De balans: te veel covid-brokkenpiloten in de Wetstraat

Minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke tijdens een persconferentie n.a.v. het Overlegcomité op 26 oktober 2021. © belga
Alain Mouton
Alain Mouton Journalist

Het Overlegcomité komt vervroegd samen om nieuwe verstrengingen door te voeren die de vierde coronagolf moeten aftoppen. Die komen minder dan een week na de vorige strengere maatregelen. De oorzaak? Enkele politici hebben zich de voorbije dagen als echte covid-brokkenpiloten gedragen, op alle niveaus.

Symbolischer kon het niet: een paar dagen geleden riep het college van provinciegouverneurs op tot een coherent federaal coronabeleid. Desnoods met strengere maatregelen, omdat de curves van de vierde golf maar niet onder controle raken. Dat uitgerekend een gezelschap van figuren die in belangrijke mate een ceremoniële functie hebben de alarmbel luiden, wijst op de gebrekkige manier waarmee de politiek deze pandemie blijft aanpakken.

Wat nu gebeurt, is het gevolg van de zoveelste veel te trage reactie van het beleid. Men moest geen viroloog zijn om te weten dat de maatregelen die een goede week geleden op het Overlegcomité werden afgeklopt, onvoldoende zouden zijn. Evenementen, fuiven, teerfeesten en scholen blijven broeihaarden voor de deltavariant van het virus. Toch raakte men niet verder dan een paar symboolmaatregelen en halfslachtige compromissen. Ondertussen zitten we volgens biostatistici de facto aan misschien wel 100.000 besmettingen per dag. Men zou met enige ironie kunnen stellen dat in dit tempo tegen begin maart 2022 alle Belgen minstens één keer besmet zullen zijn.

“Maatregelen betekenen niets als ze niet worden nageleefd. Ons persoonlijke gedrag heeft een invloed op deze crisis”, zei premier Alexander De Croo (Open Vld) in de Kamer. Een beetje flauw. In de Wetstraat is te horen dat de politici goed wisten dat de vorige week afgesproken maatregelen niet genoeg waren. Daarna wordt dan toch alle schuld in de voeten van de Belg geschoven.

De federale regering nam het bovendien zelf niet echt nauw met de coronaregels toen de Franse premier Jean Castex begin deze week op bezoek kwam. Minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V) en haar collega van Ontwikkelingssamenwerking Meryame Kitir (Vooruit) reizen vrolijk naar de andere kant van de wereld. Maar coach De Croo steekt het allemaal op ‘de ploeg van 11 miljoen’.

Vandenbroucke leidt de aandacht af

In de Wetstraat zijn enkele brokkenpiloten actief. Gepokt en gemazeld slagen ze er echter in elke verantwoordelijkheid van zich af te schuiven. Nog in de Kamer zei minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) dat er “sterke maatregelen moeten komen die onmiddellijk ingaan. Er is geen tijd te verliezen, wachten betekent meer miserie.” Dat klopt. Alleen leidt de minister met zijn – weliswaar terechte – waarschuwing de aandacht magistraal af van zijn eigen falen. Het kan niet genoeg gezegd worden: door op de rem te staan toen Vlaanderen de vaccinatie met de derde prik wou uitrollen, heeft Vandenbroucke kostbare tijd doen verliezen. Normaal zou zoiets een minister de rest van zijn loopbaan moeten achtervolgen. Maar niet in België.

Uiteraard zou de uitrol van de boosterprik in oktober de vierde golf niet hebben tegengehouden. Maar de impact op de zorgsector zou minder groot zijn geweest. Mocht elke 65-plusser een derde prik hebben gekregen, zou de bezetting in de afdeling intensieve zorg 30 procent lager zijn. Biostatisticus Tom Wenseleer wijst al op de effecten van de derde prik, want de situatie loopt in woonzorgcentra niet uit de hand.

Dan is er die andere brokkenpiloot: Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) die op alle manieren probeert weg te relativeren dat de scholen – en vooral de lagere scholen waar de kinderen niet gevaccineerd zijn – coronabroeihaarden zijn. Het fysieke onderwijs zo lang mogelijk garanderen is een nobele doelstelling, maar op een bepaald moment moet men de realiteit onder ogen zien. En niet enkel denken aan de persoonlijke imagoschade wanneer men het beleid moet bijsturen.

De Vlaamse minister van Onderwijs en zijn federale collega Vandenbroucke doen denken aan het Spaanse jongetje Pépé in Asterix in Hispania. Wanneer hem iets niet zint, houdt hij zijn adem in tot hij vuurrood ziet, en uiteindelijk zijn zin krijgt.

Een cynisch cadeau

De coronacrisis was lange tijd het bindmiddel van de Vivaldi-regering. De voorbije weken bleek dat dit minder het geval was met spanningen tussen de PS en de andere regeringspartijen rond de verplichte vaccinatie van het zorgpersoneel. Nu is de situatie zo ernstig dat de neuzen opnieuw in dezelfde richting staan. Maar dat is ook een cynisch cadeau voor de Vivaldi-coalitie. Het maskeert het geknoei in andere dossiers. Zo lijkt er nog altijd geen einde te komen aan de sinterklaaspolitiek van de federale ploeg. Denken we maar aan de thuiswerkpremie van 50 euro per maand voor federale ambtenaren. Nu blijkt ook dat het bijsturen van het fiscale gunstregime voor de profvoetballers minder ver gaat dan aanvankelijk was afgesproken. Ondertussen betaalt Jan Modaal met zijn oplopende energiefactuur nog altijd de volle pot aan belastingen en sociale bijdragen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content