Kan ik beter sparen of beleggen voor mijn kind? Wat blijkt: u doet het waarschijnlijk verkeerd

© Getty Images
Sebastien Marien
Sebastien Marien Redacteur bij Trends

De meeste ouders storten maandelijks geld op de spaarrekening van hun kinderen. Zo’n 60 procent doet dat, terwijl amper 10 procent geld belegt voor hun kinderen. De meeste ouders kiezen voor een spaarrekening op naam van hun kinderen. “Enkel sparen, en dat op naam van je kinderen, is eigenlijk dubbel fout”, zegt fiscaal jurist Johan Adriaens. Dit raadt hij ouders aan.

Om hun kinderen een goede start te geven, kiezen de meeste Belgen voor een spaarrekening op naam van hun kind. Slechts één op de tien Belgen kiest ervoor te beleggen voor zijn kinderen. Dat bleek dinsdag uit een bevraging bij 4.500 gezinnen met kinderen tussen nul en twaalf jaar van AG Insurance, de Gezinsbond en het Waalse kinderbijslagfonds Camille.

Zo’n 60 procent van de bevraagde ouders spaart momenteel voor hun kinderen, terwijl 40 procent aangeeft dat (nog) niet te doen. Bijna drie kwart van de spaarders kiest voor een spaarrekening op naam van het kind, terwijl 17 procent opteert voor een spaarrekening op naam van de ouders. Verder werkt 22 procent nog met een fysieke spaarpot. Slechts 10 procent van de bevraagde ouders spaart voor hun kinderen via een beleggingsproduct, meestal in combinatie met een klassieke spaarrekening. 

Sparen versus beleggen

“Er is eigenlijk geen enkele reden om niet te beleggen voor je kinderen”, begint Johan Adrians van het advocatenkantoor Adriaens & Partners, dat gespecialiseerd is in fiscaal juridisch advies. “Je kunt maandelijks geld beleggen en dat volhouden tot je kind volwassen is. Een belegging zal over die lange termijn ongetwijfeld meer rendement halen dan een spaarrekening. Ik heb 22 jaar voor mijn kind belegd en haalde daarmee een gemiddeld rendement van 8 procent per jaar. Een vriend van mij spaarde maandelijks een ongeveer evenveel en heeft veel minder dan de helft van het bedrag overgehouden.”

Adriaens zegt dat ouders het beste kijken naar aandelenfondsen enerzijds en ETF’s die de MSCI World index volgen anderzijds. Bij uw bank kunt u een effectendossier kopen om in een aandelenfonds te stappen. U belegt daarmee een maandelijks bedrag in een bundel van aandelen die actief door een fondsbeheerder worden geselecteerd.

‘150 jaar beursgegevens leert ons dat beleggen altijd rendeert, terwijl een gewone spaarrekening met moeite de inflatie verslaat’

Johan Adriaens, fiscaal jurist bij Adriaens & Partners

Een ETF die de MSCI World-index volgt, is een investering in een grote selectie van bedrijven uit verschillende sectoren en van over de hele wereld. Investeren kan via een beleggersplatform zoals Bolero of MeDirect. De index selecteert automatisch de 1.500 grootste aandelen en past de lijst continu aan. Johan Adriaens geeft daarom sterk de voorkeur aan ETF’s. “Niet alleen verkrijg je zo een betere risicospreiding met een belegging, je betaalt ook geen hoge instapkosten en beheerskosten aan je bank. Het makelaarsloon dat je een beleggingsplatform betaalt voor de aankoop van een ETF is daarentegen veel lager.”

Risico’s en koersschommeling

Maar over risico’s gesproken: is het feit dat beleggen een risico vormt geen reden om toch te sparen voor uw kind? “Uit meer dan 150 jaar gegevens uit de wereldwijde beurzen blijkt dat beleggen over een lange periode altijd rendeert, terwijl je met een spaarrekening momenteel met moeite de inflatie verslaat”, legt Adriaens uit. “Die 150 jaar is ook een garantie voor de toekomst. Natuurlijk is het mogelijk dat de aandelenmarkt een stevige duik neemt, maar dan wordt dat verlies in de jaren die volgen altijd weer gecompenseerd. Op lange termijn gaat de beurs in stijgende lijn.”

Wat als uw kind op zijn 26 jaar zijn eerste auto wil kopen, op een moment dat de beurs net flinke klappen heeft gekregen? “Zodra je kind 18 is en het geld wil gebruiken voor grote aankopen, kan het verstandig zijn om pakweg de helft van die ETF te verkopen en om te zetten in obligaties. Het voordeel van obligaties is dat ze veel minder in waarde schommelen.”

Op uw naam of die van uw kind?

Toch ziet de fiscale expert wel een gegronde reden om op zijn minst in een kleine spaarbuffer te voorzien. “Het merendeel investeer je het best in beleggingen, maar ik heb daarnaast voor mijn kinderen een aparte spaarrekening, een soort geldpot voor stommiteiten. Jongvolwassenen maken fouten en wanneer dat kosten met zich meebrengt, gaat dat geld uit hun eigen spaarpot. Ik zie dat als een extra buffer. Je kunt dan beter geld van een spaarrekening halen dan dat je een deel van die belegging zou verkopen op een slecht moment.”

Een opvallend cijfer uit de bevraging van AG Insurance is dat maar liefst acht op de tien ouders ervoor kiezen de spaarrekening te openen op de naam van hun kind. Adriaens is daar geen voorstander van. “Je verwacht misschien dat een fiscaal jurist adviseert de rekening op de naam van het kind te openen. Stel dat de rekening op naam van de ouders staat en zij komen te overlijden, dan betaalt het kind erfbelasting op het geld dat hem of haar toekomt. Dat is uiteraard niet gewenst.”

‘Dat 22 procent nog geld stopt in een fysieke spaarpot, is haast ongelooflijk’

Johan Adriaens, fiscaal jurist bij Adriaens & Partners

“Maar het belangrijke voordeel van een rekening op je eigen naam, is dat je zo niet het risico loopt dat je kind het geld slecht beheert. De kans dat hij of zij foute uitgaven doet, is veel groter dan dat beide ouders komen te overlijden. Een oplossing daarvoor is een rekening in onverdeeldheid. Bij zo’n rekening zijn zowel de ouders als het kind eigenaar, maar de ouder is de referentie. Het kind kan dus zelf geen geld afhalen of beleggingsproducten verkopen. Je kunt je kind dan later de enige eigenaar maken zodra je er zelf vertrouwen in hebt.”

Financiële ongeletterdheid

Toch zijn het niet alleen jongvolwassenen die het verdienen verdacht te worden van financiële ongeletterdheid, maar ook hun ouders. “Het is al langer bekend dat de financiële ongeletterdheid een groot probleem is in ons land. Dat blijkt nu weer uit deze bevraging. Niet alleen verkiezen ouders nog altijd spaarrekeningen boven beleggingen, maar liefst 22 procent stopt het nog in een fysieke spaarpot. Dat is haast ongelooflijk. Ik herken die beperkte financiële kennis ook in mijn omgeving – bijvoorbeeld mijn vriend met zijn spaarrekening. Ik zie het zelfs bij mijn vrouw en kinderen. Dat is echt jammer, want iedereen werkt hard voor zijn geld en laat voor dezelfde moeite toch grote rendementen liggen.”

De fiscaal jurist is ervan overtuigd dat die financiële ongeletterdheid maakt dat de meeste mensen verkeerde keuzes maakt. “Ik ben zeker dat vrijwel elke bankier zijn klanten verwijst richting de eigen beleggingsfondsen. Daarmee spreken ze ook voor hun eigen rekening.”

60 procent van de ouders spaart, maar 40 procent geeft aan (nog) niet te sparen voor hun kind. “Er zijn geen grote bedragen vereist zijn om te sparen voor je kind. Dat geldt ook voor beleggen. Er is ook niemand die zegt dat het maandelijks moet, maar het is wel belangrijk ermee te beginnen”, vindt Johan Adrieans. “Stel dat een ETF 50 euro vraagt, maar dat je dat bedrag te hoog vindt om maandelijks opzij te zetten. In dat geval koop je gewoon tweemaandelijks.”

Lees ook:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content