‘Als glyfosaat het label kankerverwekkend krijgt, is dat een catastrofe’
Trends selecteerde de beste artikels van 2017. Een daarvan is dit artikel uit mei over de omstreden onkruidverdelger Roundup.
Dit interview verscheen halfweg mei in Trends
De acquisitie door Bayer van het Amerikaanse Monsanto, de producent van de beruchte onkruidverdelger Roundup, verhit de gemoederen. De Ier Liam Condon, die als CEO van Bayer CropScience de spectaculaire overname orkestreert, gaat fors in het verweer.
Monsanto heeft in onze contreien, om het zacht uit te drukken, geen al te beste reputatie. Het Amerikaanse landbouwconcern is al decennialang berucht voor zijn door milieuactivisten verketterde genetisch gewijzigde zaden én het is de producent van de controversiële onkruidverdelger Roundup. Die bevat glyfosaat, een chemisch ingrediënt dat mogelijk kankerverwekkend heet te zijn. Datzelfde Monsanto werd in september voor 66 miljard dollar overgenomen door Bayer, een deal die nog goedkeuringen van concurrentieautoriteiten op diverse continenten vergt. Dat die overname een werk van lange adem zou worden, stond in de sterren geschreven, maar ze is een kolfje naar de hand van de 49-jarige Dublinner Liam Condon. De gepassioneerde marathonloper is sinds 2012 de CEO van Bayers CropScience-divisie, die in Gent-Zwijnaarde een van haar belangrijkste onderzoekscentra voor zaden heeft. Dat hardlopen is nu meer dan ooit welkom, geeft polyglot Condon toe. “Zo raak ik alle stress en spanning kwijt, en ben ik productiever.”
Proficiat met de geplande overname, maar Monsanto probeerde zelf eerst tot drie keer toe de Zwitserse agrovoedingsgroep Syngenta over te nemen, en werd telkens wandelen gestuurd. U bent tweede keuze?
Condon: “Monsanto zal altijd toegeven dat het van in het begin het liefst met ons in zee wilde gaan, maar dat het dat toen niet mogelijk achtte. Dat het een blauwtje liep bij Syngenta maakte het er allemaal veel eenvoudiger op. We moesten Monsanto niet meer overtuigen van onze strategie, omdat die dezelfde is als de zijne: het smeden van een geïntegreerd bedrijf voor zaden en gewasbescherming.”
Was er een plan B?
Condon: “We waren zeker dat er een nieuwe consolidatieronde zou komen. En het was altijd duidelijk dat voor ons als grote speler in gewasbescherming het enige zinvolle een forse stap richting zaden en genetische eigenschappen was. Monsanto was daarin met ruime voorsprong het nummer één. Het alternatief was Pioneer, de zadentak van DuPont. Maar die optie viel weg in 2015, toen DuPont aankondigde te fuseren met Dow Chemical. Dat maakte meteen duidelijk dat, als we ook onze slag wilden slaan, we niet langer mochten wachten.”
Uw plannen om Monsanto over te nemen kregen veel kritiek. Bayer was niet onbesproken, en koopt een bedrijf dat wordt omschreven als des duivels, wegens zijn genetisch gewijzigde zaden en zijn onkruidverdelger Roundup. ‘A marriage made in hell’, heette het.
Condon: “We hebben vooraf in het management en de raad van bestuur intensieve discussies over die reputatiekwesties gehad. Monsanto heeft vooral in Duitsland, Frankrijk en de Benelux nogal een negatieve reputatie. Soms wordt de indruk gewekt dat ze bij Monsanto allemaal drie hoofden hebben en wakker worden met de vraag hoe ze de wereld om zeep kunnen helpen (lacht). Maar ze werken daar ook gepassioneerd aan producten die mensen het leven makkelijker kunnen maken, en velen komen van familieboerderijen die ze willen kunnen overdragen aan volgende generaties. Alleen heeft Monsanto ondermaats gepresteerd in het verklaren waar het echt voor staat. Volgens mij gaat dat terug tot het verre verleden, toen ggo’s werden geïntroduceerd in Europa. Toen waren ze dermate overtuigd van de meerwaarde van die technologie dat ze ze waarschijnlijk te veel hebben willen pushen.”
Maar intussen woedt meer dan ooit het debat over glyfosaat en over Roundup dat glyfosaat als hoofdingrediënt heeft.
Condon: “Er doen veel mythes en verkeerde percepties de ronde. Wij horen van buren of vrienden dat Monsanto slecht is, en dat glyfosaat kankerverwekkend is, en iedereen vraagt waarom wij dat in godsnaam doen, want dat het mensen doodt. Nochtans heeft elke regelgevende autoriteit bevestigd dat glyfosaat niet kankerverwekkend is wanneer het gebruikt wordt zoals voorgeschreven. Er werden daarover al honderden wetenschappelijke rapporten geschreven en nog altijd heeft niemand iets bewezen. Er is één orgaan, het Internationaal Agentschap voor Kankeronderzoek, dat een aparte benadering hanteert en stelt dat de aanwezigheid van een potentieel schadelijke substantie in voeding moet leiden tot beteugeling. Dat agentschap heeft glyfosaat in dezelfde categorie gezet als koffie, rood vlees en hete dranken. Moeten we al die dingen dan maar verbieden? De realiteit is dat de meeste mensen maar één kant van het verhaal horen, en dat is die die vaak sensatie veroorzaakt.”
Maar dat wordt almaar lastiger. De Belgische overheid heeft de verkoop en het gebruik van glyfosaat door particulieren verboden. De situatie verbetert er niet op voor u.
Condon: “Volledig akkoord. Uiteindelijk zal de Europese Commissie duidelijkheid moeten verschaffen. Ze heeft haar beslissing over de vernieuwing van de registratie van glyfosaat uitgesteld. Nochtans heeft het Europees Agentschap voor chemische stoffen nogmaals gesteld dat er geen risico op kanker is. De regelgevende overheid moet de knoop doorhakken. We hopen dat ze haar beslissing zal baseren op feiten. Europa heeft een unieke kans om op te komen voor de wetenschap en te tonen dat de tijd van heksenjachten op basis van emoties voorbij is.”
Jullie krijgen ook kritiek omdat er een rechtstreekse band is tussen het gebruik van glyfosaat en genetisch gewijzigde zaden. Het ene kan niet zonder het andere, omdat de zaden zo zijn gewijzigd dat ze immuun zijn voor glyfosaat.
Condon: “Wij hebben geen enkel probleem met kritiek, zolang die terecht is. We hebben in Europa helemaal geen ggo’s. Dat toont aan hoe absurd de discussie is. Alles wordt op een hoopje gegooid. En uiteraard zijn er groepen die ook goed hun boterham verdienen door sensatie te zoeken, die hopen dat als je maar luid genoeg roept, sommige stellingen in het geheugen van mensen blijven kleven.”
De resistentie van onkruid tegen glyfosaat neemt stilaan toe. Wat nu?
Condon: “Glyfosaat is zo’n once in a lifetime product, dat zo succesvol is dat het het slachtoffer van zijn eigen succes wordt. Het is zo eenvoudig te gebruiken en zo efficiënt, dat landbouwers nu eenmaal geneigd zijn het veelvuldig te gebruiken. En zoals met elke substantie die te veel wordt gebruikt, krijg je biologische resistentie. Het wijst op het échte probleem, het gebrek aan innovatie in onkruidverdelgers. Landbouwers roepen om nieuwe benaderingen. We werken daaraan, maar er zijn nauwelijks opties. Zolang die benaderingen er niet zijn, moeten we de diversiteit waarborgen door niet elk seizoen hetzelfde gewas te telen op dezelfde manier en met dezelfde gewasbeschermingsmiddelen. We werken intussen hard aan de nieuwe generatie beschermingsmiddelen, maar we verwachten dat het nog meer dan vijf jaar zal duren voor we een product op de markt hebben dat alle goedkeuringen gekregen zal hebben.”
Wat als glyfosaat het label kankerverwekkend krijgt en Roundup van de markt moet worden gehaald? Is dat een catastrofe voor u?
Condon: “Als het dat label krijgt, is dat een catastrofe voor de hele wereld. Als je weet dat 40 procent van de oogst van landbouwers verloren kan gaan door onkruid en ze dat onkruid dan heel moeilijk kunnen bestrijden, is het duidelijk dat het niet alleen ons pijn zal doen. Maar we bekijken het nuchter. In de Verenigde Staten, onze grootste markt, is er geen enkele aanwijzing dat autoriteiten overwegen het gebruik van glyfosaat te beperken of van de markt te halen. En in Europa wordt het dus minder gebruikt omdat er ook geen ggo’s zijn.”
Bayer krijgt veel kritiek als producent van zogenoemde neonicotinoïdes, een insecticide dat bijenpopulaties zou verwoesten.
Condon: “Eerst en vooral, landbouwers en bedrijven als Bayer hangen af van bijen. Wij zouden de domste mensen op aarde zijn als we producten zouden ontwikkelen die bijen schaden. Het is al te gemakkelijk te zeggen dat je voor de bijen bent en tegen de kerels die bijen doden. Dat is een gemakkelijke politieke overwinning. Wij vragen overheden alleen beslissingen te nemen die gebaseerd zijn op wetenschap. Er is al enkele jaren een moratorium op het gebruik ervan bij bepaalde bijenvriendelijke gewassen, zoals koolzaad. Maar volgens onderzoek van de Europese Commissie is de gezondheid van bijen sindsdien niet verbeterd. Bovendien zijn sommige boeren afgestapt van die bijenvriendelijke gewassen omdat ze die niet meer kunnen beschermen, en zijn de kosten voor landbouwers gestegen. De beslissing het gebruik van neonicotinoïdes te beperken heeft de bijen niet geholpen en de landbouwers al helemaal niet. Maar er zullen wel weer elementen zijn die de Commissie zullen aanzetten dat verbod te verlengen, waarschijnlijk belangengroepen die geen rekening houden met de feiten.”
U moet zich bijna voortdurend verdedigen.
Condon: “Het is niet de kritiek die me stoort, maar het feit dat we onvoldoende in staat zijn geweest duidelijk te maken waarom landbouw zo belangrijk is en innovatie nodig is. Iedereen eet drie maaltijden per dag, toch zeker in het Westen, maar zeer weinig mensen weten iets over de oorsprong van hun voeding en over de uitdagingen om het te produceren. Mensen vinden het vanzelfsprekend dat voedsel er altijd is en zal zijn, en begrijpen het mirakel niet dat ervoor zorgt dat het van het veld tot op hun bord geraakt.”
U loopt net als Monsanto voorop in digitale landbouw. U hebt 200 miljoen euro opzijgezet voor investeringen in digitalisering en Monsanto heeft diverse bedrijven overgenomen, zoals The Climate Corporation dat data over het weer, de aarde en de gewassen analyseert.
Condon: “We zijn er beide van overtuigd dat digitalisering een disruptieve impact op de landbouw zal hebben. Je kunt nu al via satellietbeelden detecteren dat een ziekte zich ontwikkelt in een plant, nog voor de landbouwer dat merkt. Je kunt die satellietbeelden doorsturen naar een slimme tractor die via gps rijdt naar dat deel van de akker waar de ziekte opduikt, en daar met slimme sensoren alleen die planten besproeit die aangetast zijn. We testen ook robots die over het veld rijden en onkruid detecteren, en herbicide net daar sproeien waar nodig. Dat is precisielandbouw, waar je met een nauwkeurigheid van enkele meters de correcte beslissingen kunt nemen. Je kunt ook de impact van weersomstandigheden beter voorspellen via satelliet. Door natuurlijke middelen veel slimmer te gebruiken, vermijd je afval en dat oogst verloren gaat.”
Maar veel kleine landbouwers zullen zich die technologie niet kunnen permitteren.
Condon: “Dat is een misvatting. Heel wat kleine boeren in Afrika hebben misschien geen toilet, maar wel mobiele telefoons. Daarmee kom je al een heel eind, bijvoorbeeld door hen advies voor onkruidherkenning te geven via pictogrammen, of informatie over markten. Een van de grootste problemen van kleine boeren is dat ze niet weten waar ze de beste prijs voor hun producten krijgen. Ze trekken allemaal naar dezelfde markt op hetzelfde tijdstip, en krijgen een belachelijk lage prijs (lacht), terwijl ze 10 kilometer in de andere richting een veel betere prijs hadden gekregen. Dat soort informatie is voor hen veel waard.”
Kunt u het grotere toekomstplaatje van uw sector schetsen?
Condon: “Het zijn opwindende tijden om in de landbouw actief te zijn. Er is een rijke voedingsbodem voor groei, zoals een stijgende bevolking – vooral van de middenklasse en vooral in Azië en Afrika – én nieuwe voedingsgewoonten die de voedingsindustrie een boost geven. Bovendien brengt de klimaatverandering totaal nieuwe uitdagingen. En intussen krimpt de totale oppervlakte aan landbouwgrond per capita, dus moet de productiviteit op een duurzame manier stijgen. Wij zien veel mogelijkheden voor innovatie, maar er komen ook nieuwe spelers zoals Google of Bosch, die daar tien jaar geleden nooit aan zouden hebben gedacht. Er werken ook heel wat start-ups in biotech aan genetische modificatie, terwijl de durfkapitaalsector miljarden pompt in de sector. Daardoor zien we een proliferatie van nieuwe bedrijven met disruptieve technologie. Over tien jaar zullen veel dingen beschikbaar zijn waar we vandaag amper van kunnen dromen.”
Er staan in de agrochemiesector drie megafusies op stapel, met naast Bayer-Monsanto en Dow-DuPont ook ChemChina en Syngenta. U hebt ook licentieakkoorden met elkaar. Wat nu?
Condon: “Dat verandert niet. Elk bedrijf geeft technologie in licentie aan andere. Wij zullen dus licenties blijven nemen op technologie van de anderen en onze eigen technologie aan anderen aanbieden. Uiteindelijk wil je gewoon het beste pakket leveren aan landbouwers, en niet alles kan uit eigen huis komen. Wij kunnen bijvoorbeeld een zaad met twee genetische supereigenschappen hebben, maar misschien hebben we een derde supereigenschap nodig van een concullega, en die zullen we dan kopen.”
Is dit echt het eindspel? In de biersector bijvoorbeeld kon het grote fusiebedrijf InBev nog flink groeien door een nieuwe megafusie met Anheuser-Busch. U kent China goed en spreekt Mandarijn. Waarom zou u in een volgende fase niet met ChemChina samensmelten?
Condon: “Er is één enorm verschil: er is geen innovatie in bier. Het gaat alleen over schaalgrootte en efficiëntie. Hoe groter de omvang, hoe efficiënter zo’n bedrijf kan zijn. Maar in onze industrie is er zoveel innovatie en zijn er zoveel spelers dat ik me niet kan inbeelden dat één bedrijf de sector zo zou domineren, simpelweg omdat alles zo snel evolueert en er gewoon te veel gebeurt in zoveel verschillende technologieën. Er is zoveel waarin we bijzonder graag actief zouden willen zijn, maar we moeten noodgedwongen focussen op onze kernactiviteiten, zaden en gewasbescherming.”
Glyfosaat
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier