Drie experts over de daadkracht van de overheid: ‘Slechte communicatie stimuleert het coronavirus’

Carl Devos, Marc Buelens en Fons Van Dyck © .

Om covid-19 terug te dringen is het van cruciaal belang dat de bevolking de overheidsmaatregelen respecteert. De overheid kan dat niet afdwingen door controle alleen, ze moet mensen motiveren. Daarvoor is een goede communicatie essentieel. Net daar liep het de afgelopen weken mis.

“De overheid heeft onvoldoende helder gecommuniceerd en dat is gevaarlijk. Dat blijkt ook uit onderzoek van de UGent”, zegt politoloog Carl Devos (UGent). “Na de recente Veiligheidsraad is de motivatie van de mensen om de maatregelen te respecteren gezakt van 80 naar 50 procent. Slechte communicatie stimuleert het coronavirus, dat maakt het des te erger. Goede communicatie is cruciaal voor het gezondheidsbeleid.”

De veel besproken persconferentie met powerpointpresentatie van de Nationale Veiligheidsraad, was een dieptepunt in de communicatie, maar het probleem zit dieper. “Ik was ontgoocheld in de persconferentie”, zegt Marc Buelens, emeritus-hoogleraar management aan de Vlerick Business School. “Ik had verwacht dat de overheid een professionele structuur zou aanbrengen in de chaos van taskforces. Ik heb niets gehoord van een nationale eenheid. Ons land is daar erg aan toe.”

Fons Van Dyck, hoofd van de communicatie- en marketingspecialist Think BBDO, wijst erop dat er minstens drie doelgroepen zijn. Voor elke doelgroep is een andere boodschap nodig. Er is de bijna pedagogische info over wat anderhalve meter afstand houden betekent. Bij hardleerse mensen helpt alleen bestraffing. “Voor de derde groep moet je een hoger doel formuleren. Dat deed de Franse president Macron toen hij zei ‘Nous sommes en guerre‘.”

Moet de overheid meer inzetten op zulke motivatiegerichte en empathische boodschappen in plaats van zich te verliezen in technische details?

CARL DEVOS. “Ja. In deze crisis is het van het allergrootste belang dat de maatregelen die de overheid uitvaardigt, massaal worden opgevolgd. Dat moet gebeuren op een heel grote schaal en in de privésfeer. Daarom is het voor de overheid onmogelijk dat af te dwingen. Als mensen het gevoel hebben dat de maatregelen unfair, onlogisch of overdreven zijn, worden ze niet gevolgd.”

MARC BUELENS. “Elk sociaal systeem – een klein gezin, een groot bedrijf of een gemeenschap – heeft behoefte aan twee dingen. Ten eerste, duidelijke regels. Wat moet ik doen om het goed te doen in dit bedrijf of thuis? Dat zijn goede, heldere afspraken. Het tweede is sociale steun, warmte, genegenheid, vriendschap en liefde. Duidelijke regels bestaan niet uit gedetailleerde instructies. Een duidelijke regel is bijvoorbeeld ‘blijf in uw kot’. Dat was een van de beste duidelijke regels in de wereld, in een taal die iedereen begreep. De meeste mensen die één beeld uit Bergamo (de Italiaanse stad die zwaar werd getroffen door het coronavirus, nvdr) zagen, wisten waarom ze in hun kot moesten blijven. Ik vind dat de overheid dat vrij goed heeft gedaan, maar de langzame verschuiving naar meer empathie is niet goed gebeurd. Dat komt omdat het werd verward met iets anders: inspraak. Hoeveel inspraak mag een bloemenwinkel hebben om te beslissen over sociale afstand? In een normale democratie, maximaal. Nu? Bitter weinig.”

De experts gaven advies aan de politici, waarop de communicatie van de politici volgde, maar snel daarna vroegen de media de experts commentaar te geven op de beslissingen van de politici. Dat is niet efficiënt.

FONS VAN DYCK. “Er is een rollenconflict. Een krant heeft dat le gouvernement des virologues genoemd. Je kunt je de vraag stellen of het land wordt bestuurd door Van Ranst of Wilmès.”

DEVOS. “De enige groep die in een democratie rekenschap moet geven voor wat ze beslist, zijn de politici. De experts spelen een belangrijke rol in het formuleren van advies, maar daarna moeten de politici die beslissingen in de duidingsprogramma’s toelichten. Dat de politici dat op een bepaald moment hebben overgelaten aan de experts, heeft de experts in een moeilijk parket gebracht. We hadden veel vroeger een duidelijke taakverdeling tussen de experts en de politiek nodig.”

BUELENS. “Politici beschouwen een effectieve organisatie van de overheid zelden als een topprioriteit. Ook al bestaat er een structuur die werkt, ze gooien die bij de eerste de beste test overhoop. In België werd de Nationale Veiligheidsraad opgericht als reactie op de terroristische dreiging. Die structuur werkte en was voorbereid, maar men heeft die ondoordacht aangepast en uitgebreid.”

DEVOS. “Gooi die wildgroei van extra structuren weg. Het is bizar dat je bij een crisis als eerste stap allerlei organen creëert, terwijl dit land bezaaid ligt met netwerken voor advies, overleg, consultatie, coördinatie en informatie. Achteraf gezien had men gewoon de bestaande regels en procedures moeten volgen. Er is een federaal crisisplan. Erken het overwicht van de Nationale Veiligheidsraad, die de lijnen uitzet. Vervolgens functioneren de deelstaten op de domeinen waarop zij bevoegd zijn, volgens de centraal genomen beslissingen.”

Is de daadkracht van de regering niet gehypothekeerd omdat ze geen meerderheid heeft en afhangt van steun van buitenaf?

DEVOS. “Deze crisis aanpakken is onmogelijk met een regering zonder een volwaardig vertrouwen en programma. Nu beschikt ze over volmachten om de coronacrisis aan te pakken. Maar waar stopt dat? Alles is corona. In dit soort van crisisbeheer moet je vermijden dat de belangrijkste speler, de federale regering, zelf een probleem vormt en verzwakt is door allerlei tegenstellingen. Dat is duidelijk het geval. Er is behoefte aan een premier die wordt erkend als de nummer één en geen vijf vicepremiers die denken ‘ik zal het straks worden’. Vandaar de oproep van sommigen om grote partijen en sterke figuren in de regering te laten zetelen, in de hoop dat ze een natuurlijk leiderschap kunnen opbouwen.”

VAN DYCK. “Dat klopt, maar je kan in crisissen natuurlijk leiderschap zien bovenkomen. Soms staat iemand op. De facto vult Marc Van Ranst dat gat in de Vlaamse publieke opinie. Men luistert en beeft soms als Marc Van Ranst spreekt. In een Belgische context moet er een hiërarchie zijn, een baas. Maar die baas moet ook zorgen voor een consensus. Ik merk in België al een hele tijd een concurrentiestrijd. Zaterdag vulde Vlaams minister-president Jan Jambon met een videoboodschap het gat op premier Sophie Wilmès vrijdagavond had achtergelaten. Leiderschap werkt. Toen de Duitse kanselier Angela Merkel een half jaar geleden in de touwen hing, was de opvolgingsstrijd losgebarsten. Nu is haar gezag terug. Ik zie in België niemand om het gezag op te eisen en verbindend te werken.”

DEVOS. “Ik hoor vaak dat echt leiderschap in België niet mogelijk is omdat het een federaal land is, maar Duitsland en Oostenrijk zijn federale landen en pakken de crisis beter aan.”

BUELENS. “Het drama is dat zelfs volmachten niet helpen. Een cultuur moet leiderschap mogelijk maken, maar onze cultuur is gekoppeld aan onze bizarre staatsstructuur. De bevolking of een deel ervan zal iedereen die nu opstaat, wantrouwen. Bij een leider moet je je veilig voelen, maar de bevolking voelt zich niet veilig bij Bart De Wever of Paul Magnette. Koen Geens kreeg niet eens de kans. Jean-Luc Dehaene zou nu evenmin een kans krijgen.”

VAN DYCK. “Deze crisis is blijkbaar nog niet voldoende opdat de twee tenoren zouden zeggen ‘de nieuwe De Wever is aangekomen, le nouveau Paul Magnette est arrivé‘. Het draaiboek voor zo’n bocht ligt klaar. Je verontschuldigt je, belooft verandering en er komt een nieuwe duiding van de crisis.”

DEVOS. “Wie weet, de wonderen zijn de wereld nog niet uit.”

Het woord ‘lobbyen’ dook weer op. Sommige sectoren zouden hun invloed hebben aangewend om een snellere heropening af te dwingen. Hoe moeten we dat duiden?

BUELENS. “Goede lobbying is aan een besluitvormer uitleggen dat hij bepaalde variabelen niet over het hoofd mag zien. Hij informeert de besluitvormer dat zijn sector bijvoorbeeld veel mensen tewerkstelt en dat die economische activiteit nodig is in een moderne maatschappij. Slechte lobbying is liegen tegen de overheid. Maar de overheid moet ook de boodschap meegeven dat alles binnen de krijtlijnen moet blijven. Ik vraag mij af welke modellen men heeft gehanteerd om te bepalen welke sectoren belangrijk zijn voor de economie.”

VAN DYCK. “Mij verbaasde het zes weken geleden al dat er op het ministerie van Economie geen lijst bestond van strategische sectoren. Hoe kan je dan een beleid voeren als je midden in een storm staat? Op dat moment is de kans reëel dat de groepen die zich in de beste positie bevinden om hun zaak te bepleiten, hun slag thuis halen.”

DEVOS. “Lobbying is niet verkeerd in de ideale wereld. Maar de voorbije weken is een ander beeld gecreëerd. De indruk ontstond dat de Aveve-tuincentra konden openen dankzij lobbying van de Boerenbond. Waardoor politici het verhaal verzonnen dat mensen in quarantaine iets moesten hebben om zich bezig te houden, zoals in de tuin werken. Kabinetsmedewerkers bevestigen mij dat belangenorganisaties en individuele bedrijven hebben gelobbyd om openingen te versnellen.”

Drie adviezen van drie wijzen

1. Fons Van Dyck

“In Scandinavië en Nederland is het gebruikelijk dat de gezondheidsexperts in alle transparantie hun advies uitbrengen en dat de overheid 24 of 48 uur later de beslissingen neemt. De politici dragen de ultieme verantwoordelijkheid.”

2. Carl Devos

“Start het onderzoek over deze crisis nu op. Ik pleit niet voor een onderzoekscommissie, maar de evaluatie moet nu – terwijl de crisis nog bezig is – worden gemaakt om te vermijden dat we in september weer in deze situatie zitten.”

3. Marc Buelens

“De overheid had al lang geleden gamers moeten inschakelen om simulaties te maken. Dan weet je bijvoorbeeld wat zal gebeuren als iedereen naar de kust reist.”

Partner Content