Lezersvraag: Is Fred Olsen Energy gered?
Blijkbaar is er een doorbraak voor de herfinanciering van het Noorse oliedienstenbedrijf Fred Olsen Energy. Wijzigt dit jullie verkoopadvies?
De Noorse verhuurder van offshoreolieboorinstallaties Fred Olsen Energy zoekt al maanden koortsachtig naar een oplossing voor zijn nijpende financiële situatie. Eind september bedroeg de nettoschuld 592 miljoen dollar en de kaspositie kwam uit op 153,8 miljoen. Dat is voldoende voor nog een jaar, schuldaflossingen niet meegerekend. Eind 2016 werden de convenanten van de bankfaciliteit gewijzigd tot juni 2018. Aangezien er tegen dat tijdstip geen overeenkomst was voor een algemene schuldherschikking, staakte Fred Olsen sinds begin juli alle schuldaflossingen. Op 6 november gaven de Noren meer details over de contouren van de herfinanciering, hoewel er nog geen volledig akkoord is.
Het is wel al duidelijk dat er, zoals verwacht, voor de bestaande aandeelhouders nauwelijks enige restwaarde zal overblijven, namelijk 1 procent of 1,5 miljoen dollar in het nieuwe kapitaal, dat naar verwachting ongeveer 150 miljoen zal bedragen. Tegen de huidige koers (1,25 Noorse kroon) bedraagt de beurskapitalisatie nog 9,8 miljoen dollar. Op het hoogtepunt was dat 2,5 miljard dollar.
Om het plan te doen slagen, moet het kroonjuweel van de groep, de Bolette Dolfin, worden verkocht. Dat zal naar schatting een kleine 300 miljoen dollar opbrengen. Dat geld zal integraal terugvloeien naar de gewaarborgde schuld, een bankfaciliteit met eind september een openstaand saldo van 621 miljoen dollar. Daarvan wordt 580 miljoen dollar terugbetaald. De houders van de niet gewaarborgde retailobligatie van 125 miljoen dollar met vervaldatum 2019 verwerven voor 15 miljoen nieuw uitgegeven aandelen (10% van het totaal).
Daarnaast komt er een kapitaalverhoging van 130 à 140 miljoen dollar en een lening van 90 miljoen. Als de doorstart lukt, houdt Fred Olsen nog vier van de tien boorinstallaties over die het bezat bij aanvang van de crisis in 2014. De gezamenlijke waarde van die installaties, die allemaal werkloos zijn, wordt op 100 à 150 miljoen gewaardeerd. Bovendien dateren ze van voor 1980, hoewel ze in het verleden allemaal een grondige upgrade hebben ondergaan. Daarnaast beschikt de groep nog over een verlieslatende scheepswerf, Harland &Wolff.
We gaan ervan uit dat de Noorse hoofdaandeelhouder Bonheur (51,9%) deelneemt aan de herkapitalisatie. De uitermate pijnlijke afloop loopt gelijk met het wedervaren van de sectorgenoten Seadrill en in mindere mate Polarcus. De marktomstandigheden zijn weliswaar verbeterd, maar vertalen zich onvoldoende in hogere tarieven. De stevige knik in de olieprijzen zaait nieuwe twijfel over het herstel. Het advies blijft verkopen (rating 3C). De afloop bewijst de kwetsbaarheid van met schulden overladen bedrijven in een lang uitgesponnen crisis. De situatie is niet volledig gelijk, maar ook de aandeel- en de obligatiehouders van Nyrstar moeten voorbereid zijn op een pijnlijk herfinancieringsscenario.
Lezersvragen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier