FATIMA EN KASJA AAN UW BED

Bij de verplegers en kandidaat-ziekenoppassers is meer aan de hand dan een geringe instroom en een gebrek aan mooie lonen. Verzorgen is geen roeping meer, het wordt een mechanistische, meetbare managersjob waar zelfverloochening een lachwekkend woord is. De vrouwenemancipatie verzwakt de cultuur van toewijding.

De christelijke bediendevakbond ontdekt dat er te weinig kandidaat-verpleegkundigen zijn. Hopelijk vindt u bij een ziekte of in uw oude dag een lieve, zorgzame en toeschietelijke Fatima of Kasja aan uw ziekenhuisbed. Zij zal uw vuil wegdragen, uw besmeurde lakens verschonen, uw spuiten toedienen, uw lijdensverhaal beluisteren, uw hand vasthouden als u roept om uw overleden moeder of wanneer Magere Hein gnuift in de schemering.

‘Roeping’ staat bij het grofvuil. Fatima en Kasja verzachten de gruwel van de ziekte. Fatima en Kasja hebben er geen probleem mee – dat zal het probleem zijn van hun dochters Suat en Hana, die in Vlaanderen opgroeien – dat verplegen in de ogen van de West-Europese vrouwen niks te maken heeft met zelfverwezenlijking en empowerment. De vrouwenvoorvechtsters prediken tegen de traditioneel door mannelijke dokters gedomineerde ziekenhuiscultuur en de onderschikking van de verpleegster. De verpleging is in hun ogen emancipatorisch als de ziekenzuster veel tijd besteedt achter haar computer, bij haar formulieren, in haar cursussen over seksuele intimidatie op de werkvloer en haar evaluatiegesprekken met de ziekenhuisdirectie.

Frieda en Jeanne, onze meisjes van de buiten, hebben tegen de tijd dat Fatima en Kasja de ziekenhuizen van Vlaanderen innemen, hun toekomst gevonden als scherm- babe bij VT4, als kaderlid bij het IT-departement van Janssen nv, als deeltijdse secretaresse van een bobo van de NMBS, als pr-vrouw bij het Kursaal van Oostende. Bij VT4, Janssen, NMBS en het Kursaal kan je als vrouw de verhoopte en noodzakelijke zelfontvouwing bereiken. Maar dat doe je dus niet meer met het ledigen van de bedpan van een kankerzieke, het bereiden van de medicatie voor een aidspatiënt, het troosten van een terminaal lijdende, het begeleiden van mijnheerdoktoor. Voor die laatste bezigheden moet je een roeping met een hoofdletter hebben.

Een roeping staat in 2006 bij het grofvuil. De emancipatie en secularisering bevelen dat zich wegcijferen stinkt naar de middeleeuwen en dat inzet een verwerpelijk woord is voor eenieder die gelooft dat hij een toeval is op een globe die tolt in het heelal, zonder begin, zonder einde en zonder zin. Zelfverzaking is goed voor de watjes die worden gerekruteerd onder de allochtone meisjes en op het platteland van Oost-Polen.

Verpleegsters als sloven. Tegen 2013 zijn er in de VS 1 miljoen gasthuiswerkers te weinig. In de voorbije jaren stroomden in het Verenigd Koninkrijk meer verpleegsters van buiten de grenzen naar de ziekenhuizen dan uit eigen land. De invoerverpleegsters spreken vaak schabouwelijk Engels en hebben maanden nodig om de hightechverpleegkunde onder de knie te krijgen.

De kern van de kwestie is geen kwantitatieve rebus, wel een kwalitatieve. Passen op zieken is tegengesteld aan het instinct van de moderne wereld. Wij zijn bij voorrang bezig met persoonlijke rechten en het oppoetsen van het zelf. Verzorgen is daarvan de tegenpool: want dat is onthechting, nederigheid, vrijwillige achteruitstelling. De patiënt komt op de eerste plaats. Theorie, bureaucratie en een obsessie met status verdringen de oude plichten van naastenliefde voor het lijdende lijf.

Nonnen regelden de ziekenhuizen en peilden de wonden. Zij waren gedisciplineerd, gehiërarchiseerd en gekeerd naar een betere wereld die hen zou belonen na hun tocht door het tranendal. De nonnen verdwenen. De emancipatiebeweging sloeg haar nagel in de sukkelaars in de ziekenhuizen. De retoriek van de Dolle Mina’s zag de hoofdzakelijk mannelijke artsen als vijanden en de verpleegsters als sloven. Zij waren amper goed voor het wassen van de zieke lijven, het luchten van de kamers, het wegdragen van de uitwerpselen en het aanvoeren van het voedsel.

Maar deze brave wichten in de ogen van Betty Friedan en haar Engelen der Wrake kenden de patiënten en rapporteerden van in de eerste lijn hoe mijnheer Somers en mevrouw Yserbyt de nacht doorbrachten, wat hun temperatuur was, hoe de stoelgang verliep. Moderne verpleegsters werken in een fabriek met één oog gefixeerd op de prikklok. De chefs van de medicale arbeidsters doen wat chefs overal doen: uren passeren bij schermen met gecomputeriseerde formulieren. De taal van het syndicaat vervangt de taal van de compassie. Wat in alle tonen zal worden ontkend.

De auteur is directeur van Trends. Reacties: frans.crols@trends.be

Frans Crols

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content