Jozef Vangelder

‘China is veroordeeld tot groei’

Jozef Vangelder redacteur Trends

China heeft de groei broodnodig. Groei moet de kater van het vorige economische model helpen te verwerken. Dat zegt Trends-redacteur Jozef Vangelder.

De Chinese leiders zullen zich even hebben verslikt toen ze het cijfer lazen: in maart kromp de Chinese export met maar liefst 14,6 procent tegenover een jaar eerder, terwijl een groei van 8,2 procent was verwacht. Volgens economen is de krimp onder meer een gevolg van de koppeling van de yuan aan de duurder wordende dollar. China heeft jarenlang garen kunnen spinnen bij die artificiële muntkoppeling, maar het maakt kennis met de keerzijde van de medaille.

De krimp van de export geeft te denken voor woensdag, wanneer China de geschatte economische groei in het eerste kwartaal bekendmaakt. Vorig jaar was de groei al teruggevallen tot 7,4 procent, het laagste niveau in zowat twintig jaar. Voor dit jaar mikt de Chinese overheid nog lager, op 7 procent. Maar volgens analisten is ook dat cijfer een overschatting: voortgaand op indicatoren als het elektriciteitsverbruik en het goedervervoer per spoor zou de echte Chinese groei uitkomen op 4 procent.

De Chinese leiders noemen de lagere groei vergoelijkend het ‘nieuwe normaal.’ De wereld moet wennen aan het idee dat China niet langer de groeimachine van weleer is. Het land wil zijn economie meer op westerse leest schoeien, met een groter aandeel van consumptie in het bbp, wat het nodige omschakelingswerk zal vergen.

In werkelijkheid heeft China de groei broodnodig. Het moet zorgen voor banen voor de massa’s die emigreren van het platteland naar de steden. Groei moet vooral de kater van het vorige economische model helpen te verwerken. Daarin werd de vraag aangedreven door investeringen, die werden gefinancierd door artificieel goedkoop krediet. Dat leidde tot grote industriële overcapaciteit. Om die overcapaciteit zonder al te veel pijn en sociale onrust af te bouwen, moet China zijn groei op peil houden.

‘China is veroordeeld tot groei’

De erfenis is zwaar. Tussen 1978 en 2012 steeg het aandeel van de investeringen in het bruto binnenlands product (bbp) van 30 tot 48 procent. Als China wil dat de consumptie de leiding van de investeringen overneemt, zal dat tijd vergen. De groeivoet van de investeringen zal nog vele jaren moeten dalen eer de consumptie sterk genoeg is als motor van de vraag. Die overgang gaat onvermijdelijk gepaard met lagere groei, net waar de Chinese leiders zo beducht voor zijn.

De overcapaciteit is niet het enige probleem. Het vorige economische model heeft de Chinese economie ook met een schuldenberg opgezadeld. Schattingen van consultant McKinsey spreken over een totale schuldgraad van 282 procent van het bbp vorig jaar. Vooral de snelheid van de schuldopbouw spreekt tot de verbeelding: een verviervoudiging in zeven jaar tijd. Om schulden af te betalen is er groei nodig. Zonder groei loopt schuldafbouw uit op vraaguitval en recessie.

In een poging de groei op te krikken, zal de Chinese centrale bank waarschijnlijk de beleidsrente verlagen, wat ze sinds november al twee keer gedaan heeft. Allicht zal ze ook de reserveverplichtingen van de banken versoepelen. De Chinese beurzen verkneukelden zich alvast bij het vooruitzicht op monetaire versoepeling: de Shanghai Composite Index sloot maandag 2,17 procent hoger af, de Hang Seng in Hongkong ging 2,73 procent hoger.

Maar zulke vreugdedansjes zijn als snel uitdovende strovuurtjes. De weg naar het nieuwe normaal is nog lang en ligt vol struikelstenen. Een economisch model vervang je niet als een oude jas.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content