Oxfam: ‘Wereldwijde belasting voor multinationals is pleister op houten been’
Oxfam, de ngo die zich inzet voor ontwikkelingslanden, is niet onder de indruk van het wereldwijde plan voor de belastingen op multinationals waar al 130 landen zich achter scharen. ‘Dit is helemaal geen “historische” deal’, luidt het.
De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) kondigde donderdagavond de grote steun voor een wereldwijde belasting op multinationals aan, waarover de G7 begin juni al de krijtlijnen trok. Het gaat om een heffing van minstens 15 procent, maar ook over een eerlijkere verdeling tussen verschillende landen van de inkomsten uit belastingen op multinationals. Meerdere ministers van Financiën reageerden al tevreden op het ‘historische akkoord’, hoewel het belastingplan nog niet definitief goedgekeurd is.
Maar volgens Oxfam is het ‘helemaal geen “historische” deal’. ‘De wereld heeft een eerlijk belastingakkoord nodig als we de buitengewoon grote ongelijkheid willen overwinnen en de klimaatafbraak willen stoppen. Maar dit akkoord is niet meer dan een G7-gegraai’, reageert directeur Gabriela Bucher vrijdag. ‘Rijke landen dwingen kwetsbare landen te kiezen tussen een slecht akkoord of geen akkoord. Het is gewoon een nieuwe vorm van economisch kolonialisme.’
‘Achterpoortjes’
Oxfam klaagt onder meer aan dat nieuwe regels ‘slechts voor 100 van de meest winstgevende bedrijven’ zouden gelden en dat er ‘achterpootjes’ zijn waardoor ‘grote overtreders zoals Amazon’ buiten schot zouden blijven. ‘Nu er zoveel uitzonderingen zijn, waaronder het Britse voorstel om de stad Londen vrij te stellen, zou deze eenzijdige overeenkomst wel eens pleister op een houten been zijn’, aldus Bucher. ‘De belastinghervorming, die al lang had moeten plaatsvinden, was bedoeld om voor alle landen miljarden aan te weinig betaalde vennootschapsbelasting te innen. In plaats daarvan zullen de G7 en de EU meer dan tweederde van het nieuwe geld dat een wereldwijd minimumtarief voor vennootschapsbelasting van 15 procent zal opleveren, in eigen zak steken. De armste landen ter wereld zullen minder dan 3 procent terugkrijgen – ondanks het feit dat meer dan een derde van de wereldbevolking in die landen woont.’
Een minimumtarief van 15 procent mag dan wel ‘slecht nieuws voor belastingparadijzen’ zijn, het volstaat volgens Oxfam niet om ‘schadelijke belastingconcurrentie’ te voorkomen. ‘Het wordt door sommigen in Australië en Denemarken al gezien als een excuus om de binnenlandse vennootschapsbelastingtarieven te verlagen, met het risico van een nieuwe race naar de bodem.’