Midwest is de Amerikaanse Borinage

De Amerikaanse presidentsverkiezingen worden wellicht beslist in de Midwest, een regio die het de voorbije jaren economisch zwaar te verduren kreeg. Maar her en der gloort weer een sprankeltje hoop. En er zijn nogal wat gelijkenissen met de situatie in Wallonië.

Toen de Democratische presidentskandidaat Barack Obama zei dat Amerikanen in de Midwest ‘verbitterd’ zijn over de economische neergang, kreeg hij een golf van kritiek over zich. “De mensen verliezen hun banen en hun huizen. Ze klampen zich vast aan vertrouwde zaken, zoals religie en vuurwapens”, zei Obama tijdens een bijeenkomst met geldschieters in San Francisco. Zijn opponente Hillary Clinton had het prompt over de ‘elitaire en neerbuigende’ manier waarop Obama sprak over de kiezers in staten als Pennsylvania, Michigan, Indiana, Ohio en Illinois. De Republikeinse presidentskandidaat John McCain beschuldigde Obama van ‘arrogantie en wereldvreemdheid’.

Wie heeft gelijk? Een blik op de geschiedenis en het heden van de Midwest maakt veel duidelijk. De regio vormde honderd jaar lang het industriële hart van de VS. In Ohio, Illinois, Indiana, Michigan en het westen van Pennsylvania werden auto’s, koelkasten, staal, meubels, auto-onderdelen en banden gemaakt. De staten Iowa en Minnesota waren de koren- en graanschuren van Amerika. Honderd jaar geleden was vijftig procent van Amerika’s industrieproductie geconcentreerd in de Midwest. Maar de jongste dertig jaar ging het bergafwaarts. Nu staan overal vervallen fabrieken en zijn dorpen verlaten. Detroit, ooit de hoofdstad van de automobielproductie, is een spookstad geworden. De ouderen en armen blijven achter, met weinig inkomen en geen hoop.

Rust Belt

“Obama heeft overschot van gelijk”, zegt Richard Longworth. Hij werkt bij de Chicago Council, een organisatie die de regio bestudeert. Hij reisde uitgebreid door de Midwest en schreef het boek Caught in the Middle over deze Amerikaanse regio met 56 miljoen inwoners. Longworth werkte twintig jaar in Europa als correspondent voor het Amerikaanse persbureau UPI, waaronder vier jaar in Brussel. Hij kent Obama en zijn vrouw Michelle persoonlijk. “Obama heeft een gevoelige snaar geraakt. Veel mensen in de Midwest zien hoe de fabriek waarrond hun stad werd gebouwd, de deuren sluit. Ze verliezen hun baan. Jongeren trekken weg en hele gebieden ontvolken. De achterblijvers zijn bitter. Zij vragen zich af wat er is gebeurd en waarom hen dit overkomt.”

RICHARD LONGWORTH (CHICAGO COUNCIL). “De presidentskandidaten herhalen alleen maar wat ze van de kiezers horen. Nafta en de immigranten fungeren als zondebokken, maar dat is niet terecht. Het vrijhandelsakkoord is niet de beslissende factor voor het banenverlies in het industriële hart van de VS. Dat heeft veel meer te maken met de productieverschuiving ten gevolge van globalisering. Bedrijven trekken naar het zuiden van de VS, waar de vakbonden zwak zijn, of naar Mexico en China waar de productiekosten veel lager liggen. Een Amerikaanse arbeider die een uurloon had van 30 dollar plus goede arbeidsvoorwaarden, vindt in het beste geval nog een baan tegen 11 dollar, zonder voordelen zoals een ziekteverzekering. Zo iemand is dan 45 jaar, heeft een eigen huis, een gezin met twee schoolgaande kinderen en een vakantiehuisje aan een meer. Hij moet inleveren en is woedend. Die mensen zijn de slachtoffers van de globalisering.”

Uitgerekend de staten in de Midwest geven bij de presidentsverkiezingen de doorslag, het zijn de zogenaamde swing states.

LONGWORTH. “Dat klopt, de presidentsverkiezingen worden hier beslist. Daarom gaan de kandidaten ook mee in de ontevredenheid van de burgers. En dan krijg je populisme met uithalen naar Nafta en arbeidsimmigratie. Vroeger was eigenlijk alleen Ohio een swing state, de ene keer Republikeins, dan weer Democratisch. Maar nu geldt hetzelfde voor Michigan dat al jaren in een recessie zit. In Iowa drijft de economie op een landbouwproductie met subsidies voor bio-ethanol. Minnesota, dat vroeger Democratisch stemde, schuift steeds meer op in Republikeinse richting. De mensen zijn er boos over de immigratie. Ik denk dat Illinois wel Democratisch blijft stemmen, omdat Obama ervandaan komt. Die politieke kentering heeft te maken met de economie. Vroeger was de Midwest een soort Sillicon Valley, rijk en aantrekkelijk, nu wordt het de Rust Belt genoemd.”

