AB InBev weet kosteninflatie door te rekenen
Drie op een rij. Michel Doukeris, de opvolger van Carlos Brito bij AB InBev, heeft zijn start niet gemist. Hij kan nu al drie kwartalen op rij met beter dan verwachte cijfers uitpakken
Het aandeel van AB InBev is in rustiger vaarwater terechtgekomen en presteert sinds kort beter dan de indexen. Vooral de volume- en omzetgroei komen al drie kwartalen boven de analistenconsensus uit. Doukeris is bijna even ervaren als Brito, met een kwarteeuw op de teller bij ‘s werelds grootste bierbrouwer. Het is begrijpelijk dat na Brito voor continuïteit werd gekozen bij AB InBev, gezien de covid-19-pandemie en de nog altijd stevige schuldenlast na de overname van SAB Miller een lustrum geleden.
In het eerste kwartaal boekte AB InBev een organische volumegroei (zonder rekening te houden met overnames en desinvesteringen) van 2,8 procent (+2,2% voor de eigen bieren, van 135,55 naar 139,34 miljoen hectoliter), terwijl de gemiddelde analistenverwachting uitging van een volumestijging met 0,4 procent (135,93 miljoen hectoliter). Dat betekent dat de grootste bierproducent ter wereld 2,4 procent boven de schattingen is uitgekomen. De volumetoename gaf ook aanleiding tot een hogere omzet, maar dat zijn we intussen gewend bij de bierreus. De bierprijzen werden gevoelig opgetrokken om de kosteninflatie te compenseren. In het eerste kwartaal steeg de omzet met 7,7 procent (van 12,29 naar 13,23 miljard dollar), of 0,5 procent beter dan de analistenconsensus (13,16 miljard dollar). De organische omzetgroei was wel dubbelcijferig (+11,1%).
De vaststelling blijft ook voor het eerste kwartaal overeind dat AB InBev marge prijsgeeft om die omzetgroei te halen. De bedrijfskasstroom (ebitda) klimt minder sterk dan de omzet. Daarop zijn de eerste drie maanden van 2022 geen uitzondering, met een toename met 5,1 procent tot 4,486 miljard dollar, tegenover 4,267 miljard dollar in het eerste kwartaal van 2021. De organische groei bedroeg wel 7,4 procent en de biergigant presteerde net zoals in het vorige kwartaal 1,6 procent boven de gemiddelde analistenschatting van een genormaliseerde ebitda van 4,415 miljard dollar. Het betekent wel dat de genormaliseerde ebitda-marge (ebitda tegenover omzet) is gezakt van 34,7 procent in het eerste kwartaal van 2021 tot 33,9 procent in het eerste kwartaal van dit jaar. Daardoor zit AB InBev ook lager dan de 35,4 procent van het boekjaar 2021. Het blijft in de sector wel een bijzonder hoge marge.
De onderliggende winst per aandeel kwam in het eerste kwartaal uit op 0,60 dollar per aandeel, tegenover 0,55 dollar per aandeel in de eerste drie maanden van 2021. De genormaliseerde winst per aandeel bereikte 0,67 dollar per aandeel in het eerste kwartaal, tegenover 0,51 dollar in dezelfde periode van 2021. Dat is ook 6,4 procent beter dan de gemiddelde analistenverwachting van 0,63 dollar per aandeel. AB InBev bevestigt dat het dit boekjaar op lange termijn uitgaat van een ebitda-stijging tussen 4 en 8 procent, waarbij de omzet sterker stijgt dan de bedrijfskasstroom.
Conclusie
Tegen 1,5 keer de verwachte boekwaarde en minder dan 11 keer de verhouding tussen de ondernemingswaarde (ev) en de bedrijfskasstroom (ebitda) voor 2022 is de waardering heel aanvaardbaar. We mikken op een koersherstel de komende 12 tot 24 maanden en houden onze positie in de voorbeeldportefeuille dan ook stevig vast (koopwaardig, rating 1B).
Advies: koopwaardig
Risico: gemiddeld
Rating: 1B
Koers: 53,48 euro
Ticker: ABI BB
ISIN-code: BE0974293251
Markt: Euronext Brussel
Beurskapitalisatie: 92,9 miljard euro
K/w 2021: 23
Verwachte k/w 2022: 17
Koersverschil 12 maanden: -13%
Koersverschil sinds jaarbegin: -4%
Dividendrendement: 0,9%
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier