Blijft belasting op tweede verblijf overeind?
De komende maanden ontmoeten verschillende belastingplichtigen de kustgemeenten waar hun tweede verblijf staat in de rechtbank. Vooral in De Panne, Knokke-Heist en Koksijde zou de belasting op die tweede verblijven niet fair zijn. “Het is niet eerlijk dat tweedeverblijvers moeten betalen voor diensten waar de inwoners van die gemeenten niet voor meebetalen”, klinkt het bij de advocaten.
“We waren de laatste der Mohikanen”, zei Piet De Groote (GBL), de burgemeester van Knokke-Heist, enkele weken geleden in Het Nieuwsblad, nadat de kustgemeente had beslist in 2024 een toeristenbelasting in te voeren. “Mensen met een tweede verblijf betalen hier jaarlijks bijna 800 euro belasting, maar wanneer je een maand op hotel gaat in Knokke-Heist, hoefde je geen belasting te betalen. Eigenlijk was dat niet eerlijk.”
Dubbel belasten mag niet. Of toch wel?
Knokke-Heist probeert zo de wind uit de zeilen te halen van de eigenaars van een tweede verblijf die de ongelijke behandeling van particuliere en professionele verhuurders als argumentatie aanvoerden voor een betwisting van de belasting op tweede verblijven.
Wie zijn tweede verblijf in Knokke-Heist verhuurt als vakantiewoning, moet vanaf volgend jaar enkel nog de toeristenbelasting betalen. “Want dubbel belasten, dat mag niet”, vervolgt De Groote. Dat is het beginsel van non bis in idem of ‘niet twee keer voor hetzelfde’, dat zowel voor belastingen als voor boetes geldt.
Dezelfde overheid mag geen dubbele belasting heffen op dezelfde materie of grondslag, maar twee verschillende overheden mogen dat blijkbaar wel. Zowel de provincie West-Vlaanderen als alle kustgemeenten heffen een belasting op tweede verblijven. De provincie heeft het forfaitaire tarief voor 2023 op 132 euro gezet.
De belasting op tweede verblijven van de provincie is maar klein bier ten opzichte van de belastingen die de gemeenten heffen en de kans is zo goed als onbestaande dat u tegen de provincie uw slag thuishaalt voor de rechtbank. Sommige gemeenten heffen naast de belasting op tweede verblijven ook nog andere belastingen die toeristen of toeristische verblijfplaatsen viseren, zoals een milieuheffing.
Ook op onze inkomsten worden we overigens twee keer belast. De federale overheid roomt via de personenbelasting een deel van onze inkomsten af en via de aanvullende personenbelasting doen de gemeenten dat nog eens dunnetjes over. De aanvullende personenbelasting van de gemeenten wordt uitgedrukt als een percentage van de inkomstenbelasting die de federale overheid int. Het gemiddelde tarief bedraagt 7,18 procent.
Waarom is belasting op tweede verblijven unfair?
Voor de gemeenten die hun wagonnetje hangen aan de trein van de federale inkomstenbelasting, zijn er heel wat voordelen. Zo wordt de belasting breed gedragen, door alle inwoners, en geïnd door de federale overheid. De gemeenten moeten slechts een kleine deel van de aanvullende personenbelasting afstaan aan de federale overheid voor die inning. Er zijn ook sociale correcties ingebouwd in de inkomstenbelasting, die ervoor zouden moeten zorgen dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. De belasting op tweede verblijven is meestal een forfait. Of u nu een modern penthouse van enkele miljoenen euro’s bezit of een klein, afgeleefd appartement: iedereen betaalt dan een vast bedrag.
Samen met de opcentiemen op de onroerende voorheffing is de aanvullende personenbelasting gemiddeld goed voor 40 procent van de inkomsten van de gemeenten. Op drie gemeenten na – De Panne, Knokke-Heist en Koksijde – heffen alle Vlaamse gemeenten een aanvullende personenbelasting. Die drie gemeenten liggen niet toevallig allemaal aan de kust.
Het ontbreken van een aanvullende personenbelasting is misschien wel hét belangrijkste argument, dat belastingplichtigen gebruiken om de belasting op tweede verblijven te betwisten. De gemeente Middelkerke was een tijdlang van plan de aanvullende personenbelasting tegen 2024 in verschillende fases naar nul te brengen. Tegelijkertijd verhoogde de gemeente de belasting op tweede verblijven in 2020 van 600 naar 800 euro (en 700 euro voor studio’s van minder dan 40 vierkante meter). Dat was een duidelijke verschuiving van de belastingdruk van de inwoners naar de niet-inwoners. Eind 2021 besliste Middelkerke dan toch maar de aanvullende belasting te bevriezen op 3 procent, in plaats van ze verder te verlagen tot 0 procent.
Kunt u zich verzetten? Ja.
“Wij treden op tegen drie kustgemeentes: De Panne, Koksijde en Knokke-Heist. Het is niet eerlijk dat tweedeverblijvers moeten betalen voor diensten waar de inwoners van die gemeenten niet voor meebetalen”, klinkt het bij advocaten Frank Vandevoorde en Cédric Marcus van het advocatenkantoor Meritius. Volgens hen is hier sprake van een schending van het gelijkheidsbeginsel.
Dat argument kende in het verleden al succes. Voor de gemeenten mét een aanvullende personenbelasting maar een laag tarief zouden belastingplichtigen in theorie hetzelfde argument kunnen gebruiken, maar dat valt toch net iets moeilijker hard te maken.
Er zijn veroordelingen van de gemeente Koksijde en de gemeente De Panne door het hof van beroep in Gent wegens discriminatie in de oude belastingreglementen. Het arrest tegen Koksijde hield stand voor het Hof van Cassatie en het tweede werd niet aangevochten door De Panne. Er zijn dus op zijn minst enkele rechters die vinden dat het argument van de discriminatie hout snijdt.
Alleen hebben de gemeenten nieuwe belastingreglementen goedgekeurd voor de periode 2020-2025 met een nieuwe argumentatie en motivering van de belasting op tweede verblijven. “Ongelijke situaties mogen ongelijk behandeld worden”, legt Frank Vandevoorde uit. “Als de gemeenten een redelijke en werkelijke verantwoording kunnen geven van die ongelijke behandeling, dan mogen ze mensen ongelijk belasten en dus hebben de gemeenten geprobeerd om een verantwoording te vinden.” In Koksijde werd in 2020 ook een algemene gemeentebelasting ingevoerd, van 177 euro voor een gezin en 157 euro voor een alleenstaande, en een milieubelasting afgevoerd.
Een ander argument is het vaste bedrag voor alle tweedeverblijvers. “Iedereen moet hetzelfde forfait betalen. Er wordt niet altijd een onderscheid gemaakt tussen kinderen die een aftands appartement erfden van hun ouders of iemand die een grote villa met een zwembad heeft gekocht”, merkt Frank Vandevoorde op. En zo zijn er nog wel wat argumenten te verzinnen die de belasting unfair maken.
Hoe kunt u zich verzetten? Twee stappen
Stap 1 : Binnen de drie maanden bezwaar aanteken bij de gemeente
De nieuwe belastingreglementen kunnen nu pas voor de rechtbank worden aangevochten, want de eigenaars moesten eerst bezwaar aantekenen tegen de belasting bij het college van burgemeester en schepenen van de betrokken gemeente. Dat bezwaar moet binnen de drie maanden na de ontvangst van het aanslagbiljet aangetekend worden. Als het college het bezwaar afwijst, heeft de belastingplichtige vervolgens drie maanden om beroep aan te tekenen bij de rechtbank.
Op de website van Test-Aankoop kunnen mensen een modelbrief vinden om bezwaar aan te tekenen. “De aanslagbiljetten worden doorgaans in april en mei verstuurd”, weet Cédric Marcus. Voor mensen met een tweede verblijf die nog niets hebben ondernomen, maar de belasting unfair vinden, is het dus zaak in de zomer in actie te schieten.
Stap 2: Binnen de drie maanden na beslissing gemeente een advocaat inhuren
Frank Vandevoorde en Cédric Marcus mogen later deze maand voor het eerst een dossier pleiten voor de rechtbank van eerste aanleg in Brugge van een eigenaar van een tweede verblijf die de belasting betwist. In maart komt er ook een dossier voor het hof van beroep in Gent van een belastingplichtige die zonder advocaat naar de rechtbank in Brugge was gestapt, maar daar zijn slag niet heeft thuisgehaald. De rechters hebben in beide gevallen een maand de tijd om hun oordeel te vellen. “De uiteindelijke beslissing valt in Gent”, zegt Frank Vandevoorde.
De advocaten schatten hun kansen in Brugge niet zo heel hoog in. “Er zijn al enkele vonnissen in zaken over de nieuwe belastingreglementen in het voordeel van de gemeenten. De fiscale kamer van de rechtbank in Brugge lijkt niet snel geneigd de belastingplichtigen in het gelijk te stellen. Meestal halen de gemeenten daar hun slag thuis. Maar elk dossier wordt apart gepleit en in principe kan de rechter in elk dossier anders oordelen”, stelt Frank Vandevoorde.
Cédric Marcus voegt eraan toe dat het andere advocaten waren die voor de rechtbank hebben gepleit, met andere argumenten. “Maar er is in Brugge wel een bepaalde lijn in de rechtspraak. We zullen uiteraard proberen de belangen van onze cliënten te verdedigen. Een rechter moet objectief oordelen, maar elke rechter oordeelt ook vanuit een bepaalde visie. Dat is de menselijke aard.”
“De meeste mensen komen bij ons terecht via Test-Aankoop”, legt Cédric Marcus uit. Volgens Test-Aankoop proberen zo’n 500 mensen hun betaalde belastingen op tweede verblijven terug te krijgen via de consumentenorganisatie. “Nog niemand heeft die belasting effectief teruggekregen”, geeft woordvoerder Laura Clays toe. Test-Aankoop heeft een aantal proefdossiers ingesteld voor de rechtbank. “Wat daar de uitspraak van zal zijn, is een beetje koffiedik kijken. We hebben al uitspraken in het voordeel van de consumenten gehad, en ook in hun nadeel.”
Wie kan belasting terugclaimen?
Er kunnen nog steeds mensen aankloppen bij Frank Vandevoorde en Cédric Marcus, maar ze moeten dus tijdig de belasting betwist hebben en tijdig een beroep voor de rechtbank hebben ingesteld. “De mensen kunnen aansluiten, zolang ze die termijnen hebben gerespecteerd”, zegt Frank Vandevoorde. Hoeveel al die procedures zullen kosten? “Het is moeilijk daar een cijfer op te kleven. We maken een forfait. Het verzoekschrift neerleggen bij de rechtbank is in principe gratis, maar je moet wel minstens 24 euro betalen, de verplichte bijdrage voor het fonds voor juridische tweedelijnsbijstand om een procedure voor de rechtbank te mogen voeren.”
Elke belastingplichtige moet zijn eigen procedure voeren. “Volgens het Belgisch recht zijn vonnissen niet bindend. Alle zaken staan op verschillende zittingen en zijn nog hangende. Elke zaak wordt in principe afzonderlijk behandeld en in elke zaak kan de rechter een ander vonnis vellen”, waarschuwt Frank Vandevoorde.
“In de praktijk is het natuurlijk zo dat een uitspraak van het hof van beroep ervoor zorgt dat de lagere rechtbanken sneller geneigd zijn die beroepsbeslissing te volgen. Als het hof van beroep in het voordeel van de belastingplichtigen oordeelt, dan is dat een belangrijk signaal”, vindt Cédric Marcus.
Een wijdverspreide belasting
Het zal u misschien verbazen, maar volgens de Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten (VVSG) heffen maar liefst 267 gemeenten in Vlaanderen een belasting op tweede verblijven. Dat zijn lang niet allemaal toeristische trekpleisters. Waarom Tongeren, met het Gallo-Romeins Museum, bijvoorbeeld geen belasting op tweede verblijven heeft en de gemeente Kapelle-op-den-Bos wel, is ons een raadsel. Waarmee we de toeristische bezienswaardigheden van Kapelle-op-den-Bos geenszins willen beledigen. Maar het maakt natuurlijk wel een verschil of er zo’n belasting is voor al wie een studio, een appartement of een woning zou willen kopen in een bepaalde gemeente.
Er zijn zelfs twaalf gemeenten die in 2023 meer dan 1 miljoen euro aan inkomsten hopen te halen uit een belasting op tweede verblijven (zie tabel Opbrengsten uit belasting op tweede verblijven). Behalve de kustgemeenten gaat het om de grote studentensteden Leuven en Gent.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier