Energiecontracten vergelijken is soms moeilijk: een basiscontract kan verwarring vermijden
De federale energiewaakhond CREG wil voor energie een basiscontract invoeren. Zo’n ondubbelzinnig standaardproduct moet energiecontracten vergelijken voor consumenten makkelijker maken.
De Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG) stelde deze zomer een memorandum op. Dat bevat voorstellen en adviezen in de context van de energietransitie, en werd formeel aan formateur Bart De Wever (N-VA) overhandigd. Een van de zeven hoofdthema’s heeft als titel ‘Geen energietransitie ten koste van de Belgische consument’. Daarin ligt de focus op een betere bescherming van de gebruiker.
“Energieleveranciers voegen voortdurend extra prijscomponenten en coëfficiënten toe aan hun prijsformules”, argumenteert de CREG. “Denk aan het integreren van verschillende vermenigvuldigingscoëfficiënten, het factureren van bijkomende kosten voor energiedelen en het toevoegen van een toeslag voor eigenaars van zonnepanelen.”
“Zulke bijkomende componenten maken het verband tussen de prijzen op enerzijds de groothandelsmarkt en anderzijds de detailhandelsmarkt minder sterk. Ze vertragen wellicht ook de energietransitie en de effectieve deelname van consumenten aan de markt, omdat ze alles nu eenmaal zwaarder en complexer maken.”
Energiecontracten vergelijken moet transparanter
De CREG vindt dat er bijkomende maatregelen nodig zijn. In haar memorandum vraagt ze aan de toekomstige regering om een mechanisme in te voeren voor de regulering van het commerciële aanbod voor residentiële verbruikers, kmo’s en kleine professionals. Dat moet ervoor zorgen dat de prijsformules gebaseerd zijn op transparante en objectieve gegevens. Als energiewaakhond vraagt de CREG ook de bevoegdheid om die regulering te controleren en te evalueren.
Bovendien pleit de commissie ervoor om dat systeem aan te vullen met een basiscontract energie. Zo’n standaardproduct moet de markt transparanter maken voor de eindklant. Het doel is niet alleen de vergelijkbaarheid tussen de producten en leveranciers te verbeteren, maar ook het wantrouwen en de desinteresse van de consument in de energiemarkt te verkleinen.
Basiscontract
De modaliteiten van het basiscontract moeten nog uitgewerkt worden. Toch vermeldt de CREG in haar memorandum al een aantal mogelijkheden waarmee samen met de verschillende stakeholders verder aan de slag kan worden gegaan.
“Om de naam ‘basiscontract’ te mogen dragen, zou het product aan enkele basisvoorwaarden moeten voldoen”, legt senior advisor Kurt Hernot uit. “Het contract mag enkel gelden voor energie (aardgas en/of elektriciteit), en de productnaam dient duidelijk het type (vast, variabel of dynamisch) en de looptijd van het contract te vermelden. De contractduur moet overeenkomen met de periode van de prijsgarantie.”
Een basiscontract mag bovendien geen aanvullende – doorgaans betalende – diensten omvatten, zoals onderhoud van een verwarmingsketel of een slimme thermostaat. “We weten dat een belangrijk deel van de consumenten geen vragende partij is voor zulke toeters en bellen”, klinkt het bij de CREG.
Anderzijds moet zo’n standaardproduct een volledige basisdienst garanderen, inclusief de mogelijkheid om papieren facturen te ontvangen en om telefonisch contact op te nemen met de leverancier. Voor het feit dat de klant niet gedwongen wordt tot digitale facturatie en communicatie, mag geen meerprijs aangerekend worden.
‘We weten dat een belangrijk deel van de consumenten geen vragende partij is voor toeters en bellen, zoals onderhoud van een verwarmingsketel of een slimme thermostaat’
Memorandum van de CREG
Prijzen vergelijken
De CREG stelt ook voorwaarden aan een transparante prijsaffichering van het basiscontract. “Op de tariefkaarten en de afrekeningsfacturen moet de prijs van het abonnement vermeld worden in aantal euro per jaar, alsook de prijs van zuivere energie per kilowattuur”, zegt Kurt Hernot. “Die informatie kan dan fungeren als een ondubbelzinnige prijsvergelijkingsreferentie.”
“Kortingen binnen een basiscontract mogen enkel verrekend worden in prijsvergelijkingstools wanneer het gaat om onvoorwaardelijke kortingen. Dat betekent dat ze gegarandeerd blijven, ongeacht hoelang de consument klant blijft.”
“Het probleem met kortingen is dat daar meestal voorwaarden aan gekoppeld zijn die over langere periodes gelden en ook bijkomende eisen stellen”, aldus Hernot. “Er zijn ‘welkomstkortingen’ die pas effectief worden toegekend na een volledig jaar ononderbroken levering. Bovendien worden ze toegepast op de volgende afrekeningsfactuur, dus meer dan een jaar later, op voorwaarde dat alle facturen tijdens de volledige duur van het contract altijd correct betaald werden.”
Verplichting vanaf 200.000 klanten
Het memorandum van de CREG kwam er dus naar aanleiding van de federale verkiezingen. Die zijn intussen achter de rug, maar de vorming van een regering laat op zich wachten. Kurt Hernot: “Ons voorstel voor het basiscontract geldt nog altijd. Of het effectief zal opgepikt worden, weten we niet. We hebben daarover nog geen vragen of opmerkingen gekregen van de regeringsonderhandelaars.”
Om zijn voorstel extra kracht bij te zetten, wil de energiewaakhond het basiscontract verplicht maken voor de grote energieleveranciers in ons land. “Meer bepaald voor aanbieders die ten minste 200.000 klanten in portefeuille hebben”, zegt Hernot. Ook andere providers mogen zo’n standaardproduct aanbieden, maar voor hen zou de verplichting niet gelden.” Zo’n aanbod kan hen mogelijk een concurrentieel voordeel opleveren.
Kritiek
Maar er zijn ook kritische stemmen. Onder meer over het feit dat het basiscontract papieren facturatie en telefonische ondersteuning voorschrijft. Dat zou volgens critici niet meer van deze tijd zijn. Toch lijkt die reactie ons niet terecht, omdat het basiscontract enkel als doel heeft makkelijker te vergelijken. Een eenvoudig standaardproduct met dezelfde en onvoorwaardelijke kenmerken is daar nu eenmaal voor nodig. “Bovendien ben je als consument nog altijd vrij om te kiezen voor elektronische facturatie en online ondersteuning”, merkt de CREG op.
Wikipower, een platform voor groepsaankopen, beweert ook dat het verplichte basiscontract voor grote leveranciers de algemene energieprijzen zal opdrijven. Want wanneer zij papieren facturatie en telefonische support moeten blijven aanbieden, dan zou dat de werkingskosten verhogen.
Het vergelijkingsplatform Mijnenergie.be is van mening dat een basiscontract niet per se de laagste prijs garandeert. In een blog wordt gesteld dat er vandaag al energieleveranciers zijn die zo’n basiscontract aanbieden, maar dat de duurste daarvoor wel ongeveer 300 euro méér vraagt dan de goedkoopste. “Met zo’n contract scoor je dus niet automatisch de beste deal”, lezen we.
Dat klopt wel, maar deze vaststelling is voor het doel van de CREG minder relevant. “Een basiscontract is niet per definitie het contract met de laagste prijs op de markt”, bevestigt Kurt Hernot. “Het doel is correct te kunnen vergelijken. Maar aangezien het om zuivere levering van energie gaat zonder bijkomende services of opties, mag je er toch van uitgaan dat basiscontracten bij de goedkopere producten op de energiemarkt behoren.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier