Het wettelijk pensioen is vrij immuun voor corona

© Getty Images
Roel Van Espen medewerker Trends

Veel werknemers en zelfstandigen hebben gebruikgemaakt van de systemen van tijdelijke werkloosheid, corona-ouderschapsverlof en corona-ouderschapsuitkering. Welke gevolgen heeft dat later voor hun pensioen?

Het coronavirus heeft een groot deel van de actieve bevolking in het systeem van de tijdelijke werkloosheid geduwd. In april ging het om bijna 1,5 miljoen werknemers. Daarna daalden dat aantal systematisch, tot 183.810 in september. Cijfers voor oktober en november zijn er nog niet, maar de nieuwe sluiting van de horeca en de niet-essentiële winkels belooft niet veel goeds. Voor veel mensen zijn de systemen van tijdelijke werkloosheid en corona-ouderschapsverlof of -uitkering een welkome oplossing, maar sommigen maken zich zorgen over de impact ervan op hun pensioen.

Tijdelijke werkloosheid

“Voor werknemers worden de periodes van tijdelijke werkloosheid waarvoor men een werkloosheidsuitkering ontvangt, gelijkgesteld met periodes van beroepsactiviteit”, weet Joost Van Hove, adviseur bij het kenniscentrum van de hr-dienstverlener Liantis. “Ze tellen niet alleen mee voor de berekening van het pensioenbedrag, maar ook voor de de loopbaan. Dat kan bijvoorbeeld van belang zijn om in aanmerking te komen voor vervroegd pensioen.”

Voor de berekening van het pensioenbedrag wordt voor de periodes van tijdelijke werkloosheid rekening gehouden met het ‘normaal fictief loon’. Dat stemt overeen met het werkelijke loon van het jaar dat voorafgaat aan de gelijkgestelde periode.

Periodes van tijdelijke werkloosheid hebben in principe dus geen nadelige invloed op het wettelijk pensioen. “Ze kunnen wel gevolgen hebben voor werknemers die al een volledige loopbaan van 45 jaar achter de rug hebben”, duidt Van Hove. “Niet-gewerkte dagen na die periode van 45 jaar worden niet meegeteld voor het wettelijk pensioen, gewerkte dagen wel.”

Tijdelijke werkloosheid kan ook een impact hebben op het aanvullend pensioen. Naar schatting 3,2 miljoen Belgen sparen aanvullend voor hun pensioen via een collectieve groepsverzekering of een pensioenfonds bij hun werkgever. In veel pensioenplannen die werkgevers aanbieden, worden enkel rechten opgebouwd voor de periodes waarin de werknemer werkt en dus een loon ontvangt. Wordt de uitvoering van de arbeidsovereenkomst geschorst, bijvoorbeeld voor tijdelijke werkloosheid, dan valt dat loon weg. Als de werkgever de bijdragen in het pensioenplan niet blijft betalen, dan stopt de pensioenopbouw. Werkgevers konden per uitzondering tot 30 september wel uitstel vragen voor betalingen in het pensioenplan.

Ouderschapsverlof

Wie tussen 1 mei en 30 september gebruikmaakte van het corona-ouderschapsverlof, hoeft zich geen zorgen te maken over zijn of haar pensioen. “Die periodes worden op dezelfde manier behandeld als die van de tijdelijke werkloosheid. Ze worden gelijkgesteld en hebben dus geen nadelige invloed op je pensioen”, stelt Joost Van Hove.

Voor zelfstandigen met kinderen is een gelijkaardige regeling uitgewerkt, onder de noemer corona-ouderschapsuitkering. Wie zijn beroepsactiviteit geheel of gedeeltelijk terugschroefde om voor de kinderen te zorgen, had recht op een uitkering. Ook hier is er geen impact voor het pensioen, verklaart Van Hove: “De zelfstandige moest de gebruikelijke sociale bijdragen blijven betalen. Zijn wettelijk pensioen is gebaseerd op de betaling van die kwartaalbijdragen. De corona-ouderschapsuitkering heeft dan ook geen enkele invloed op dat pensioen.”

Overbruggingsrecht voor zelfstandigen

Zelfstandigen kunnen ook een beroep doen op een overbruggingsrecht. Bij een faillissement of wanneer ze noodgedwongen hun zaak moeten sluiten door een brand of een natuurramp, behouden ze hun rechten op kinderbijslag en geneeskundige verzorging gedurende maximaal vier kwartalen, zonder dat men sociale bijdragen moet betalen. Ze hebben ook recht op een maandelijks uitkering die gelijk is aan het minimumpensioen voor zelfstandigen, gedurende maximaal twaalf maanden.

In het kader van de coronacrisis is dat overbruggingsrecht versoepeld en uitgebreid. Zelfstandigen die hun zaak verplicht moesten sluiten in maart, april, mei en juni, hadden daardoor recht op een financiële uitkering. Ook wie zijn activiteiten minstens zeven dagen op rij vrijwillig stopzette, kon terugvallen op een toelage. Voor zelfstandigen die de deuren moesten sluiten door de nieuwe coronamaatregelen van 19 oktober, werd het maandelijkse overbruggingsrecht zelfs verdubbeld voor de drie laatste maanden van dit jaar. Daarnaast is er sinds juni ook een overbruggingsrecht ter ondersteuning van de heropstart, voor zelfstandigen die hun activiteit weer opstarten na een periode van verplichte sluiting, maar met een omzetdaling geconfronteerd worden.

“Hier geldt hetzelfde als voor de ouderschapsuitkering voor zelfstandigen: het corona-overbruggingsrecht is een louter financiële uitkering waar geen gelijkstelling aan gekoppeld is”, zegt Joost Van Hove. “De zelfstandige die het bedrag ontvangt, blijft ook sociale bijdragen betalen, en op basis daarvan wordt zijn wettelijke pensioen opgebouwd. Het corona-overbruggingsrecht heeft dus ook geen gevolgen voor het pensioen.”

Vrijstelling sociale bijdragen

Eén maatregel voor zelfstandigen heeft wel een impact op zijn of haar pensioenopbouw: de vrijstelling van sociale bijdragen. “Wanneer je tijdelijk betalingsmoeilijkheden ondervindt, kun je als zelfstandige via je sociaal verzekeringsfonds een vrijstelling van bepaalde kwartaalbijdragen vragen”, zegt Joost Van Hove. “Het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen beslist over de toekenning daarvan.”

“In normale omstandigheden gelden behoorlijk strenge voorwaarden om in aanmerking te komen voor zo’n vrijstelling. Naar aanleiding van de coronacrisis zijn die tijdelijk versoepeld. Een kwartaal met een vrijstelling komt evenwel niet in aanmerking voor de pensioenopbouw: noch voor de berekening van het pensioenbedrag, noch voor de vaststelling van de pensioenloopbaan. De vrijstelling heeft dus wel degelijk een negatieve impact op het wettelijk pensioen”, legt Van Hove uit.

Zelfstandigen die dat willen vermijden, kunnen ervoor kiezen de vrijgestelde kwartaalbijdragen later alsnog te betalen, wanneer het financieel weer wat beter gaat. Ze moeten dan wel rekening houden met de wettelijke verjaringstermijn van vijf jaar, die aanvangt op de datum van de vrijstellingsbeslissing van het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen. Hun sociaal verzekeringsfonds brengt hen in principe vóór die verjaring op de hoogte.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content