Elia-topman Chris Peeters: ‘Het debat moet over veel meer gaan dan de kerncentrales’

CHRIS PEETERS "Het energiebeleid zit er na een beslissing over de kerncentrales niet op. Dat begint het pas." © FRANKY VERDICKT

Zorgen dat het licht blijft branden. Dat is de belangrijkste opdracht van Elia, de beheerder van ons hoogspanningsnetwerk. Gemakkelijk is dat niet. Op korte termijn veroorzaken de kernuitstap en de hogere gasprijzen spanningen. Op lange termijn vergt de klimaattransitie miljardeninvesteringen en moet België op zoek naar betrouwbare leveranciers van groene stroom. “Je bent liever afhankelijk van het stabiele Noorwegen dan van het politiek wispelturige Nigeria”, zegt Chris Peeters, de topman van Elia.

Chris Peeters, ooit Belgisch kampioen windsurfen, liep eind september de marathon van Berlijn in 3 uur en 40 minuten. “Maar mijn voorbereiding was niet goed”, zegt hij. Op de marathon die hij als CEO van Elia loopt, is hij beter voorbereid. Tegen 2050 moet de Europese economie klimaatneutraal zijn. Elia speelt daarin een sleutelrol, want de productie van hernieuwbare energie zal grotendeels op zee gebeuren, terwijl de klanten landinwaarts het licht aansteken, de auto opladen of de fabriek laten draaien. Om de productie aan de consumptie te koppelen zijn extra kabels, pylonen, eilanden, connectoren en dus vele miljarden euro’s extra nodig. Elia is niet alleen verantwoordelijk voor het Belgische hoogspanningsnet, met zijn dochterbedrijf 50Hertz beheert het ook het net in het noordoosten van Duitsland.

Europa rekent op minstens 300 gigawatt windenergie op de noordelijke zeeën. Momenteel staat er nog geen 20 gigawatt. Dat zegt alles

“Op het land is amper nog plaats, dus moeten we een groot deel van de behoefte aan groene energie op zee winnen. Om zijn klimaatambitie te realiseren rekent Europa op een capaciteit van minstens 300 gigawatt windenergie op de noordelijke zeeën: de Noordzee, de Baltische en de Ierse Zee. Momenteel staat er nog geen 20 gigawatt. Dat cijfer zegt veel, zo niet alles”, zegt Chris Peeters.

Europa kijkt al naar 2050, terwijl België vooral focust op de kernuitstap van 2025.

CHRIS PEETERS. “Het is jammer dat de kerncentrales zo’n blokkerende factor zijn in een debat dat een stuk complexer en urgenter is. 2025 is een klein tussenstation in de energietransitie. Het energiebeleid zit er na een beslissing over de kerncentrales niet op. Dan begint het pas. België is samen met de Nederlandse Randstad en het Ruhrgebied een regio die heel dichtbevolkt is, heel wat energie-intensieve industrie heeft, maar geen ideaal wind- en zonklimaat heeft. Deze regio zal niet in staat zijn voldoende hernieuwbare energie te produceren. We moeten dus nadenken over waar we onze groene energie vandaan zullen halen. België zal de volgende decennia hernieuwbare energie moeten invoeren om de elektriciteitsvraag te dekken. Dat betekent dat je partners en leveranciers moet vinden die je kunt aansluiten op ons net.

“Op dat moment komt ook het geopolitieke vraagstuk op tafel. De vraag die zich stelt rond fossiele brandstoffen, stelt zich ook rond hernieuwbare energie. Van welke landen willen we ons afhankelijk maken? Dan ben je liever afhankelijk van het stabiele Noorwegen dan van het politiek wispelturige Nigeria. België zal door zijn tekort aan hernieuwbare energie niet zelf kunnen instaan voor zijn energiebevoorrading en zal dus goede, stabiele partners moeten vinden. En we zullen onze eieren in meerdere mandjes moeten leggen. We hebben een principeakkoord met Denemarken om de connectiviteit te versterken. Met het Verenigd Koninkrijk onderhandelen we. Op lange termijn moet je ook grote projecten in Afrika koppelen aan de Europese markt. Er is dus veel werk aan de winkel, niet het minst na 2025.”

