Annick De Ridder (Antwerpse schepen van Stadsontwikkeling): ‘Hoogbouw is geen doel op zich’
De nieuwe Antwerpse schepen van Stadsontwikkeling, Annick De Ridder, wil minder gedetailleerde bouwvergunningen. Ze mikt op hoogbouw, waar dat noodzakelijk is. Voorts wil ze Linkeroever en de oude havengebieden uitbouwen tot aantrekkelijke wijken.
Het was een hectische tijd voor Annick De Ridder, de Antwerpse schepen voor de Haven, Stadsontwikkeling en Ruimtelijke Ordening (N-VA). Omdat het pas eind december tot een bestuursakkoord kwam tussen haar partij en de sp.a, draaide haar nog te vullen kabinet de eerste maanden van dit jaar op halve kracht, terwijl het werkt aan een beleidsplan. “Ondertussen wil de hele wereld, Antwerpen dus, me zien”, verzucht de juriste. Tot vijf jaar geleden werkte ze bij Katoen Natie, na een woelig politiek verleden bij de liberalen. “Dit mandaat is het summum. Ik ben verbonden met de haven en mijn andere bevoegdheden loodsen de stad met compleet nieuwe stadswijken naar de 21ste eeuw.”
Waar ligt de breuklijn in ruimtelijke ordening en stadsplanning tussen het oude en het nieuwe bestuur?
ANNICK DE RIDDER. “Er is een verschil tussen de projectmatige en de beleidsmatige insteek. Voor de eerste houden we ons aan de lijn van onze voorgangers. Ruimtelijke planning kan niet om de zes jaar het geweer van schouder veranderen. Dat betekent bijvoorbeeld dat we blijven inzetten op de uitbouw van de wandelboulevard van het Centraal Station tot het water en op de vergroening van de Gedempte Zuiderdokken.
“Beleidsmatig streef ik naar een eenvoudiger bouwcode. Die is nu redelijk gedetailleerd. Er zijn vergunningen waar men door een verregaande interpretatie van de code zelfs de kleur van de gevel invult. We krijgen jaarlijks 5000 dossiers binnen. Ik wil geen voortdurend gepalaver over de details van bouwprojecten.
“Voorts wil ik het Antwerpse structuurplan hervormen. Het dateert van 2006 en is aan een make-over toe. Ik zie daarin een grote rol voor de stadsbouwmeester Christian Rapp, die uitgaat van de versterking van de districtskernen buiten de 20ste-eeuwse stadsgordel.”
Rapp is een voorstander van hoogbouw.
DE RIDDER. “Hoogbouw is geen doel op zich. Het kan wel een oplossing zijn. Tegen 2030 zal de stad 15.000 gezinnen meer tellen. Die moeten ergens wonen. We kunnen niet elk jaar 1500 nieuwe woningen neerzetten in de schaarse open ruimte van de stad. Dus creëer je op een aantal plaatsen op een slimme manier bewoonbare oppervlakte: een project in de hoogte, te midden van open ruimte en groen. Een mooi voorbeeld is het Slachthuisproject.”
De oppositie schiet dat project af omdat er te dicht gebouwd wordt. Zo omvat het drie torens met 22 bouwlagen.
DE RIDDER. “Er wordt even dicht gebouwd als in het door iedereen geprezen Nieuw Zuid. De 1,2 hectare publieke ruimte wordt uitgebreid tot 4 hectare. 40 procent van het project is groene ruimte. De oppositie schreeuwt moord en brand dat we in de hoogte gaan? Dat is hypocriet. We winnen net groen omdat we hoger bouwen. Het is het een of het ander.”
De Slachthuissite zou, net als heel wat andere projecten, onbetaalbaar zijn voor de gemiddelde Antwerpenaar. Hoe lost u dat op?
DE RIDDER. “10 procent van de woningen is voorzien voor betaalbaar wonen. We hanteren in de ruimtelijke uitvoeringsplannen van de toekomst trouwens niet langer dat soort vaste percentages per woontype, omdat we flexibiliteit willen inbouwen in functie van de veranderende vraag.
“Betaalbaar wonen is het domein van schepen Fons Duchateau (de N-VA-schepen van Wonen, nvdr), met wie we samenwerken om in de stadsontwikkeling ook te voorzien in een aanbod aan woningen in het middensegment. Zo overwegen we het scenario van de erfpacht verder uit te breiden. De stad verkoopt dan de eigendom van de grond niet, maar verleent een erfpacht. De koper koopt de opstal of het gebouw. De woning wordt substantieel goedkoper en zo kan je de vlucht uit de stad tegenhouden. We testen of de Vlaming met zijn baksteen in de maag rijp is voor dat concept.”
Volgens Groen is er ook een tekort aan sociale woningen.
DE RIDDER. “Daar ben ik het niet mee eens. Antwerpen haalt het percentage van 9,2 procent sociale woningen van het totaal, dat is afgesproken op Vlaams niveau. Het bestuursakkoord breidt het aantal nieuwe of grondig gerenoveerde sociale woningen de volgende zes jaar met 5000 stuks uit, mooi gekoppeld aan de bevolkingsgroei.”
Ziet u een verband tussen uw bevoegdheden over de haven en stadsontwikkeling?
DE RIDDER. “Zeker. Antwerpen heeft de afgelopen bestuursperiodes de band met de Schelde verwaarloosd. Ik wil het water waar mogelijk weer centraal stellen in vastgoedprojecten. Dat gebeurt al in de plannen voor de renovatie van de Scheldekaaien door de parkings en de hangars aan te pakken en de Schelde dichter bij de Antwerpenaar te brengen.
“Ook de dijkverhoging op Linkeroever zal leiden tot een grondige vernieuwing. Nu is Sint-Anneke de plaats waar de Antwerpenaar op leeftijd zijn potje mosselen gaat eten. Er zit meer in. We zullen het zijn grandeur van weleer teruggeven.
“Er is meer ruimte aan het water. De terugtrekking van de haven naar het noorden biedt de mogelijkheid om de bewoners opnieuw bij het water te betrekken. In een eerste fase gebeurde dat al rond het MAS met het Eilandje, gevolgd door de Cadix-, de Montevideowijk en het Droogdokkeneiland. We breiden voort uit. Er komt ruimte voor kmo’s, maritieme en maakbedrijven. Het havenbestuur zal die gronden overdragen aan de stad in het kader van een nieuwe beheersovereenkomst.
De andere oude havenbuurt tussen het Sint-Jansplein en Spoor Noord ligt er wat troosteloos bij. Wat met die wijk?
DE RIDDER. “Die buurt komt helemaal goed met het nieuwe ziekenhuis bij Spoor Noord en de nabijgelegen universiteit, zeker als de werken aan de Leien afgerond zijn. Er zijn wel nog enkele cruciale zones, zoals Stuivenberg. Het ziekenhuis verdwijnt en ik zal samen met collega Duchateau een herbestemmingsproject uitwerken. Dat wordt, samen met de Slachthuissite, de motor van de buurt. Daarbovenop is er de overkapping van de ring, die van Deurne en Borgerhout op termijn weer aaneengesloten districten zal maken. Antwerpen-Noord zal over vijftien jaar onherkenbaar zijn.
De werken aan de Oosterweelverbinding zullen enorm veel verkeershinder rond Antwerpen veroorzaken. Vreest u niet dat daarom vastgoedprojecten on hold worden gezet?
DE RIDDER. “De strijd tegen de Oosterweelverbinding heeft lang alles geblokkeerd. Voor het eerst geloof ik erin. Oké, we zijn tien jaar te laat. Maar we rekenen af met de files. In 2025 kan die verbinding er zijn en kunnen we verder. In de tussentijd hebben we inderdaad veel miserie. Maar mensen wijzigen hun gedrag nu eenmaal. De spade gaat in de grond. Is er overlast? Ja. Is dat gemakkelijk? Nee.”
Er was in de vorige legislatuur heel wat te doen over de houding van het stadsbestuur over de Renaultsite tegenover het inmiddels verkochte Land Invest Group. U omschreef de topman als een jeugdvriend.
DE RIDDER. “Ik heb ook vrienden die notaris, advocaat of actief zijn in de haven. Mag ik niet meer met hen uit eten gaan? Uiteraard zal ik in mijn nieuwe functie met private ontwikkelaars praten. Ik doe dat in alle openheid, zal iedereen gelijk behandelen en de dossiers op hun merites toetsen.
“Het stadsbestuur heeft altijd alle vragen rond de Renaultsite beantwoord. Toch bleef het riedeltje maar draaien. Groen heeft heel wat lawaai gemaakt en corruptie gesuggereerd, om dan afwezig te blijven van de openbare zitting waar de zaak behandeld werd. Het parket heeft het dossier bekeken en het geseponeerd. Dan is de kous af.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier