Centrale banken laten idee van digitaal geld varen

© Getty Images

Digitale munten uitgegeven door centrale banken creëren meer problemen dan ze oplossen.

Nieuwe technologie heeft al vaak de aard van geld veranderd. De Lydiërs vonden in de zevende eeuw voor Christus ­munten uit. Krediet- en betaalkaarten zorgden voor een verschuiving weg van papiergeld en cheques. In de jaren 2010 namen betalingen via de smartphone een hoge vlucht. En nu de wereld stilaan cashloos wordt, denken centrale bankiers na over de volgende evolutie van geld. Sommigen zijn enthousiast over CBDC’s (Central Bank Digital Currencies). Het meeste geld is al digitaal, dus wat maakt een CBDB dan anders? Een CBDC wordt uitgegeven door de centrale bank van een land. Ze houden dus minder risico in.

In 2016 waren centrale banken nauwelijks bezig met digitale munten. Dat veranderde om twee redenen. De eerste was de aankondiging van Facebook in 2019 dat het een wereldwijde digitale ­valuta zou uitbrengen: de libra. ­Samen met de opkomst van cryptomunten als de bitcoin leidde dat onder de centrale bankiers tot de angst dat het op banken gebaseerde financiële systeem aan slagkracht zou inboeten.

De tweede reden was dat veel ­landen gecharmeerd raakten door het idee van direct verrekende, grensoverschrijdende CBDC-­betalingen, om de kosten te verlagen en zelfs de dollar te omzeilen. De ­interesse in het ontwikkelen van nieuwe, grensoverschrijdende ­betaalmethoden groeide nadat het Westen sancties had opgelegd aan Rusland wegens zijn invasie in ­Oekraïne. De denktank Atlantic Council zegt nu dat 130 landen, die meer dan 98 procent van het wereldwijde bbp vertegenwoor­digen, een CBDC onderzoeken.

Sceptisch

Recentelijk is echter onenigheid ontstaan. “Welk probleem zou een CBDC eigenlijk oplossen?” vroeg Neel Kashkari, de voorzitter van de Minneapolis Federal Reserve, in mei. De libra werd geschrapt door tegenwerking van regelgevende ­instanties, en cryptomunten ­hebben nog geen brede ingang ­gevonden. Grensoverschrijdende CBDC-projecten hebben moeite om bronnen van liquiditeit te ­vinden buiten de traditionele ­kapitaalmarkten en bevinden zich nog altijd in de proeffase.

Na hun huiswerk te hebben gedaan, hebben de centrale bankiers van Zweden en Denemarken tot Japan zich sceptisch getoond. De Riksbank van Zweden bracht in maart een 900 pagina’s tellend rapport uit, waarin ze stelde dat de argumenten voor een CBDC zwak waren, verwijzend naar het al geavanceerde betalingssysteem van het land. Een econoom bij een ­grote centrale bank merkt op dat digitale betalingssystemen al de meeste voordelen van een CBDC bieden.

CBDC’s werpen ook nieuwe ­vragen op. Als ze veiliger zijn dan deposito’s bij commerciële banken, dan zouden klanten in tijden van stress massaal naar CBDC’s kunnen overstappen, wat de financiële instabiliteit kan vergroten. Daarom hebben grote CBDC’s een limiet gesteld aan hun tegoeden en bieden ze geen rente, waardoor ze marginaal blijven.

De technologische innovatie zal doorgaan, en een nieuw en verbeterd type CBDC kan nog belangrijk worden. Maar dat zal waarschijnlijk niet voor 2024 zijn.

Arjun Ramani De auteur is correspondent business en economie voor The Economist

Partner Content