in evenwicht te brengen, zodat ze voldoende middelen hebben tot aan het eind van hun leven.”

Frédéric Dineur

Partner Content