Pennsylvania, waar de voorverkiezingen net zijn gehouden, is formeel geen Midwestregio, maar het westelijke deel met Pittsburgh hoort er economisch toch ook bij?

LONGWORTH. “Socio-economisch hoort West-Pennsylvania bij de Midwest. Pittsburgh was ooit het trotse hart van de Amerikaanse staalindustrie. Het viel in een diep gat en komt er nu langzaam weer uit. Maar een groot deel van de bevolking is vertrokken. Pennsylvania is een vreemde staat. Men zegt wel eens: Pittsburgh is als de Midwest en Philadelphia is de Amerikaanse oostkust, maar tussen die twee ligt Alabama. Dat middenstuk van honderden kilometers is dus écht het small town America waar Obama het over had. Die mensen zijn sociaal zeer conservatief, ze klampen zich vast aan hun godsdienst, zijn tegen abortus en gehecht aan hun vuurwapens. Ik denk dat voor die mensen een zwarte president niet echt een wenkend perspectief is.”

Begin mei zijn er voorverkiezingen in Indiana, ook een deel van de Midwest.

LONGWORTH. “In Indiana heerst een andere mentaliteit dan in Ohio of Michigan. De meeste staten in de Midwest zijn groot geworden door immigratie uit het oosten of westen van de VS. Indiana kreeg zijn immigratie uit het zuiden: pioniers voor wie het wapenbezit heilig is, net als religie, en die patriottistisch zijn. In Zuid-Indiana paradeerde vroeger zelfs de Ku-Klux-Klan. Economisch zit ook Indiana in het dal. Er werd staal geproduceerd en auto-onderdelen. De productiviteit werd verhoogd, maar met minder mensen. Mensen in Indiana zeggen me: de productiviteit is nog nooit zo hoog geweest! Maar ik zeg dan: het banenverlies is ook nooit groter geweest. Er heerst een mentaliteit van: het is wel goed zo. Er is berusting, fatalisme en passiviteit. Maar onderhuids begint ook de verbittering toe te slaan. Jongeren behalen hun diploma’s en vertrekken onmiddellijk. Hun ouders blijven achter.”

Er wordt toch ook gewerkt aan de reconversie van de Midwest?

LONGWORTH. “Het meest bekend is Chicago, dat in de jaren zeventig in een diepe crisis zat. Ruim 350.000 burgers vertrokken, de stad liep leeg. Er kwam een ommekeer omdat Chicago zijn knowhow wist toe te passen op nieuwe terreinen. Chicago stond bekend om de handel in maïs en vlees. Die werd minder belangrijk, maar de handelsmentaliteit bleef en kwam van pas voor financiële producten, zoals derivaten. Chicago werd een internationaal financieel centrum en profiteerde van de globaliseringsgolf. Het heeft zichzelf opnieuw uitgevonden en is nu een magneet voor de hele regio.

“Sommige andere steden proberen dat recept ook: nieuwe activiteit met vroegere kennis. Akron in Ohio was ooit het centrum van de autobandenproductie met merken als Goodrich en Goodyear. Nu maakt men er rubberfabrikaten. Maar andere steden, zoals Milwaukee, klampen zich vast aan de staalindustrie. Het ergste is Detroit. Het voormalige autocentrum van de wereld bloedt dood. Het stadsbestuur heeft nu drie casino’s neergepoot in het centrum. Die leveren 30 % van de stedelijke belastinginkomsten op. Van de buitenwijken wil men weer landbouwgrond maken. Maar het nabijgelegen Ann Arbour leeft wel op, dankzij de samenwerking tussen de universiteit en de bedrijven. Dat wordt een regio met brain power.”

U hebt twintig jaar in Europa gewoond. Zijn er overeenkomsten tussen het proces in de Midwest en wat hier gebeurt?

LONGWORTH. “Er zijn nogal wat gelijkenissen met Wallonië. Daar is de economie gebouwd op industriële productie, maar die valt weg. Wat blijft, zijn verwaarloosde steden en een ontvolkt platteland. De concurrentie komt niet alleen uit Europa, maar uit de hele wereld. In één generatie verandert alles. De vraag is: hoe voer je een succesvolle reconversie door?”

Wat zijn de basisfactoren voor succes?

