Hoe breng je kinderen financiële discipline bij?

© Getty Images/Peter Cade
EW

Hoe raken kinderen vertrouwd met geld zonder een portemonnee met tastbare munten erin? Het Nederlandse EW-magazine, onderdeel van Roularta Nederland, vroeg drie Nederlandse experts naar de do’s en don’ts bij de financiële opvoeding. Van het ­eerste zakgeld, tot het probleem van ‘geld­ezels’ en het feit dat kinderen op hun achttiende verjaardag plotsklaps volledig verantwoordelijk zijn voor hun eigen ­financiën.

Het spaarvarken dreigt uit te sterven. Nog maar 20 procent van de betalingen in winkels was vorig jaar met contant geld, tien jaar geleden was dat 57 procent. De tijd dat kinderen hun muntgeld en bankbiljetten daarin stopten, nadert zijn einde. ‘Je moet je hele leven met geld omgaan, dus dan kun je dat maar beter vroeg ­leren,’ zegt Karin Radstaak (53) van het Nederlandse budgetinstituut ­Nibud. Hoe breng je kinderen financiële discipline bij?

Zakgeld

Als het om geld gaat, begint de opvoeding voor veel ouders met zakgeld geven. Zo’n acht op de tien kinderen krijgen zakgeld, blijkt uit Nibud-onderzoek. Maar wanneer begin je hiermee? Hoeveel geld geef je? ‘Begin ermee als ze zo’n zes jaar zijn,’ zegt Annelou van Noort (49), mede-auteur van het boek Later word ik rijk. ‘Dan leren ze lezen, schrijven en rekenen. Tot die tijd kunnen ze denken dat een muntje van 50 cent meer waard is dan 1 euro, omdat er “50” op staat.’ Volgens het Nibud beginnen veel ouders met bedragen tussen de 1,20 en 2,30 euro per week.

Stel een zakgeldcontract op waarin staat waaraan kinderen zakgeld aan uit mogen geven. En wat de straf is als ouders vergeten het zakgeld te geven.

Voor een goed begin adviseert Hilde Krens (55), manager financiële educatie bij de Volksbank (het moederbedrijf van de Nederlandse bank SNS), ouders om een ‘zakgeld­contract’ op te stellen met het kind. ‘Maak afspraken over waaraan je kind het zakgeld mag uitgeven. Aan snoep? Aan games? Moet je kind een deel sparen?’ Ook­ belangrijk, volgens Krens: wat is de straf als ouders vergeten het zakgeld te geven? ‘Je kunt bijvoorbeeld afspreken dat je kind dan wat langer mag opblijven. Dan voelt je kind zich serieus genomen.’  

‘Verdeel het zakgeld in uitgeefgeld, spaargeld en het liefst ook geld om aan goede doelen te geven,’ raadt Van Noort aan. ‘Je kunt onder meer met je kinderen afspreken dat ze van hun zakgeld ­cadeautjes voor gezinsleden kopen. Zo leren ze dat er ook verplichtingen aan geld zitten.’ 

Radstaak: ‘Financieel opvoeden is meer dan zakgeld geven. Je kunt je kind laten meedenken over waaraan jij je supermarktbudget uitgeeft.’ 

Met financiële discipline komt financiële geletterdheid. Is uw kennis beter dan die van de gemiddelde scholier? Test het met deze 5 vragen

Cash of digitaal?

Je zou verwachten dat jongeren vooroplopen in het omarmen van digitaal geld. Toch constateerde De Nederlandsche Bank – de centrale bank van Nederland – recent dat tieners bovengemiddeld vaak met contant geld betalen. Van elke 100 euro die zij uitgeven, is 30 euro in cash. ‘Het voordeel van contant geld is dat het tastbaar is,’ zegt Van Noort.

Begin bij zakgeld geven met fysiek geld, maar stap ook snel over naar digitaal geld.

Krens: ‘Begin bij zakgeld geven met fysiek geld. Wel ben ik er een enorm voorstander van om snel ook naar digitaal geld over te stappen. Vanaf een jaar of zeven zou ik het zakgeld deels digitaal geven, 
bijvoorbeeld het geld om te sparen. Leer ze pinnen en digitale spaarpotjes aanmaken. Digitaal geld heeft de toekomst, dus hoe eerder je ermee begint, hoe beter.’

Vroeger zagen kinderen onbewust dat als hun ouders met munten betaalden, het niet om grote bedragen ging. Auteur Van Noort: ‘En als ze bankbiljetten pakten, wist je dat het om grotere bedragen ging. Als er een cheque aan te pas kwam, wist je dat het echt om serieus geld ging. Nu zien kinderen vaak niet eens een pinpas meer en gaat alles met de mobiele telefoon.’

Volgens Radstaak van het Nibud is het daarom extra van belang dat je laat zien dat geld een ruilmiddel is. ‘Laat in de bankapp zien dat als je geld overmaakt naar je kind, het van jouw rekening verdwijnt en het er bij je kind op komt.’

Kijk één keer per week samen op de bankrekening van je kind.

Ook het pinnen vergt veel aandacht, zeggen de experts. Radstaak: ‘Leer je kind dat ze voorzichtig moeten omgaan met hun pincode.’ Krens van de Volksbank adviseert om als ouder de pinpas te bewaren tot het kind een jaar of twaalf is. Het baart haar zorgen dat veel ouders uit voorzichtigheid hun kind helemaal geen pinpas geven. ‘Vier op de tien kinderen hebben nog geen pinpas als ze naar de ­middelbare school gaan.’ Dat betekent ook dat ze pas om leren gaan met de gevaren van pincodes delen en criminele zaken als ‘geldezels’ (waarover later meer) als ze al op de middelbare school zitten.

Sparen

Digitaal geld mag minder tastbaar zijn, het heeft ook voordelen: je hebt veel meer inzicht in je uitgaven, en je kunt tal van spaarpotjes maken voor belangrijke uitgaven in de toekomst. ‘Zo kun je met je kind gemakkelijker een spaarplan maken,’ legt Radstaak uit. ‘Dat kan laten zien of je op schema ligt voor de aanschaf van dat nieuwe computerspel of dat het zaak is om extra geld te verdienen met bijvoorbeeld klusjes in huis.’

Zij adviseert ook om kinderen zo vroeg mogelijk een spaarrekening te geven. ‘Ook omdat het veiliger is.’ Want als een kind slordig is met pincodes of slachtoffer wordt van criminelen, kan er geld van de betaalrekening worden gehaald, maar veel moeilijker van de spaarrekening.

Krens’ collega Florien Cramwinckel (38), hoofdpsycholoog bij SNS, heeft nog een tip: zorg ervoor dat kinderen in hun bankapp hun spaarrekening verbergen. ‘Zo komen ze niet in de verleiding om meer te kopen, omdat ze niet meteen zien dat ze nog veel spaargeld hebben.’

Middelbare school

Op de middelbare school wordt de wereld van kinderen vaak een stuk groter. ‘Vaak staan kinderen op de basisschool minder bloot aan verleidingen en geven zij daardoor minder uit dan ze binnenkrijgen,’ zegt Van Noort. Zo beginnen ze met een buffer(tje) aan de middelbare school, waar een kantine is en je indruk wilt maken op nieuwe vrienden. ‘Daar worden kinderen zelfstandiger, wordt de sociale druk groter en verlies je als ouder greep.’ Alles wat je je kind voor die tijd leert over geld, is meegenomen. 

En, zo raadt Radstaak aan: ‘Kijk één keer per week samen op de bankrekening van je kind.’ Dat zorgt ervoor dat je in een vroeg stadium en laagdrempelig met je kind over geld praat, in plaats van pas op het moment dat er een probleem is. 

Laat ze in deze fase, waarin de beschikbare bedragen nog overzichtelijk zijn, ook vooral zelf nadenken waaraan ze hun geld uitgeven – bijvoorbeeld met kledinggeld – en eventueel fouten maken. Als ze eenmaal geld verdienen via een studentenjob kan een impulsaankoop opeens in de honderden euro’s lopen, in plaats van een paar tientallen euro’s.

Geldezels

De experts waarschuwen ook voor ‘geldezels’. Jonge criminelen, soms medescholieren, vragen met een smoesje of ze even de pinpas mogen lenen – met code – om geld over te boeken. Als je de pinpas terugkrijgt, staat er nog hetzelfde saldo op. Je bent niet bestolen, maar je rekening is gebruikt om geld wit te wassen. Criminelen storten er geld op en sluizen het door, in de hoop zelf buiten schot te blijven.

‘Veel jongeren zijn slachtoffer,’ zegt auteur Van Noort. Vooral in brugklassen, als jongeren hun weg zoeken op de grotere middelbare school. ‘De pakkans is 100 procent en je kunt een strafblad krijgen, zeker als je wat ouder bent.’ Extra reden om je kind al op de basisschool bij te brengen hoe ze met een pinpas moeten omgaan, vindt Krens. 

Online verleidingen

Jongeren brengen steeds meer uren online door, waar geraffineerde adverteerders en influencers proberen om jongeren allerlei spullen te laten kopen. Of om ze in spelletjes te laten betalen voor ‘extra’s’. Dat wakkert de kooplust aan. Radstaak van het Nibud: ‘Ten opzichte van een paar jaar geleden zeggen scholieren nu dat ze meer geld ter beschikking hebben, maar hebben ze vaker het gevoel dat ze geld tekort komen.’

‘Van de jongeren van dertien en veertien jaar oud, kopen er acht op de tien online,’ zegt Cramwinckel van SNS. Haar collega Krens adviseert ouders om hun kinderen een ‘nadenk-nachtje’ aan te leren. Als ze iets willen kopen, laat ze er dan eerst een nachtje over slapen. Vaak is de koop­behoefte daarna bedaard.

Lenen

Ook het lenen is digitaler geworden. ‘Van de dertien- en veertienjarigen leent 15 procent weleens,’ zegt Cramwinckel. ‘Dat is minder dan eerder, waarschijnlijk doordat jongeren online betaalverzoeken niet eens meer als lenen zien.’ Wie niet oppast, houdt dat leengedrag vast. 14 procent van de 18- tot 25-jarigen heeft een consumptief krediet, meldt het Bureau Kredietregistratie (BKR).

Oordeel niet als je kind in de financiële problemen komt.

Terwijl het bij zo’n betaalverzoek vaak nog om relatief onschuldige bedragen gaat, kan dat bij praktijken met ‘koop nu, betaal later’ veel meer in de papieren lopen. Wettelijk mogen jongeren niet de mogelijkheid krijgen om zich op deze manier in de schulden steken, maar ‘twee keer op een knop drukken en het is gedaan,’ zegt Radstaak. Recent onderzoek van Nederlandse financiële toezichthouder AFM ­bevestigt dat veel financiële partijen hun leeftijdscontroles niet op orde hebben en jongeren daardoor toch schulden kunnen maken. 

Opeens volwassen

Een ‘Assepoester-moment’, noemt Van Noort het. Om 12 uur ’s nachts als kinderen achttien jaar worden, verandert er van alles. Wettelijke ­bescherming valt per direct weg, ze kunnen geld lenen, en ouders kijken niet meer automatisch mee op hun bankrekening. Problemen liggen dan op de loer. Breng samen met je kind alle uitgaven in kaart, adviseert zij. ‘Wat zijn je studiekosten, welke abonnementen heb je? En hoeveel geld komt er binnen?’

Dat ze opeens kunnen lenen, is ook een groot risico, merkt Radstaak. ‘Achteraf betalen is populair onder jongeren van 18 tot 24 jaar. Als je gevoelig bent voor verleidingen, kan dat snel uit de hand lopen.’ 

Oordeel niet te veel als je kind in de financiële problemen komt, benadrukken de experts. Van Noort: ‘Er is een hoge ­drempel om te zeggen dat het niet goed gaat, dus wees blij dat ze het zeggen. Vraag hoe het zover ­is gekomen. En of je kind het zelf kan ­oplossen, of dat je als ouders moet meebe­talen. En wat daar dan tegenover staat. Kan je kind extra werken of meer klusjes doen?

Partner Content