Kristina Hooper (hoofdstrateeg Invesco) blikt vooruit: ‘Een economische terugval is het grootste risico’

Jef Poortmans
Jef Poortmans redacteur bij Trends

Er is geen groter schaakbord waar zoveel pionnetjes tegelijk op worden verzet, als op de wereldwijde financiële markten. De afgelopen jaren verliep dat spel met veel onzekerheden en schommelingen. De vraag is wat het komende jaar zal brengen. “2024 zal al bij al meevallen, maar wat daarna komt, is veel moeilijker in te schatten”, zegt Kristina Hooper, de hoofdstrateeg van Invesco.

De afgelopen twee beursjaren waren niet de makkelijkste, zeker niet in vergelijking met de twaalf jaar voordien. Ook in 2023 bleef de inflatie de beurzen en de centrale banken parten spelen. Volgens Kristina Hooper was 2023 vooral een afwachtend jaar. Als globale hoofdstrateeg bij de vermogensbeheerder Invesco, dat net geen 1.500 miljard dollar beheert, heeft ze de vinger aan de pols van de wereldwijde financiële markten. “Het was vooral een jaar van wachten”, zegt ze. “Op de eerste tekenen van een vertragende inflatie en op het einde van de renteverhogingen. Er was veel onzekerheid over het monetaire beleid in de geavanceerde economieën, en dat liet zich voelen.”

Wat is uw eindoordeel over de markten in 2023?

KRISTINA HOOPER. “Al bij al was het een goed jaar voor beleggers, maar wel een volatiel jaar. De mate van onzekerheid was hoog. Iedereen wachtte af wat de effecten van de renteverhogingen op de economie zouden zijn, want die komen gewoonlijk met een tot anderhalf jaar vertraging.”

‘Voor beleggers die de markt probeerden te timen en regelmatig in- en uitstapten, was het een moeilijk jaar’

Voelt het door die volatiliteit misschien slechter aan dan het werkelijk was?

HOOPER. “Voor beleggers die de markt probeerden te timen en regelmatig in- en uitstapten, was het een moeilijk jaar. Maar voor het gros van de beleggers, die een heel lange horizon hebben en maar een of twee keer per jaar naar hun portefeuille kijken, was het doorgaans goed. Een vriendin van mij, die financieel adviseur is, geeft haar klanten in woelige tijden altijd de raad niet te veel naar de stand van hun effectenrekeningen te kijken.”

Zaten er verrassingen bij voor u?

HOOPER. “De meeste strategen begonnen het jaar met het idee dat de economie een harde landing zou maken, dat er een recessie zat aan te komen. Wij dachten dat het moeilijk zou worden, dat het een hobbelige landing zou zijn. We verwachtten dat er wel wat schade zou zijn door de striktere kredietvoorwaarden als gevolg van de hogere rentes, maar dat we een recessie zouden ontkomen. Vanaf de lente zijn de meningen gekeerd richting een zachte landing. Wij blijven uitgaan van een hobbelige landing.”

Wat is uw inschatting voor het komende jaar? Zal het blijven meevallen?

HOOPER. “Al bij al wel. In de eerste helft van 2024 verwachten we een vertraging, maar die zal kort zijn, met beperkte economische schade. In de tweede jaarhelft zal er een heropleving plaatsvinden en zal alles weer aantrekken. Dat zal evenwel een tussentijdse opleving zijn, niet het begin van een nieuwe opwaartse cyclus.”

Hoezo?

HOOPER. “De markten houden nu al rekening met een herstel in de tweede helft van 2024, maar wanneer we daar zijn, zullen ze 2025 beginnen in te calculeren, en dat plaatje is veel onduidelijker. Dat houdt meer risico’s op een nieuwe vertraging en dus teleurstelling in. Misschien wordt het wel de recessie waar iedereen op zat te wachten. Ik vrees dat die achterlopende effecten van de renteverhogingen ons in 2025 zullen inhalen, vooral in de bedrijvigheid.”

Wat zal de inflatie doen? Of misschien belangrijker, hoe zullen centrale banken daarop reageren?

HOOPER. “De meeste centraal bankiers zitten meer in met de inflatie dan met het risico op een recessie. Niemand van hen wil bekend worden als degene die de inflatie liet ontsporen, terwijl zij of hij aan het roer stond. Maar ze kunnen niet ontkennen dat de inflatie vertraagt en dat we snel, tegen eind 2024, aan de inflatiedoelstelling van 2 procent zullen zitten. Fed-gouverneur Chris Waller zei onlangs nog dat er niet per se een zware economische achteruitgang moet zijn om de rente te beginnen verlagen, maar dat een stevig vertragende inflatie al voldoende is.”

Dus, renteverlagingen vanaf volgend jaar? Ook in Europa?

HOOPER. “Ik denk dat centrale banken in de Verenigde Staten en Europa vanaf de lente de rente zullen verlagen, maar om uiteenlopende redenen. De Europese economie is zwakker en daardoor kwetsbaarder voor een vertraging. Dat is een bijkomende reden voor renteverlagingen. Nog een belangrijke graadmeter voor centrale banken zijn de inflatieverwachtingen van consumenten. Die zijn onlangs wat gestegen door de hogere olieprijs, maar dat zal ook weer bedaren. Dan zal men gerust genoeg zijn om de rente weer te laten zakken.”

Dat gaat in tegen het mantra ‘higher for longer’, waarmee centrale banken aangeven dat de rentes langer op hogere niveaus zullen blijven.

HOOPER. “Het marktsentiment is daarover al gekeerd. Een beetje zoals anderhalf jaar geleden, toen de Fed nog zei dat de inflatie tijdelijk was, maar de markten al doorhadden dat dat niet zo was en de Fed de rente zou verhogen. De Fed zal wel het higher for longer-mantra blijven herhalen. Ze wil niet dat de financiële en kredietvoorwaarden te laks worden, maar het algemene sentiment rond de rentes is aan het keren.”

‘Wij verwachten goede rendementen van de obligatiemarkten in 2024. De renteverlagingen zullen de koersen doen stijgen’

Welke impact zal dat hebben op de obligatiemarkt de komende periode?

HOOPER. “Wij verwachten goede rendementen van de obligatiemarkten in 2024. De renteverlagingen zullen de koersen doen stijgen. Dat zien we nu al een beetje gebeuren. Wij geven de voorkeur aan kwaliteitsvolle bedrijfsobligaties (investment grade), omdat er toch nog wat risico’s zijn rond een economische vertraging. Zeker vanaf de tweede jaarhelft zal kwaliteitsvol schuldpapier komen bovendrijven. Over het algemeen zal de risicolust wel aanwezig zijn op de kredietmarkten, maar het zal beredeneerde risicolust zijn.”

Zijn overheidsobligaties nog interessant?

HOOPER. “Wij zeggen al sinds september dat het moment rijp is om te profiteren van de hogere rentes die je nu op langer lopend staatspapier krijgt. Aan het einde van een reeks renteverhogingen moet je de rendementen aan de lange kant van de rentecurve vastklikken.”

Zal die risicolust ook op de aandelenmarkten van de partij zijn?

HOOPER. “Zeker in de eerste jaarhelft. Dan verwachten we bovengemiddelde prestaties van smallcaps (kleine beursbedrijven), cyclische sectoren en opkomende markten. Die segmenten doen het doorgaans beter aan het einde van renteverhogingen. Maar net als bij obligaties zal die risicodrift afnemen in de tweede jaarhelft en zullen beleggers voorzichtiger worden.”

Verwacht u dat de verschillende sectoren anders zullen presteren?

HOOPER. “In de meer cyclische sectoren verwachten we dat snelle consumptiegoederen het goed zullen doen, want de consument staat er beter voor dan in alle voorgaande economische vertragingen. De werkloosheid staat op haar laagst in vergelijking met het einde van de jongste zes cycli, waarin de Fed de rente verhoogde. Bovendien hebben veel mensen hun loon de afgelopen jaren zien toenemen en kunnen ze daardoor meer uitgeven, zeker als de inflatie zou afkoelen. Maar in die sectoren moet je er wel de juiste bedrijven en aandelen uitkiezen. Veel hangt af van het businessmodel, de verkoopkanalen, de kracht van het merk enzovoort.”

Wat met de beurssterren van het recente verleden, de grote techbedrijven?

HOOPER. “De techsector zal het redelijk goed doen. Die zal vooral profiteren van de lagere rentes, net zoals andere activa met lange looptijden.”

Europese beurzen zijn een pak lager gewaardeerd dan de Amerikaanse. Ligt daar een kans?

HOOPER. “Waarderingen hebben weinig voorspellende waarde voor de korte termijn. Voor de langere termijn zijn ze zeker van tel, maar we kunnen niet zeggen dat ze een katalysator zijn voor betere prestaties in het komende jaar. Dat zal vooral komen van de economische heropleving in de tweede helft van volgend jaar, die de meer cyclische delen van de economie een zetje zal geven. Europa heeft in verhouding meer cyclische bedrijven, en die zullen daarvan profiteren. Europese aandelen zijn zeker aantrekkelijker wegens hun lage waarderingen, maar dat zal waarschijnlijk niet de drijfveer voor de beurzen zijn.”

Elk beursjaar heeft zijn verrassingen. Die zijn uiteraard moeilijk te voorspellen, maar verwacht u bepaalde uitschieters volgend jaar?

HOOPER. “Niet echt. Wij kijken vooral naar waar veel onzekerheden zijn en waar onze overtuigingen verschillen van die van de markt. Beleggers vragen me vaak wat het grootste risico is voor het komende jaar, een verder oplopende inflatie of een economische terugval. Wij denken vooral dat laatste. Een andere belangrijke factor om juist in te schatten, is hoe China het er vanaf zal brengen in 2024.”

Hoezo?

HOOPER. “Dit jaar hoopte iedereen op de heropening van de Chinese economie en die is er maar half gekomen. Desondanks blijven wij positief over China en biedt de Chinese beurs kansen, alleen al omdat het sentiment daarrond zo negatief is. Het China-verhaal gaat vooral over vertrouwen, van beleggers, maar zeker ook van de Chinese consument, en wat de Chinese beleidsmakers doen om dat vertrouwen op te krikken. Ze werken daar hard aan en ik denk dat ze daar vooruitgang in zullen blijven boeken. De Chinese binnenlandse economie heeft het niet slecht gedaan, zeker de dienstensector niet. De maakindustrie heeft het moeilijker, omdat de vraag wereldwijd terugvalt.”

‘De meeste beleggers verschuiven niet veel in hun beleggingsportefeuilles doorheen het jaar, en dat is maar goed ook’

Een andere activaklasse die aan belang heeft gewonnen, zijn de alternatieve beleggingen, zoals edelmetalen, vastgoed en private equity. Kunnen we daar iets van verwachten?

HOOPER. “Dat zijn meestal beleggingen voor de lange termijn, die zich er veel minder toe lenen om er op de korte termijn je portefeuille tactisch mee aan te passen. Behalve goud, dat is redelijk liquide. Maar wij geloven sterk in het belang van een goed gespreide portefeuille en alternatieven zijn daar een deel van. Men spreekt altijd van de 60/40-portefeuille (60% aandelen, 40% obligaties). Volgens ons moet dat eerder 50/30/20 zijn, met 20 procent alternatieven. Welke, dat hangt af van de horizon en de risicotolerantie van de belegger.”

Wat vindt u van de jaarlijkse carrousel van terugblikken en verwachtingen? Is dat een nuttige oefening voor beleggers?

HOOPER. “Zulke vooruitzichten kunnen beleggers helpen een keer per jaar hun portefeuillesamenstelling te bekijken. De meeste beleggers verschuiven niet veel in hun beleggingsportefeuilles doorheen het jaar, en dat is maar goed ook. Beleggers met een langetermijnhorizon moeten vooral hun langetermijndoelstellingen bewaken. Anderzijds helpen zulke oefeningen wel om bepaalde inzichten te verschaffen. Wij proberen vooral het overkoepelende beeld van de markten en de economie te begrijpen, waar de risico’s voor de komende periode liggen en waar de volatiliteit vandaan kan komen.”

Partner Content