Nyrstar kreunt onder schuldenberg
De situatie bij Nyrstar blijft fragiel. De latere opstart van Port Pirie en vooral de hoge schuldenpositie baren zorgen. Maar de hogere zinkprijs biedt ademruimte aan de mijnbouwafdeling.
Het aandeel van het Belgische mijn- en multimetalenbedrijf Nyrstar verloor 40 procent sinds de onverwachte aankondiging begin februari dat de opstart van het Australische Port Pirie als hoogtechnologische multimetalenverwerkende eenheid met zes maanden wordt uitgesteld tot september. De eerste belangrijke ingreep van de nieuwe topman Hilmar Rode kwam uiterst ongelegen, want hoewel de extra tijd wordt gebruikt voor procesverbeteringen, zijn er helaas 70 miljoen euro extra kosten aan verbonden. De extra kasstroom (ebitda) volgt bovendien later: er is geen bijdrage in 2017, terwijl 20 miljoen euro werd verwacht. Er is een bijdrage 40 miljoen in 2018, tegenover de verwachte 80 miljoen euro, maar wel oplopend naar 100 miljoen in 2019 en 130 miljoen vanaf 2020 (beide 80 miljoen voorheen).
Hoewel de opbrengsten op lange termijn groter worden, wegen op kortere termijn de meerkosten en het later en trager op gang komen van de inkomsten zwaarder door de zware schuldenlast. De tradingupdate over het eerste kwartaal drukte de beleggers nog eens met de neus op de feiten. De nettoschuld steeg in het eerste kwartaal met 121 miljoen euro tot 986 miljoen. Inclusief zinkleveringsovereenkomsten en eeuwigdurende obligaties, uitgegeven voor de herontwikkeling van Port Pirie (gezamenlijk 286 miljoen, tegenover 302 miljoen euro eind 2016), liep de nettoschuld op tot 1,27 miljard euro (+105 miljoen euro), of een zeer hoge 4,3 keer de verwachte ebitda 2017. De stijging is een gevolg van de hogere grondstoffenprijzen die het werkkapitaal deden toenemen.
In het eerste kwartaal steeg de recurrente ebitda (zonder eenmalige elementen) met 14 miljoen tot 55 miljoen euro (+34%). De rebitda werd voor 86 miljoen euro ondersteund door de forse stijging van de gemiddelde zinkprijs (van 1679 dollar naar 2780 dollar per ton, +66%), maar de daling van de verwerkingslonen met 11 procent tot 172 dollar per ton drukten de rebitda met 36 miljoen euro. De kortingen op de gemiddelde verwerkingslonen blijven met 40 à 50 dollar per ton historisch hoog (10 à 30 dollar voorheen), als gevolg van het tekort aan zinkconcentraat. De rebitda steeg in de smeltafdeling met 24 procent tot 63 miljoen euro, terwijl de mijnbouwafdeling een negatieve rebitda van 3 miljoen euro omboog in 3 miljoen euro.
De hogere zinkprijs ondersteunt de mijnbouwafdeling. Nyrstar herstart in het tweede kwartaal de productie in Middle Tennessee in de Verenigde Staten, en ook de heropstart van Myra Falls in Canada is voorwaardelijk goedgekeurd. Nyrstar wil daarmee de marktwaarde van de Noord-Amerikaanse mijnen verhogen, met het oog op een verkoop. Toch wees topman Rode erop dat de mijnen alleen bij aanvaardbare biedingen worden verkocht. De volledige verkoop van mijnbouwafdeling is dus niet langer zeker. Nyrstar kondigde in april wel de verkoop van Campo Morado in Mexico aan voor 20 miljoen dollar. Rode en de nieuwe operationeel directeur Rittner onderstreepten hun vertrouwen met een gezamenlijke investering in Nyrstar-aandelen voor 1,7 miljoen euro.
Conclusie
De situatie bij Nyrstar blijft fragiel. De latere opstart van Port Pirie en vooral de hoge schuldenpositie baren zorgen. Daartegenover staat dat de hogere zinkprijs ademruimte biedt aan de mijnbouwafdeling, hoewel Nyrstar daarvan tot nu nauwelijks profiteerde. Het potentieel op middellange termijn blijft aanwezig, maar vooralsnog blijven de risico’s hoog.
Advies: houden/afwachten
Risico: hoog
Rating: 2C
Munt: euro
Markt: Euronext Brussel
Beurskapitalisatie: 500 miljoen euro
K/w 2016: –
Verwachte k/w 2017: 69
Koersverschil 12 maanden: -25%
Koersverschil sinds jaarbegin: -31%
Dividendrendement: –
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier