Olieproducenten moeten herstructureren

© reuters
Gregg Carlstrom correspondent Midden-Oosten van The Economist

Saudi-Arabië en andere Arabische oliestaten gaan op zoek naar andere inkomsten.

Arabische olieproducenten zitten al tientallen jaren in een lastig parket. Als de prijzen zakken, beloven ze dat ze hun economie van het zwarte goedje zullen laten afkicken. Maar lage prijzen betekenen dat ze zich geen dure hervormingen kunnen veroorloven. Vervolgens zakt de productie, stijgt de vraag en veren de prijzen weer op. De schatkisten zitten dan weer boordevol en de druk om te hervormen verdwijnt.

In besloten kring vragen sommige functionarissen zich af of die cyclus voorbij is en hervormingen onvermijdelijk zijn geworden. De verminderde vraag door covid-19 deed de prijs van Brent-olie in 2020 zakken tot maar liefst 21 dollar per vat. De prijzen zullen in 2021 enigszins herstellen, maar niet veel boven 50 dollar uitkomen. De meeste oliestaten in het Midden-Oosten zullen hun begroting nog altijd niet in evenwicht krijgen.

Spookachtig Dubai

Saudi-Arabië, de grootste producent in de regio, zal blijven zoeken naar niet-oliegerelateerde inkomsten. Vorig jaar verhoogde het de btw van 5 naar 15 procent. Saudi’s die hoopten dat de verhoging tijdelijk was, zullen erachter komen dat ze zich vergissen. Maar het tekort zal oplopen. Aannemers die voor de openbare sector werken, zullen problemen krijgen met achterstallige betalingen. Toch zal het koninkrijk doorgaan met de bouw van zijn grootste megaprojecten. Voorbeelden zijn Neom, een hoogtechnologische stad in de noordwestelijke woestijn met een prijskaartje van 500 miljard dollar, en een gepland vakantieoord aan de Rode Zee dat groter is dan sommige Europese landen. Het zal ook meer migranten uit de arbeidsmarkt duwen. Zo komen er laagbetaalde banen vrij voor eigen burgers. Ondertussen zal een avondrit door Dubai spookachtig aandoen, met leegstaande en donkere torenhoge appartementenblokken en weelderige villa’s.

De Verenigde Arabische Emiraten zullen ongeveer 1 miljoen migranten verliezen, een tiende van hun bevolking. Sommigen zullen werkloos worden en terugkeren. Anderen zullen na een loonsverlaging hun gezin naar huis sturen en in kleinere flats gaan wonen om de kosten te drukken. Nieuwbouw zal de vastgoedprijzen nog verder doen zakken, na de daling met 10 procent in 2020. Dubai zal met vertraging nog een boost krijgen met de opening van de Wereldtentoonstelling in oktober 2021.

Koeweit zal de obligatiemarkten aanboren om een gat in de begroting te dichten dat kan oplopen tot 15 procent van het bbp. Toekomstige generaties zullen dan meer schulden moeten afbetalen voor een bovenmaatse publieke sector. Voor Bahrein en Oman, die allebei al een rommelstatus hebben, zal het moeilijker worden geld te lenen.

Geen beterschap

Er zullen geen vooruitzichten op beterschap zijn. De olievraag zal beneden peil blijven. Aan de aanbodzijde zullen de leden van de OPEC+ die zich in 2020 aan strikte productieplafonds hielden meer oppompen om marktaandeel te verwerven. Met het nieuwe Iran-beleid van de Amerikaanse president Joe Biden zal er meer aardolie in de markt sijpelen. Koningen en ministers zullen eindelijk beseffen dat ze hun economie moeten herstructureren. Ze zullen zich ook afvragen of het daarvoor niet te laat is.

Partner Content