Investeren in zonnepanelen: een handleiding

© .
Ilse De Witte
Ilse De Witte Redacteur bij Trends

Naar aanleiding van het nieuwe jaar selecteerde MoneyTalk de artikels die in 2018 het meest in de smaak vielen bij de lezers. Wie wil investeren in zonnepannelen, leest in dit artikel uit augustus waar hij rekening mee moet houden.

In juli werd in ons land meer zonne-energie opgewekt dan ooit tevoren in een maand. Worden zonnepanelen rendabeler door de klimaatopwarming? En brengen ze meer op dan aandelen?

De Belgische beleidsmakers rekenen erop dat zo veel mogelijk mensen zonnepanelen op hun dak leggen. Die particuliere investeringen zijn nodig om de klimaatdoelstellingen te halen. “België is voor 90 procent een particuliere markt”, weet Steven De Proost, de CEO van 7C Solarparken, dat vooral in Duitsland zonneparken uitbaat. “In Duitsland produceren particulieren slechts 30 procent van de zonne-energie.”

Investeren in zonnepanelen: een handleiding

Toch heeft de overheid de steun voor zonnepanelen stevig teruggeschroefd. Er kunnen nog heel wat zonnepanelen bij in ons land. In Duitsland wordt 13 keer meer zonne-energie geproduceerd dan in België. “In België liggen voor ongeveer 3300 megawatt zonnepanelen, in Duitsland voor 43.000”, merkt De Proost op. “Het aantal zonnepanelen per huishouden ligt in België lager dan in de rest van Europa.” We zochten uit hoeveel particulieren kunnen verdienen op een investering in zonnepanelen en hoe ze hun rendement kunnen optimaliseren.

1. Brengen zonne- panelen meer op dan aandelen?

Bijna één op de drie beleggers die in juli door de Beleggersbarometer van ING werden gepolst, antwoordde ja op de vraag of zonnepanelen meer opbrengen dan aandelen. Dat gaat nog een stap verder dan de bewering dat zonnepanelen vijf keer meer opbrengen dan een spaarboekje, waarmee Vlaams minister van Energie Bart Tommelein (Open Vld) promotie voert. De vergelijking is niet echt eerlijk, want voor zonnepanelen moet u meteen enkele duizenden euro’s investeren, eventueel met behulp van een energielening met een rente van 0 tot 2 procent. Op een spaarboekje kunt u kleine bedragen storten en u kunt die er ook weer afhalen als u ze nodig hebt. Ook aandelen kunt u altijd opnieuw verkopen op de markt, al gaan daar kosten mee gepaard. Zodra u zonnepanelen hebt laten plaatsen, kunt u die niet meer van uw dak schroeven en verkopen.

Volgens de berekeningen van Eneco, een producent en leverancier van hernieuwbare elektriciteit, kunt u een investering in zonnepanelen in acht à negen jaar terugverdienen door de besparing op uw elektriciteitsfactuur. Wat u na die acht jaar bespaart, vooraleer er grote kosten zijn aan de installatie, bepaalt uw rendement. Eneco houdt wel rekening met een gemiddelde elektriciteitsprijs van 0,26 euro per kilowattuur. Als de elektriciteitsprijzen sterk stijgen, is uw investering sneller terugverdiend.

Voor een photovoltaïsche of pv-installatie om het verbruik van 3800 kilowattuur van een gemiddeld gezin te dekken, hebt u zestien panelen nodig. Het heeft weinig zin meer energie op te wekken dan u verbruikt, want een particulier krijgt geen vergoeding voor het overschot aan energie. Het rendement komt van de terugdraaiende teller. Hoe meer energie u op het net plaatst, hoe meer de teller terugdraait en hoe lager uw elektriciteitsrekening uitvalt.

90 procent van de Belgische zonne-energie wordt geproduceerd door particulieren

Zestien panelen komen neer op een investering van ongeveer 5500 euro, inclusief een verlaagd btw-tarief van 6 procent. Voor jonge woningen komt er 21 procent btw bij, wat het totaal op bijna 6300 euro brengt. Dit voorbeeld is berekend op de blauwe standaardpanelen met een vermogen van 275 wattpiek. Als uw dak net een maatje te klein is, kunt u ook kiezen voor duurdere zwarte panelen (295 wattpiek) of voor zwarte hoogrendementspanelen (325 wattpiek). Dan heeft u voldoende aan respectievelijk vijftien of veertien panelen om dezelfde energie op te wekken.

Is uw dak te klein, dan is het volgens Eneco nog altijd zinvol zonnepanelen te leggen, als u daarmee ongeveer de helft van uw eigen verbruik kunt dekken. “Je betaalt dan elk jaar ook minder prosumententarief. Dat compenseert deels de kleinere besparing”, merkt Pieter Gysel van Eneco op. Het prosumententarief is het bedrag dat particulieren met zonnepanelen betalen voor de diensten van de netbeheerder. Het gemiddelde prosumententarief in Vlaanderen bedraagt 104 euro, vermenigvuldigd met de capaciteit van de omvormer. “De omvormer is het hart van de pv-installatie. Die zet de gelijkstroom van de zonnepanelen om in wisselstroom voor het dagelijkse gebruik.”

Hoe minder zonnepanelen, hoe minder capaciteit de omvormer moet hebben en hoe lager het prosumententarief is. Het maakt niet uit of u zonne-energie opwekt als bedrijf of als particulier. Zolang uw pv-installatie niet meer vermogen dan 10 kilowatt heeft, betaalt u het prosumententarief van enkele honderden euro’s per jaar. 10 kilowatt komt overeen met 52 blauwe zonnepanelen. Het kan dus al om een uit de kluiten gewassen installatie gaan.

Volgens Eneco is de omvormer pas na twaalf à vijftien jaar aan vervanging toe. Zo’n omvormer kost, afhankelijk van de capaciteit en de technologie, 500 tot 1500 euro, exclusief de prijs van de installatie. In Wallonië en Brussel is er voorlopig nog geen prosumententarief, maar in Wallonië zou vanaf 2020 iets soortgelijks als in Vlaanderen worden ingevoerd.

Het is best mogelijk dat zonnepanelen aandelen verslaan in de komende 25 jaar

De fabrikant biedt meestal een garantie van tien jaar op het materiaal van de omvormer en de panelen. Bij een installatie via Eneco geldt ook een garantie van 25 jaar op het vermogen van de zonnepanelen. “Na 25 jaar moeten de zonnepanelen nog altijd 80 procent van hun vermogen hebben”, legt Gysel uit.

Maken we opnieuw de vergelijking met spaarboekjes, dan zijn de meeste makkelijk te kloppen. Ze brengen nog slechts het wettelijke minimum van 0,11 procent per jaar op. Zonder extra kosten leveren de zonnepanelen in het voorbeeld van Eneco over een periode van acht jaar niets op, over tien jaar jaarlijks ongeveer 4 procent en over 25 jaar ongeveer 10 procent.

Het rendement van Belgische aandelen laat zich minder goed voorspellen. We gaan ervan uit dat op lange termijn een rendement van 5 procent haalbaar is. Op dit moment bedraagt het gemiddelde nettodividendrendement van Belgische aandelen ongeveer 2,5 procent. Bij een gelijkblijvend dividend wil dat zeggen dat de koersen in 25 jaar verdubbelen. Het is dus best mogelijk dat zonnepanelen aandelen verslaan in de komende 25 jaar. En het is ook niet uit te sluiten dat we nog eens een beurscrash krijgen zoals die in 2008.

2. Durft de overheid nog te sleutelen aan het prosumententarief?

Steven De Proost vindt het prosumententarief op lange termijn niet houdbaar. “Stel dat iedereen stroom op het net gaat zetten en er ook weer stroom gaat afhalen. Dan gebruik je het net twee keer zoveel. Op sommige momenten probeert iedereen dan gelijktijdig stroom op het net te zetten. Dat is enorm belastend, want tegelijk moet de netbeheerder ervoor zorgen dat uit het stopcontact altijd stroom komt met een frequentie van 50 hertz, plus of min 2 procent. Daar werken alle huishoudtoestellen op.”

“Het is voor de netbeheerder op sommige momenten dus duurder dan op andere om de elektriciteit van al die kleine producenten te ontvangen”, legt De Proost uit. “Met de terugdraaiende teller maakt het niet uit wanneer je de stroom produceert of verbruikt. Het prosumententarief houdt geen rekening met het tijdstip waarop elektriciteit op het net wordt gezet of eraf wordt gehaald. Als de fabrieken op vrijdagavond stoppen met draaien, terwijl de wind blijft waaien en de zon blijft schijnen, wordt de frequentie verstoord. Op dat moment zou moeten worden gestimuleerd om elektriciteit te verbruiken.”

De Europese Unie heeft bepaald dat de uitstoot van CO2 tegen 2020 een vijfde lager moet zijn dan in 2005. Lidstaten die de gemaakte afspraken daarover niet honoreren, riskeren forse boetes. “De deadline van 2020 nadert”, zegt De Proost. “De kans dat er nog ingrepen komen in het regime voor zonnepanelen, wordt kleiner.”

3. Brengen zonnepanelen meer op door de klimaatopwarming?

In de zomermaanden leveren zonnepanelen meer op dan in de wintermaanden, maar temperaturen boven 30 graden zoals in juli zijn niet ideaal. “Door de directe instraling en het aantal zonuren haalt een installatie in de zomer meer rendement dan in de winter”, zegt Gysel. “Maar met dezelfde instraling en hetzelfde aantal zonuren levert een installatie wel meer rendement bij een temperatuur van 15 graden dan bij 35 graden. Hoe meer warmteontwikkeling, hoe meer energie en rendement er verloren gaat door de warmte.”

Daarom wordt altijd wat ruimte gelaten tussen de zonnepanelen en het dak. De wind die daartussen waait, zorgt voor afkoeling. “In juli liepen de temperaturen hoog op, maar er waren ook meer zonuren. Het grotere aantal zonuren vlakte het rendementsverlies uit”, zegt Mark Van Hamme van Eneco. “We hadden een record, ondanks de hoge temperaturen.”

‘Het gaat niet om het aantal uren zonneschijn, maar wel om de intensiteit waarmee de zon schijnt’

“Het gaat niet om het aantal uren zonneschijn, maar wel om de intensiteit waarmee de zon schijnt”, legt De Proost uit. “Op een mooie zomerdag zonder een wolkje aan de hemel bedraagt de lichtinstraling 1000 watt per vierkante meter. Vier uur met 1000 watt per vierkante meter zijn rendabeler dan acht zonuren met 400 watt per vierkante meter. De uv-index is een goede maatstaf voor de intensiteit van de zon.”

“Abnormaal warme maanden, met abnormaal veel zon, leveren niet in dezelfde verhouding meer energie op”, gaat De Proost verder. “Bovendien zijn hoge temperaturen dodelijk voor een installatie. Als de luchttemperatuur 10 graden is, is het op het paneel 12 graden. Is het 30 graden, dan loopt de temperatuur op het dak op tot 51 graden, en met 40 graden tot 81 graden. Dat is een exponentiële curve. We hebben in juli temperaturen van 35 graden en meer gehad. Op het paneel betekent dat 55 graden, wat overeenkomt met een rendementsverlies van 12 procent.”

De Proost rekent voor dat we in juli ongeveer 68 procent meer zonneschijn hadden dan anders in die periode, wat overeenstemt met ongeveer 27 procent meer instraling. Daarvan bleef 18 procent extra productie over, want er ging 9 procentpunt verloren door de hoge temperaturen. “Wij hebben met onze zonneparken in juli ongeveer 15 procent meer energie geproduceerd dan gemiddeld in juli. De hogere temperaturen gingen gepaard met een stijging van de instraling.” Hij waarschuwt wel dat de meeste zonnepanelen slechts temperaturen van -40 tot +85 graden aankunnen. Boven die temperatuur dreigen kortsluiting en brandgevaar.

4. Wat zijn de optimale omstandigheden voor zonnepanelen?

Zonnepanelen leveren het meest op als ze op het zuiden zijn georiënteerd met een hellingsgraad van 30 à 35 graden. In een ideale wereld zijn er geen bomen of hoge gebouwen in de buurt. “Onze partners garanderen de opbrengst van de zonnepanelen in het eerste jaar na de installatie”, zegt Pieter Gysel van Eneco.

“We hebben een platform waarop we de productie van onze klanten meten. Daarom kunnen we ook met stelligheid zeggen dat juli een recordmaand was. Mei was niet veel slechter dan juli. En ook februari was een topmaand in vergelijking met andere jaren.” Als het zo doorgaat, wordt 2018 een recordjaar voor de productie van zonne-energie.

Zonnepanelen leveren het meest op als ze naar het zuiden zijn georiënteerd met een hellingsgraad van 30 à 35 graden

De panelen hebben een glad oppervlak dat u niet hoeft te reinigen, maar als er lang geen regen valt, blijft er wel stof op liggen. Dat kost wat rendement. “Bij sterke vervuiling kun je een schoonmaakbeurt overwegen. Dat doe je het beste in het voorjaar”, zegt Gysel. De Proost vindt het voor particulieren niet de moeite om de panelen te reinigen. “Dat is anders voor daken waarop structurele vervuiling optreedt: langs spoorwegen of op daken van landbouwbedrijven bijvoorbeeld. Maar als je als particulier toch je zonnepanelen wilt schoonmaken, laat dan een gespecialiseerde firma komen. Mijn vader is een keer van het dak gevallen, toen hij in de winter de sneeuw van zijn zonnepanelen wilde vegen. Dat heeft helemaal geen zin. Zelfs als de sneeuw eraf is, zit er nog altijd ijs op.”

“Vooral jonge actieve gezinnen met kinderen die eigenaar zijn van een halfopen of een open woning en die 3500 kilowattuur of meer verbruiken, kiezen voor een pv-installatie”, zegt Gysel. “Op het dak van een rijwoning is vaak maar plaats voor enkele panelen. De kosten voor de installatie van acht panelen of minder zijn relatief hoog in vergelijking met het rendement. We zien dat klanten met een elektrische wagen, een warmtepomp, een jacuzzi of een zwembad sneller geneigd zijn hun extra elektriciteitsverbruik te compenseren met zonnepanelen.”

5. Is het een goed idee om zonnepanelen te combineren met een batterij?

Wie een thuisbatterij koopt, zoals de Tesla Powerwall, kan zijn productie en zijn verbruik optimaliseren en heeft mogelijk minder zonnepanelen nodig. Thuisbatterijen bestaan in allerlei prijsklassen, van 5000 tot 10.000 euro. Ook elektrische wagens zijn een soort van rijdende batterijen, die u kunt opladen op momenten dat u te veel zonnestroom genereert. U kunt uw verbruikspatroon ook aanpassen en meer elektriciteit gebruiken wanneer de opbrengst van de zonnepanelen piekt. Dat is rond het middaguur. De batterij dient dan voor de momenten dat de zon niet schijnt, zoals ‘s nachts of op donkere winterdagen.

Gysel: “Helemaal duurzaam van het net gaan en zelfvoorzienend worden voor elektriciteit is voorlopig nog niet aan de orde. In de heel nabije toekomst zal de wasmachine bijvoorbeeld zelf kunnen starten of de elektrische wagen zich opladen als de zonnepanelen het meeste opbrengen. In Nederland lopen al proefprojecten met zulke slimme machines. Op dit moment kun je met een thuisbatterij tot 80 procent zelfvoorzienend zijn.”

6. Hoe herkent u een goede producent of een goede installateur?

“Een goede installateur maakt zijn beloftes waar, met een eerlijke projectie van de opbrengst en de besparing, en met een bindende offerte op maat na een gedetailleerde opmeting ter plaatse. Hij respecteert ook de levertermijnen”, zegt Van Hamme. De partners waarmee Eneco werkt, garanderen de opbrengst in het eerste jaar. Wordt die niet gehaald, dan krijgen de klanten een financiële vergoeding. De meeste klanten kunnen gratis een aanvullende omniumverzekering tot tien jaar krijgen, waarbij de transportkosten, werkuren en materialen inbegrepen zijn.

‘De productie uit China is absoluut top, al dan niet in combinatie met Europese engineering’

“Wij werken zeer bewust samen met marktleiders voor de installatie van zonnepanelen”, zeg Gysel. “In Vlaanderen is Izen onze partner, en in Brussel en Wallonië Energreen. In het verleden zijn heel wat kleinere installateurs over de kop gegaan. In het begin was die markt erg versnipperd en niet zo professioneel als vandaag. De fabrieksgarantie op de materialen, die tot 25 jaar kan oplopen, wordt gegeven door de producent en niet door de installateur. Het is wel belangrijk dat de installateur zijn verantwoordelijkheid kan opnemen als de klant een beroep moet doen op die fabrieksgarantie. Particulieren die tien jaar geleden in zee zijn gegaan met een installateur die niet meer bestaat, worden nu geconfronteerd met de vraag wie ze moeten aanspreken.”

“De meeste panelen zijn meer dan fatsoenlijk”, zegt Gysel. “De productie uit China is absoluut top, al dan niet in combinatie met Europese engineering. En het persagentschap Bloomberg houdt een lijst bij van de meest kredietwaardige producenten en hun A-merken, die je kunt raadplegen.”

7. Zijn er oplossingen voor wie niet over een geschikt dak beschikt?

Er bestaan heel wat coöperatieve vennootschappen die investeren in zonnepanelen en windmolens. Op energiesparen.be vindt u een overzicht van de erkende coöperatieven. De bekendste namen zijn Ecopower, Beauvent en Limburg Wind. De dividenden die die coöperatieve vennootschappen jaarlijks uitkeren, variëren van 0 tot 6 procent. Bij de ene coöperatieve kunt u pas na vijf jaar uitstappen, bij de andere al na het eerste jaar, als u dat op tijd aanvraagt. Ook Eneco biedt zijn klanten de mogelijkheid om mee te investeren in windmolens via crowdfunding.

Daarnaast zijn er beursgenoteerde bedrijven die met hernieuwbare energie bezig zijn, zoals 7C Solarparken, dat op de beurs van Frankfurt noteert. Volgens Steven De Proost zit 7C Solarparken in de top tien van grootste onafhankelijke uitbaters van zonneparken in Europa. Bedrijven zoals Greencoat UK, John Laing, The Renewables Infrastructure Group, Saeta Yield en Encavis zijn nog een maatje groter en hebben een omvangrijke portefeuille van zonne- en windparken. Ook de in België genoteerde infrastructuurgroep Tinc heeft windparken in haar portefeuille. Let op: het gaat hier niet om producenten van zonnepanelen of onderdelen voor windmolens.

De Proost: “7C Solarparken is een stroomproducent. Wij hebben vaste inkomsten, die gereguleerd zijn. In de gespecialiseerde beursindexen voor zonne-energie zitten vooral producenten van zonnepanelen of componenten ervan. Dat is een heel andere business. Tien jaar geleden kostten zonnepanelen 3 euro per wattpiek, vandaag 0,3 euro per wattpiek. Die bedrijven hebben geleerd om te gaan met veel kleinere marges. Er zijn heel veel bedrijven failliet gegaan. Er zijn weinig beursgenoteerde bedrijven die doen wat wij doen: zonneparken uitbaten.”

Partner Content