Zijn zonnepanelen nog rendabel in 2021?

© Getty Images
Roel Van Espen medewerker Trends

Wanneer u vanaf 1 januari 2021 zonnepanelen op uw dak laat plaatsen, krijgt u een digitale elektriciteitsmeter. Die draait niet meer terug wanneer u stroom in het net injecteert. Een eenmalige investeringspremie moet het financiële nadeel compenseren.

Over vijftien jaar moet elke woning in Vlaanderen voorzien zijn van een digitale elektriciteitsmeter. Omdat die het verbruik realtime registreert, hoeft u geen meterstanden meer te noteren en door te geven. Uw energieleverancier kan de maandelijkse voorschotbedragen ook beter inschatten, waardoor de kans op onverwacht hoge afrekeningen kleiner wordt. Al sinds 2019 plaatst de netbeheerder Fluvius enkel nog digitale meters in nieuwbouwwoningen en bij renovaties. Vanaf 2021 moeten ook nieuwe zonnepaneleninstallaties daarmee worden uitgerust.

De invoering van de digitale elektriciteitsmeter betekent het einde van de terugdraaiende teller. Uw meterstand zal dus niet langer teruglopen wanneer u overtollige stroom van uw zonnepanelen, die u niet op hetzelfde moment verbruikt, in het net injecteert.

U ontvangt daarvoor wel een vergoeding. Het bedrag dat u krijgt voor één geïnjecteerd kilowattuur is echter veel lager dan wat het u kost om één kilowattuur van het net af te nemen. Dat is zo omdat 65 procent van de elektriciteitsprijs bestaat uit distributiekosten, transportkosten, taksen en heffingen, terwijl de injectievergoeding daar geen rekening mee houdt.

Zelfverbruik maximaliseren

Indien u vooral ‘s avonds of ‘s nachts stroom verbruikt, wanneer uw zonnepanelen weinig energie produceren, daalt de rentabiliteit van een nieuwe installatie vanaf 2021 gevoelig. Het is dan ook aan te raden de elektriciteit die u produceert zo veel mogelijk meteen te verbruiken of op te slaan. Volgens Engie bedraagt het zelfverbruik van een doorsnee installatie ongeveer 30 procent. Dat betekent dat de overige 70 procent van de door de zonnepanelen opgewekte stroom in het net wordt geïnjecteerd.

De energieleverancier adviseert daarom om huishoudtoestellen zoals wasmachines, droogkasten en vaatwassers te laten draaien tussen 12 en 15 uur. Voor wie thuis werkt, vormt dat geen probleem. Bovendien kunt u heel wat moderne apparaten voorprogrammeren. Volgens Engie kunt u op die manier uw zelfverbruik met 10 procent opkrikken. De energieleverancier raadt ook aan uw elektrische boiler te herprogrammeren, zodat die overdag uw water opwarmt.

U kunt ook een thuisbatterij overwegen, zodat u ‘s avonds of ‘s nachts gebruik kunt maken van de energie die overdag wordt geproduceerd. Engie beweert zelfs dat u uw zelfverbruik daarmee kunt verhogen van 30 procent naar 50 à 80 procent. Bovendien kunt u daarvoor nog tot eind 2021 een premie aanvragen. Die bedraagt 250 euro per kilowattuur, maar is beperkt tot 3200 euro en 35 procent van de aankoopprijs.

“Een gemiddeld gezin in Vlaanderen verbruikt 4000 kilowatt elektriciteit per jaar”, illustreert Anne-Sophie Hugé van Engie. “Een huishoudelijke batterij van 5,8 kilowattuur kan het zelfverbruik opkrikken van 30 naar 60 procent. Daarvoor betaal je, na aftrek van de premie en inclusief de hybride omvormer, 2500 euro. Zonder batterij bespaar je met zonnepanelen 430 euro per jaar op je elektriciteitsrekening. Mét batterij wordt dat 700 euro.” De terugverdientijd bedraagt dus zo’n tien jaar.

Nog snel laten plaatsen?

Overweegt u om nog vóór 1 januari 2021 een zonnepaneleninstallatie te laten plaatsen? Helaas: een rondvraag leerde dat de agenda van de installateurs propvol zit. Lukt het u toch om nog dit jaar zonnepanelen op uw dak te laten leggen, dan heeft u in principe de mogelijkheid om uw terugdraaiende teller nog vijftien jaar te behouden, ook al heeft energieregulator VREG dat aangevochten bij het Grondwettelijk Hof. Die meter blijft teruglopen wanneer u de overtollige stroom van uw zonnepanelen in het net injecteert.

Behoudt u de terugdraaiende teller, dan betaalt u wel elk jaar een prosumententarief voor het gebruik van het distributienet. Dat kost u gemiddeld zo’n 300 euro per jaar. Wie kiest voor een digitale meter, ontsnapt daaraan.

Nieuwe investeringspremie

Voor wie zijn zelfverbruik overdag niet kan maximaliseren, ligt de rendabiliteit van een nieuwe zonnepaneleninstallatie vanaf 2021 dus een stuk lager. Om dat verlies deels te compenseren, introduceert de Vlaamse overheid een eenmalige investeringspremie. Die wordt ingevoerd op 1 januari 2021, bedraagt maximaal 1500 euro en kan nooit hoger zijn dan 40 procent van de totale kostprijs. De aanvraag, behandeling en uitbetaling van de premie verloopt via Fluvius.

Voor een installatie tot 4 kilowattpiek ontvangt u 300 euro per kilowattpiek. Kan de installatie een hoger vermogen leveren, dan ontvangt u 150 euro per extra kilowattpiek die u produceert, tot aan het plafond van 6 kilowattpiek. Voor het vermogen boven 6 kilowattpiek ontvangt u niets meer. Een doorsnee installatie van veertien zonnepanelen met een capaciteit van 4,25 kilowattpiek levert u dus een premie op van (4 x 300 euro) + (0,25 x 150 euro) = 1237,50 euro.

Let wel: vanaf 2022 daalt de premie met een kwart, en de daaropvolgende jaren blijven de bedragen sterk afnemen. Toch zorgt de invoering van de investeringspremie er volgens Engie voor dat de gemiddelde terugverdientijd ook van nieuwe installaties in de toekomst nog altijd rond tien jaar zal schommelen.

De nieuwe premie is enkel toegankelijk voor wie al vóór 1 januari 2014 aangesloten was op het distributienetwerk van Fluvius. Een nieuwbouwwoning komt dus niet in aanmerking, maar die kan wel terugvallen op andere steunmaatregelen. Denk aan een vermindering van 50 of zelfs 100 procent van de onroerende voorheffing gedurende vijf jaar voor energiezuinige woningen. Daarbij wordt rekening gehouden met het E-peil.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content