De vraag die zich stelt rond fossiele brandstoffen, stelt zich ook rond hernieuwbare energie. Van welke landen willen we ons afhankelijk maken?

Op korte termijn heeft België extra capaciteit nodig om de sluiting van de kerncentrales op te vangen en de bevoorrading te garanderen. Er is nood aan minstens één of twee bijkomende grote gascentrales als de twee jongste kerncentrales langer openblijven, of twee of drie extra gascentrales als alle kerncentrales dichtgaan tegen 2025. Lukt dat?

PEETERS. “We hebben hoe dan ook vervangingscapaciteit nodig. We zijn nauw betrokken bij het CRM, het capaciteitsvergoedingsmechanisme waarbij producenten kunnen bieden om subsidie te krijgen voor bestaande en nieuwe capaciteit. Het gaat over de vraag of de totale capaciteit voldoende is om de bevoorrading te garanderen. Elia zal daarover niets verklaren tot eind oktober de uitslag van de veiling wordt bekendgemaakt. Daarna beslist de politiek.”

De aardgasprijs is enorm gestegen de voorbije weken. Heeft dat een invloed op het debat?

PEETERS. “Ja, omdat het om een politiek debat gaat. Er zit echter heel wat fake news in het debat. Maar de hoge gasprijs is bijvoorbeeld geen argument om de levensduur van kerncentrales te verlengen. De kerncentrales draaien volop, en toch zijn de elektriciteitsprijzen hoog. Dat komt omdat de elektriciteitsprijs doorgaans bepaald wordt door de laatste eenheid die moet produceren om vraag en aanbod in evenwicht te brengen. Dat is meestal een aardgascentrale, bijna nooit een kerncentrale. En de prijs van aardgas wordt bepaald op de internationale markten. De rechtstreekse impact van die kerncentrales op de energieprijzen is eigenlijk verwaarloosbaar.”

CHRIS PEETERS
CHRIS PEETERS “De hoge gasprijs is geen argument om de levensduur van kerncentrales te verlengen.”© FRANKY VERDICKT

Gaan we naar een lastige winter? Er is veel bezorgdheid over mogelijke tekorten op de internationale gasmarkt.

PEETERS. “We beseffen gelukkig dat onze opslagcapaciteit van aardgas beperkt is en dat die reserves moeten worden aangevuld. Ze zijn ermee bezig. Het is nog niet koud, dus we kunnen kijken hoever we komen. Het is een beetje hetzelfde als met onze berekeningen over de capaciteit die we nodig hebben om de bevoorrading te garanderen. ‘Daar waren ze weer met hun strategische reserve en we hebben ze niet nodig gehad’, wordt dan achteraf gezegd. Maar zodra het een week of twee goed doorvriest, zal iedereen blij zijn dat we die reserves hebben. Dat is een beetje hetzelfde met de gasvoorraden.”

Kan de aardgasprijs nog lang hoog blijven?

PEETERS. “De markt blijft voorlopig krap, omdat de voorraden nog moeten worden aangevuld. Ik kom uit die sector en ik weet dat de grote producenten de markt ook durven te bespelen. Is de markt krap, dan komt het hen goed uit om de krapte te rekken.”

Is een fusie met Fluxys, de beheerder van het Belgische aardgasnet, nog een optie voor Elia?

PEETERS. “De gemeenten zijn zowel onze referentieaandeelhouder via de holding Publi-T, als de meerderheidsaandeelhouder van Fluxys via de holding Publigas. Publigas heeft een historisch overschot aan middelen, terwijl in die sector minder geïnvesteerd wordt. Publi-T heeft minder financiële slagkracht, terwijl wij veel investeren. Vanuit het perspectief van de gemeenten is een fusie dus logisch, maar dat is uiteraard een discussie tussen de aandeelhouders. Operationeel is er echter weinig synergie tussen onze activiteiten. Ja, je zou kapitaal makkelijker kunnen verschuiven, maar dat doe je misschien beter op het niveau van de holdings. En hoeveel tijd moet je steken in het kijken naar de eigen navel, als je voor een energietransitie staat? Stel dat we Elia en Fluxys in elkaar schuiven. Dat kijkt iedereen naar zijn positie in het bedrijf. Dat kost ook veel energie. En als de synergievoordelen beperkt zijn, heeft het dan zin? Regelmatig met elkaar praten – en het zijn goede collega’s bij Fluxys – is meer dan voldoende om onze activiteiten te coördineren.”

De grote aardgasproducenten durven de markt te bespelen. Is de markt krap, dan komt het hen goed uit om de krapte te rekken

Europa heeft deze zomer de klimaatambities aangescherpt met het Fit for 55-programma. Dat is goed nieuws voor Elia?

PEETERS. “Het is goed dat Europa besefte dat er een tandje bijgestoken moet worden als klimaatneutraliteit tegen 2050 de ambitie is. Fit for 55 biedt ons extra investeringskansen, die nog niet allemaal in onze plannen zitten. Kijk naar Duitsland, dat onlangs heeft beslist tegen 2045 klimaatneutraal te zijn. De Duitse overheid heeft meteen bijkomende offshorewindzones ingetekend. Dat vraag ook extra connectiecapaciteit.”

Zal de groei van Elia in de komende jaren vooral organisch zijn, op het ritme van de investeringen? Of zijn er kansen voor overnames?

PEETERS. “Beide. De groei blijft een groot stuk organisch dankzij de investeringskansen die de transitie biedt. Daarnaast is Elia een Europese speler die een belangrijke rol wil spelen in de ontsluiting van de noordelijke zeeën. We kijken naar alles wat interessant kan zijn voor de energietransitie. Maar overnames kondig je aan na de feiten, niet ervoor. De markt is heel dynamisch. Ik ga zeker niets zeggen over concrete deals.”

Hebt u voldoende financiële slagkracht voor overnames?

PEETERS. “Om de verwachte groei te financieren zullen we nog enkele keren naar de financiële markt moeten gaan om zowel vers kapitaal als nieuwe schulden op te halen. Daarom trekken we ook vaak op roadshow. Het is belangrijk dat investeerders je al goed kennen als je groeikapitaal nodig hebt.”

De regulator bepaalt welk rendement op eigen vermogen u mag verdienen. In 2024 komt er een nieuw regelgevend kader in België en Duitsland. Wordt dat kader voldoende interessant om de groei te financieren?

PEETERS. “De regulator moet de context scheppen die het mogelijk maakt om voldoende middelen aan te trekken. De vraag voor de regulatoren is op welk moment je de operatoren beloont om efficiëntie na te streven, en op welk moment je hen motiveert om snel de infrastructuur uit te bouwen. De prioriteit vandaag is tegen grote snelheid de infrastructuur te bouwen. Zodra die er is, zullen de schroeven opnieuw worden aangedraaid richting een heel efficiënt beheer van die infrastructuur. Ik spreek misschien voor eigen winkel, maar als regulator zou je nu een fout maken door te veel op efficiëntie te focussen, waardoor er te weinig middelen zouden zijn om de transitie mogelijk te maken.”

Hoe lang duurt die bouwfase nog?

PEETERS. “Voor wind op land duurt de bouwfase in België nog tot het begin van de jaren dertig. Om de offshorewindenergie aan land te brengen, heb je een stevig geraamte van hoogspanningslijnen nodig. In België zal die backbone robuust zijn zodra de projecten Ventilus en Boucle du Hainaut afgewerkt zijn. Dan zitten we redelijk goed tot en met 2050. Op zee hebben we echter nog veel meer werk. Om de geplande extra capaciteit aan land te brengen, moeten we interconnecties, platformen en energie-eilanden bouwen.”

Kunnen problemen met vergunningen nog een pad in de korf zetten?

PEETERS. “Ja. Zoals iedereen die grote investeringen doet in Europa botsen we op lange doorlooptijden. De discussie zal snel op de politieke agenda komen, gezien de behoefte aan investeringen. Op sommige plaatsen heeft de langere looptijd van een vergunning niets meer te maken met de terechte zorg voor de omwonenden, maar gaat het om het doorschuiven van de last naar andere omwonenden. Niemand wil een lijn in zijn achtertuin, maar je hebt die windturbines, zonneparken en pylonen nodig, anders krijgen we een gigantisch klimaatprobleem. We doen er nu gemiddeld 12 jaar over om een idee te realiseren op het terrein. Daarvan gaat 10,5 jaar naar procedures en 1,5 jaar naar het bouwen. Ook voor de omwonenden is zo’n lange onzekerheid niet wenselijk.”

Elia-topman Chris Peeters: 'Het debat moet over veel meer gaan dan de kerncentrales'
© FRANKY VERDICKT

Zal een systeem van volledig hernieuwbare energie substantieel duurder zijn dan een systeem dat vooral draait op fossiele brandstoffen?

PEETERS. “Dat hangt af van het pad dat je volgt. Vandaag is nieuwe hernieuwbare energie goedkoper dan nieuwe fossiele centrales. Als je dat pad volgt, ben je dus in principe goedkoper af. Maar daar zijn risico’s aan verbonden. Als je technologie subsidieert en integreert die nog niet matuur is, betaal je daar een prijs voor. Kijk naar de hype rond waterstof. Groene waterstof staat nog heel ver van marktconforme prijzen. Zet je daar vroegtijdig heel zwaar op in als brandstofbron voor het elektriciteitssysteem, dan ga je weer te vroeg grote bedragen uitgeven. Een stapsgewijze elektrificatie hoeft geen energieschok voor de economie te zijn, op voorwaarde dat je het slim aanpakt en je tegelijk de energie-efficiëntie van de industrie en de gebouwen aanscherpt. Daar ligt nog veel ruimte voor verbetering. Als we dat doen, is dat deel van de energietransitie al gebeurd. Daarna komen andere technologieën die de verdere transitie betaalbaar maken.”

Met een goed geïntegreerd systeem is er alleen nog een probleem in lange koude periodes. Maar dat kun je oplossen met digitalisering

Is er nog grootschalige back-up nodig in een systeem dat grotendeels draait op hernieuwbare energie?

PEETERS. “Je hoeft naast elke windturbine geen back-upcentrale te plaatsen. Met een goed geïntegreerd systeem is er alleen nog een probleem in koude winters. In Duitsland heet dat Dunkelflaüte: een lange periode van kou, met weinig wind en weinig zon. Dan heb je een capaciteitsprobleem dat je moet oplossen, maar alleen voor een periode van twee weken.”

Waarvoor je geen centrales kunt bouwen.

PEETERS. “Dat hoeft ook niet omdat het systeem dankzij de digitalisering veel flexibeler wordt. We zullen de vraag veel beter kunnen sturen en kunnen afstemmen op het aanbod. En dat kan zonder aan comfort in te boeten. Het aanbod van groene energie is wispelturig, maar het digitale systeem zal ervoor zorgen dat je elektrische auto voldoende opgeladen is, dat je een warme douche kunt nemen en dat je huis warm is. De batterij van de elektrische auto zal een enorme flexibiliteit bieden. Op piekmomenten zal je auto stroom kunnen leveren aan het net. Een goede digitalisering levert een bijdrage aan het evenwicht op het net, zonder aan comfort in te boeten.”

Elia neemt het voortouw in de digitalisering van het net, maar de distributienetbeheerders hebben contact met de eindklant.

PEETERS. “We zijn samen de beheerders van het systeem. Een wagenpark van 20.000 elektrische auto’s zien we amper op onze grafiek in het controlecentrum. Maar 1 miljoen auto’s, dat zullen we heel goed merken. Daar bereiden we ons op voor. Digitaliseren moet je doen voordat de problemen zich stellen. Een bedrijf met Europese ambitie moet de trends op de markten voor zijn, zodat je niet met klungelige oplossingen achter de feiten moet lopen.”

Bio

Geboren in 1966 in Zonhoven

Burgerlijk ingenieur KU Leuven

Begint in 1989 als onafhankelijk bouwingenieur

1991: stichter en zaakvoerder van Altro Steel

1996: sales- en technical manager van Hoogovens Aluminium

1998: partner consultancykantoor McKinsey

2012: directeur business consulting Schlumberger

2015: CEO Elia

12 jaar werkt Elia gemiddeld aan een project. Daarvan gaat 10,5 jaar naar procedures en 1,5 jaar naar het eigenlijke bouwen.

Partner Content