De gebroeders CFO

Bert Lauwers
Bert Lauwers redacteur bij Trends

Twee broers die allebei financieel directeur zijn bij een toonaangevend Vlaams bedrijf. Koen en Jan Peeters bouwden elk op hun manier aan een carrière die hen op de stoel van financieel directeur bracht. Koen bij Studio 100, Jan bij het beursgenoteerde Arseus.

Twee broers die allebei financieel directeur zijn bij een toonaangevend Vlaams bedrijf. Koen en Jan Peeters bouwden elk op hun manier aan een carrière die hen op de stoel van financieel directeur bracht. Koen bij Studio 100, Jan bij het beursgenoteerde Arseus.

Meer dan 33.000 Belgen dragen de naam Peeters, de meest voorkomende in ons land. Dat verklaart wellicht waarom niemand stilstond bij het familieverband tussen de financieel directeurs van Studio 100 en van het beursgenoteerde Arseus. Koen en Jan Peeters zijn nochtans broers.

Samen met hun zus Leen, een onderwijzeres, groeiden ze op in Wuustwezel. Van hun ouders kregen ze de katholieke waarden ingelepeld en die klassieke opvoeding komt geregeld naar boven in hun doen en laten. Tussen de broers gaapt een leeftijdskloof van zes jaar, maar dat belet niet dat ze het uitstekend met elkaar kunnen vinden.

Hoewel ze vaak met dezelfde thema’s bezig zijn, hoeden ze zich ervoor om tijdens familiebijeenkomsten over zaken te spreken. Beiden beseffen dat er ook een leven naast de job is. Zo zijn ze alle twee fervente fietsers.

Uit welk nest komt u? Was er in de familie veel aandacht voor het economische?

Jan Peeters: “We komen eigenlijk uit een ACW-omgeving, want ons vader werkte voor de Christelijke Mutualiteiten. Ons moeder was wel meer een ondernemend type, maar dan vooral in de hobbysfeer. Ze organiseerde opleidingen in bloemschikken en dat is uitgegroeid tot een school met enkele honderden leerlingen, een voltijdse job. Ook haar broers waren echte ondernemers. Zij richtten het schoonmaakbedrijf Boma op. Inmiddels staan onze neven er aan het roer. Ik heb nog geregeld contact met hen. Net als Arseus hebben ze een aantal activiteiten in de ziekenhuiswereld en we delen wel eens wat nuttige informatie.”

U zat beiden in het Sint-Michielscollege in Brasschaat. Vanwaar die keuze?

Koen Peeters: “Het is voor onze ouders nooit een optie geweest om ons naar een niet-katholieke school te sturen. De normen en de waarden van het Sint-Mi-chielscollege sloten perfect aan bij die van vader en moeder.”

Jan Peeters: “Bovendien was de toenmalige rector een neef van onze moeder.”

Koen Peeters: “We hebben in het college allebei Latijn-wiskunde gevolgd en op die manier waren we voorbestemd om ingenieurstudies aan te vatten. Dat was de vurigste wens van de paters en de leraren. Maar wij waren een beetje tegendraads.”

Koen, u studeerde rechten in Leuven. Wanneer schoof de focus op naar het economische?

Koen Peeters: “Tijdens mijn studies opteerde ik al vaak voor economische keuzevakken. Daarna heb ik fiscale wetenschappen aan de Vlekho gestudeerd. In 1985 ging ik aan de slag bij KPMG als junior auditor en snel groeide ik door tot bedrijfsrevisor. Ik vond het plezant om me te verdiepen in de interne keuken van de bedrijven en vooral daar heb ik mijn financiële bagage opgedaan.”

Jan Peeters: “Ik heb TEW gedaan aan de Ufsia. Ik ben nogal een sociaal dier en daarom ben ik op kot gegaan. Ondanks alles heb ik geen accidenten in mijn studies meegemaakt en na vier jaar had ik mijn diploma. Daarna heb ik met succes meegedaan aan het ingangsexamen van het postuniversitair programma bedrijfsbeheer aan Vlerick. Ik leerde er heel wat nieuwe mensen kennen, onder andere Marc Coucke. Eigenlijk was hij mijn concurrent, want we deden allebei mee aan de presesverkiezingen. Coucke won. We lachen er nog geregeld om. ‘Jij hebt toen de Antwerpenaars voor je gewonnen, ik de seuten’, zegt hij altijd. Allebei waren we geïntrigeerd door de financiële markten en we waren de drijvende krachten achter een beleggingsclub. We hebben veel geld verdiend, maar op een bepaald moment speelden we double or nothing met opties op goud. Het werd jammer genoeg het tweede.”

“Na mijn studies ging ik aan de slag bij Exxon, maar ik bleef wel contact houden met Marc. Zo gingen we geregeld op café in de Gentse Overpoortstraat. In 1992 zijn we samen op vakantie geweest en zijn we een maand door de Verenigde Staten getrokken. Daar is hij beginnen te vertellen over zijn ambitieuze plannen. Aanvankelijk zag ik het echt niet zitten om te gaan werken voor een vriend. Maar nadat we duidelijke afspraken hadden gemaakt, ben ik hem in juli 1993 gevolgd. Het was wel even schrikken. Exxon was een groot, gestructureerd bedrijf en bij het jonge Omega Pharma kwam ik plots in de jungle terecht.”

Uit welke mindere periodes uit uw carrière heeft u de grootste lessen getrokken?

Koen Peeters: “Na een korte tussenstap bij PKF Auditors, werd ik in 1998 financieel directeur bij de INVE Groep. Dat was een heel ambitieus bedrijf in de agri- en aquacultuur met een zeer gedreven bedrijfsleider. Ik maakte er kennis met de twee kanten van de medaille. Eerst kenden we een enorme internationale expansie, maar na 09/11 kwamen we plots in de problemen. Het was vechten om te overleven. Voor mij was dat een zeer goede leerschool. Nadat ik erin geslaagd was om de bankschulden te herfinancieren en het bedrijf in veiliger water te loodsen, beschouwde ik mijn taak er als afgerond.”

Jan Peeters: “In 2002 heb ik me kandidaat gesteld om de Franse divisie van Omega Pharma aan te pakken. Dat was een bewuste keuze om eens met de botten in de modder te gaan staan. We hadden daar toen een aantal overnames gedaan, maar het liep niet zoals het hoorde. We hadden enkele grote troeven, zoals onze sterke merken. Maar daar-tegenover stond een archaïsche organisatie met een wurgende hi-ërarchische structuur. Ik heb een aantal mensen moeten ontslaan, maar het was toch moeilijk om de hiërarchische structuur te doorbreken. In Frankrijk heb ik geleerd dat het operationele niet helemaal mijn ding is. Mijn kracht ligt eerder in het financiële en het begeleiden van overnames. Ieder mens heeft zijn plafond. Het is niet altijd even gemakkelijk om dat te aanvaarden, maar je moet eerlijk zijn met jezelf.”

Hoe moeilijk is het om mensen te ontslaan? Zelfs een groeibedrijf als Studio 100 ontsnapt daar niet aan, want onlangs moesten dertien mensen het bedrijf verlaten.

Koen Peeters: “Dat was inderdaad nieuw voor Studio 100. Met een omzetverdubbeling om de vier tot vijf jaar hebben we een stevig trackrecord neergezet. Die schaalvergroting houdt ook een voortdurend veranderingsproces in en met het oog op een nieuwe structuur moesten we van een aantal mensen afscheid moesten nemen.”

Jan Peeters: “Ik vond het heel vreemd dat zoiets in de pers is gekomen. Het is toch net de taak van het management om de organisatiestructuur continu aan te passen aan de nieuwe omstandigheden.”

Dat is wellicht het nadeel van een be-drijf met een hoge visibiliteit.
Jan Peeters: “Die visibiliteit heeft veel te maken met figuren zoals Marc Coucke en Gert Verhulst. Het is goed dat er zulke mensen zijn, want zij brengen iets teweeg. We moeten hen koesteren. Bij Arseus staat Ger van Jeveren als CEO misschien iets minder in de kijker dan Marc Coucke bij Omega Pharma, maar elk heeft zijn stijl. Marc is iets meer de strateeg terwijl Ger naast een goed strateeg de operationele man bij uitstek is. Hij weet zich altijd goed te omringen, hij heeft een neus voor talent. Ger is een zeer goede coach die jonge mensen kansen geeft.”

Koen Peeters: “Mensen als Gert Verhulst en Hans Bourlon hebben een uitgesproken visie, zij zijn de echte entrepreneurs bij Studio 100. Zelf ben ik ook betrokken bij alle strategische beslissingen, maar ik speel een andere rol, die van knipperlicht. Dat is niet altijd even gemakkelijk, in die job mag je zeker geen doetje zijn.”

Jan Peeters: “Een CEO kan toch niks aanvangen met een stelletje jaknikkers in zijn directiecomité. Het heeft geen zin dat hij zijn autoriteit afdwingt op basis van zijn machtspositie. Hij moet zijn autoriteit verdienen bij zijn naaste medewerkers.”

Creativiteit kent geen grenzen, de portemonnee wel. Hoe moeilijk is het om financiële discipline te brengen?

Jan Peeters: “Ik ben daar heel strikt in. Als we vragen om te rapporteren tegen dinsdag 12 uur, dan moet het rapport dan ook klaarliggen, niet om 13 uur.”

Koen Peeters: “In een creatieve omgeving is zoiets minder evident. Het succes van Studio 100 ligt in het feit dat we een projectgedreven organisatie zijn. Elk project begint bij een origineel idee en al in een heel vroeg stadium kleven we een budget op dat nieuwe project. Dankzij onze knowhow kunnen we de kosten vrij goed inschatten. We volgen dat budget heel strikt op tijdens de evolutie van het project, maar dat vergt discipline van iedereen. Onze medewerkers kennen de spelregels en weten dat we daar veel belang aan hechten.”

U bent bijna op hetzelfde moment bij uw huidige werkgever terechtgekomen. Wat waren de eerste wapenfeiten?

Koen Peeters: “Ik kwam bij Studio 100 op het moment dat Danny Verbiest er net was uitgestapt. Mijn eerste job bestond erin om de nieuwe kapitaalstructuur uit te tekenen. Ik heb in die periode veel steun gekregen van mijn voorganger, Mark Kiekens. De eerste maanden hebben we samengelopen. Een half jaar later, in november 2006, konden we de deal met Fortis Private Equity afronden.”

Jan Peeters: “Ik was een van de eerste medewerkers van Omega Pharma. Op een bepaald ogenblik was Omega Pharma bezig met de verkoop van Arseus Dental. Er was veel interesse in de markt, maar de biedprijs bleef telkens ver onder de verwachtingen. Marc Coucke kon dat maar niet begrijpen. Ik heb hem toen duidelijk gemaakt dat de divisie niet verkoopbaar was omdat er geen uniforme structuur en ook geen duidelijke strategie was. Arseus Dental was niet meer dan een opeenstapeling van bedrijven. Toen is bij Ger en mij de idee beginnen rijpen om alle B2B-activiteiten te bundelen rond één steractiviteit, Fagron. Ruim een jaar later stonden we voor de keuze om het nieuwe Arseus te verkopen of om een notering aan te vragen. Het werd uiteindelijk de tweede optie.”

Is een beursnotering ooit een optie geweest voor Studio 100?

Koen Peeters: “In 2006 zeker niet. Het bedrijf was daar toen niet rijp voor, maar voor de toekomst houden we alle opties open. Zeg nooit nooit.”

Inmiddels is Fortis Private Equity al meer dan vijf jaar aan boord. Dat is al een vrij lange periode voor een durfkapitalist. Bent u bezig met een exit-strategie?

Koen Peeters: “Je moet een bedrijf altijd klaarmaken voor een volgende stap. De jongste maanden was ik bezig met de private plaatsing bij een beperkt publiek van een obligatielening. Voor Studio 100 was dat weer iets nieuws. Wat er ook gebeurt, je moet altijd in staat zijn om financiering aan te trekken.”

Marc Coucke haalt Omega Pharma van de beurs. Is dat een optie bij Arseus?

Jan Peeters: “We zijn nooit echt bezig met onze beurskoers. Als je goed werk levert, volgt vroeg of laat de beloning.”

Zou u kunnen aarden in elkaars bedrijf?

Koen Peeters: “Waarom niet? Ik heb al de stap gedaan van de agrarische sector naar het entertainmentwereldje. Veel groter kan de kloof niet zijn. Dat is geen probleem omdat de meeste principes universeel zijn.”

Jan Peeters: “Ken je iets saaier dan ziekenhuismateriaal? In tegenstelling tot Omega Pharma is de sector waarin Arseus actief is allerminst sexy te noemen. Maar dat wil niets zeggen. Voor mij zijn er drie zaken belangrijk: de bedrijfscultuur, het leiderschap en het groeipotentieel. Ik zie me echt niet meedraaien in een bedrijf dat jaren rustig voortkabbelt.

“Ik voel me zeer goed op de plaats waar ik nu zit. Mijn werk is zeker nog niet af. Maar het is wel de plicht om bezig te zijn met je eigen opvolging binnen de bedrijfsstructuur. Je moet voortdurend nieuwe mensen opleiden.”

Koen Peeters: “Mijn situatie is vergelijkbaar. Ook mijn verhaal is nog niet af bij Studio 100. Er zijn nog veel mogelijkheden om te groeien. Toch zal ik me nooit vastklampen aan mijn job. Als er andere mensen zijn die gewoon beter zijn, dan moet je eerlijk zijn met jezelf en aan de kant gaan staan.”

Gaat u soms te rade bij elkaar?
Koen Peeters: “Ik maak er een punt van om privé en werk zoveel mogelijk ge-scheiden te houden. Over de interne keuken ga ik bijvoorbeeld weinig vertellen. Heel soms zou ik hem wel eens polsen naar zijn mening wanneer ik voor een strategische keuze sta. Maar dat is zeldzaam. En dan nog, meestal delen we de-zelfde mening. Dan komen onze gemeenschappelijke roots naar boven.”

Jan Peeters: “Natuurlijk is Koen mijn grote broer en als kind had ik wel ontzag voor hem. Maar dat had wellicht met het leeftijdsverschil te maken. We maakten eigenlijk niet zoveel ruzie met elkaar, we deden dat toen liever met onze zus (lacht). Een oudere broer heeft als groot voordeel dat hij het pad effent.”

Van welke talenten bent u jaloers op elkaar?
Jan Peeters: (prompt) “Van zijn kookkunsten. Koen heeft ons vorige week nog getrakteerd op een schitterend menu met onder andere vitello tonnato, hazenrug en een millefeuille van mascarpone.”

Koen Peeters: “Jan heeft veel meer flair. Zelf sta ik iets meer op de achtergrond, maar dat zal wel eigen zijn aan de oudste van het gezin.”

Jan Peeters: “Ik denk dat we gewoon trots zijn op elkaar omdat we allebei bij een leuk bedrijf zitten.”

Koen Peeters: “Klopt. Afgunst zit niet in ons karakter. Wellicht heeft dat te maken met de waarden die we van thuis uit hebben meegekregen: laat de zon voor iedereen schijnen.”

Partner Content