Zonder buitenlandse hulp wacht Afghanistan de bedelstaf

Een Afghaanse vluchteling aan de Iraanse grens © belga
Daan Killemaes
Daan Killemaes Hoofdeconoom Trends

De grote financiële afhankelijkheid van Afghanistan van het buitenland geeft de internationale gemeenschap een stevige hefboom in de onderhandelingen met de taliban.

De Afghaanse economie is een kneusje. In 2020 bleef het bbp steken op een schamele 19,4 miljard dollar, te verdelen over ongeveer 35 miljoen Afghanen. Dat levert per hoofd een inkomen van ongeveer 550 dollar op. De doorsnee-Afghaan is dus straatarm, ook omdat er in zijn land een hoge inkomensongelijkheid is. Grootschalige corruptie ondermijnt de instellingen, terwijl de illegale drugshandel goed is voor naar schatting 10 procent van het bbp. Geen enkel land krijgt zoveel internationale steun voor zo weinig rendement. Veel beterschap valt niet meteen te verwachten. De economie en de export leven vooral van de landbouw. Een industriële basis is er niet. De machtsovername door de taliban dreigt de bevolking tot nog meer armoede te veroordelen.

“Afghanistan, in conflict sinds 1980, blijft een arm, breekbaar land. Dat conflict heeft een hoge menselijke en economische tol geëist. De overheid geeft 30 procent van het budget uit aan veiligheid”, schreef het Internationaal Monetair Fonds (IMF) eind 2019 in zijn laatste analyse over de Afghaanse economie, toen de Verenigde Staten met de taliban onderhandelden over een vredesverdrag in ruil voor de terugtrekking van de Amerikaanse troepen. Toch was de internationale steun van de voorbije twintig jaar geen maat voor niets. Sinds 2001 is het bbp verviervoudigd, de levensverwachting is gestegen van 54 naar 64 jaar en de kindersterfte is gevoelig gedaald. De machtsovername door de taliban dreigt de klok terug te draaien.

Het beetje welvaart dat Afghanistan heeft opgebouwd, is bijzonder afhankelijk van buitenlandse financiële hulp. In 2019 voerde Afghanistan voor 1 miljard dollar uit, terwijl het voor 9 miljard dollar goederen en diensten invoerde. Het verschil werd bijgepast met vooral Amerikaanse en Europese financiële hulp. Zonder die steun zou het tekort op de lopende rekening oplopen tot een onhoudbare 30 procent van het bbp. Anders gezegd: zonder buitenlandse steun kan Afghanistan zijn levensnoodzakelijke invoer niet betalen.

De buitenlandse geldstroom dreigt op te drogen, nu de taliban aan de macht zijn. De VS hebben het grootste deel van de dollarreserves van de Afghaanse centrale bank bevroren. Het IMF houdt een schijf van toegekende internationale reserves ter waarde van 460 miljoen dollar in, omdat het talibanregime niet internationaal erkend wordt. “Het Afghaanse volk heeft vreselijke financiële vooruitzichten”, zegt Ajmal Ahmady, het gevluchte voormalige hoofd van de Afghaanse centrale bank, donderdag in Financial Times. “Als de mensen denken dat het ergste voorbij is, dan onderschatten ze de situatie. De militaire fase is voorbij, maar nu begint de economische fase. De levensstandaard zal gevoelig dalen.”

De VS mogen dan op militair gebied Afghanistan verlaten hebben, financieel hebben ze de taliban bij hun nekvel. Ook de Europese Unie beschikt dankzij de ontwikkelingshulp aan Afghanistan over een stevige hefboom om voorwaarden op te leggen aan het nieuwe regime. De vraag is wel hoe hard het Westen dat spel wil spelen. Als het land financieel wordt drooggelegd, dan dreigt een totale verarming van de bevolking. “Op de middellange termijn krijg je dan grote migratiestromen, onder meer naar Europa. Die stromen kun je niet stoppen”, zegt Ahmady.

Het is dus afwachten welk soort regime de taliban willen installeren. Welke toegevingen willen ze doen en welke veiligheidsgaranties willen ze geven om de broodnodige internationale financiële steun te behouden? De vraag is ook op welke manier de taliban Afghanistan zullen controleren, want ze hebben als gewapende militie noch de mensen, noch de knowhow om een land te besturen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content