LONGWORTH. “In de eerste plaats moet een gebied in economisch verval zich duidelijk als een regionale entiteit manifesteren. Vlaanderen heeft dat na de Tweede Wereldoorlog gedaan en werd een onderdeel van een groeisector in de wereldeconomie. Er kwam een stroom aan buitenlandse directe investeringen en de Vlamingen pasten zich aan. De Midwest werd nooit een regionale entiteit. Hier is het elke staat voor zich, parochiaal en ge- isoleerd. Bestuurders en vakbonden verscholen zich achter een ‘ontkenningsscenario’. Eigenlijk heeft de Midwest naar analogie met Europa een ‘Midwest Unie’ nodig. Staten moeten sommige bevoegdheden overdragen aan die unie. Maar zo ver komt het niet. Elke staat moddert maar een beetje aan, want de Midwest heeft geen regionale identiteit.

“Ten tweede moeten de ‘krachten van vernieuwing’ zich bundelen. Het regionale bestuur, de universiteiten, de vakbonden en het bedrijfsleven moeten samenwerken. Hoe kun je de kennis van vroeger omzetten in nieuwe activiteit? Ann Arbour groeit omdat het uitstekend onderzoek doet naar de auto van de toekomst. Die kennis is bestemd voor de wereldmarkt, want Detroit gaat door met de oude recepten: zware en energieverslindende auto’s.

“Ten derde moet het belasting- en administratief systeem eenvoudig en toegankelijk zijn. Dat is in de Midwest niet het geval. Belastingregimes verschillen per staat; zowel de tarieven als de belastinggrondslag. Het is één fiscaal rommeltje.

“En ten slotte moet je een internationale ingesteldheid hebben. Je moet buitenlandse studenten aantrekken en openstaan voor immigratie, zowel geschoold als ongeschoold. In Chicago is 22 % van de bevolking in het buitenland geboren. Er wonen 1,5 miljoen hispanics. Die immigratie was een injectie voor het herstel van de stad.”

In Europa gebeurt immigratie veelal via een ruimhartig sociaal systeem, met langdurende en relatief hoge uitkeringen.

LONGWORTH. “Een buitenlander die naar de VS komt, moet integreren en bij voorkeur assimileren. De immigrant wordt Amerikaan. En de Amerikaan verwacht dat ook. Ik heb twintig jaar in Europese landen gewoond en bleef altijd een buitenlander. In Amerika treed je toe tot een ‘natie’; in Europa word je nooit deel van de ‘stam’. Dat maakt integratie in Europa moeilijker dan in de VS. Maar immigratie is altijd moeilijk. Elke immigratiegolf in de VS kende een terugslag, vroeger bij Ieren en Italianen en nu bij Mexicanen.

“Een ander verschil is dat Amerika geen uitgebreid sociaal netwerk heeft. Je integreert door te werken. Een Waal zonder werk behoudt levenslang een uitkering. Dat is niet erg activerend. Integendeel, er ontstaat een sociaal isolement. Een Amerikaanse burger kan op weinig terugvallen; een immigrant op niks. De progressieven staan voor een dilemma: zij willen zowel immigratie als een sterk sociaal stelsel, maar beide zijn niet te combineren. Dat zie je in Minnesota, dat werd gevormd door Zweedse en Duitse immigranten. De staat bouwde als een van de weinige een sociaal netwerk uit zoals in Europa, met een grote bescherming en hoge uitkeringen. Toen kwam de immigratie uit Mexico en het stelsel werd onhoudbaar en dus teruggeschroefd. Nu zijn veel burgers boos en Minnesota schuift op in de Republikeinse richting. Men zegt: waarom komen die Mexicanen hier onze uitkeringen afnemen. Opnieuw, verbittering.”

De Canadese professor Richard Florida wijst op ‘megaregio’s als de drijvende krachten achter de globalisering.

LONGWORTH. “Florida baseert zijn theorie op satellietfoto’s van stedelijke gebieden bij nacht. Dan zie je alle verlichte stippen en stroken in de wereld. De grootste lichtstrook is de agglomeratie Tokio, met 55 miljoen mensen. De tweede is de Amerikaanse oostkust van Boston naar Wash- ington, met 54 miljoen mensen. In Europa heb je megaregio’s aan de monding van de grote rivieren met West-Nederland en Vlaanderen, maar ook in Londen, Parijs en Milaan. Florida zegt dat er vanaf Chicago een megaregio is naar Pittsburgh, maar die zie ik niet. Die megaregio loopt via Chicago zuidelijk langs het meer van Michigan.

“Wat zegt dat? Die megaregio’s zijn internationaal sterker verbonden met elkaar dan met andere regio’s in eigen land. Je ziet ook dat grote luchthavens gloeikernen van de groei zijn. Van oudsher denken wij aan een nationale economie en een nationale regering. De globalisering maakt dat model achterhaald. De grote groeiregio’s worden voortgedreven door brain power, contacten, communicatie en dienstverlening. Wie in een groeiregio woont, zit goed. Wie daarbuiten zit, blijft achter. En raakt verbitterd.” (T)

Door Derk Jan Eppink

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content