China stimuleert de binnenlandse consumptie: welke Chinese en westerse aandelen profiteren daarvan?
Voor het eerst sinds de financiële crisis subsidieert China de aanschaf van technologische producten zoals smartphones en tablets. Dat maakt deel uit van een brede strategie om de binnenlandse vraag te stimuleren en de economie te laten groeien. Zowel Chinese als westerse bedrijven profiteren daarvan, aangezien zij al jaren te maken hebben met een zwakke consumptie in China. Voor welke aandelen biedt dat groeimogelijkheden? En is de focus van China op de consument geloofwaardig?
China gaat consumenten ondersteunen bij de aanschaf van nieuwe telefoons, tablets en smartwatches. Met een subsidieprogramma wil Peking de binnenlandse consumptie stimuleren. Chinezen zijn van nature spaarzaam, maar door de vastgoedcrisis en de jeugdwerkloosheid is de binnenlandse consumptie verder ingezakt. “Terwijl Europeanen traditioneel spaarders zijn en Amerikanen beleggen op de beurs, investeren Chinezen in vastgoed. Ze zagen hun geld als sneeuw voor de zon verdwijnen nadat vastgoedbedrijven failliet gingen door niet-gerealiseerde projecten”, zegt Frank Vranken, China-analist en hoofdstrateeg van de vermogensbeheerder Edmond de Rothschild.
Na eerdere stimuleringspakketten voor bedrijven, aandelenmarkten en banken wil China zich in 2024 in de eerste plaats richten op gezinnen om de economische groei te stimuleren. Dat werd in december duidelijk tijdens een ontmoeting van topfunctionarissen onder leiding van Xi Jinping op de jaarlijkse Central Economic Work Conference. Concrete maatregelen werden toen niet genoemd, maar de subsidies voor technologische aankopen zijn alvast een eerste stap.
Subsidies op technologische producten
Peking lanceerde tussen 2007 en 2013 een vergelijkbaar subsidieprogramma voor onder meer mobiele telefoons, om tijdens de financiële crisis consumenten aan te moedigen geld te blijven uitgeven. Afgelopen jaar konden Chinezen al met overheidssteun auto’s en huishoudelijke apparaten kopen. De overheid trok daar 300 miljard yuan (39,9 miljard euro) voor uit. Dat leidde vanaf september tot meer verkopen in die productcategorieën.
Met het nieuwe programma kunnen Chinese consumenten smartphones, tablets en smartwatches inleveren en die met een korting inruilen voor nieuwe exemplaren. Niet alleen elektronicafabrikanten zoals Huawei en Xiaomi, ook webwinkels als Alibaba en JD.com zullen daarvan profiteren. Daarnaast moeten bedrijven volgens Peking ook meer nieuwe apparatuur aanschaffen. Onder meer voor landbouwers komt er een subsidie.
‘Bedrijven zoals McDonald’s en Starbucks, die vestigingen in China hebben, kunnen door het slijk worden gehaald’
Frank Vranken, Edmond de Rothschild
“Ik verwacht dat in de eerste plaats Chinese elektronicaproducenten en webshops zullen profiteren van dat steunpakket”, zegt Frank Vranken. “Apple en Samsung verliezen al jarenlang terrein in China, terwijl Huawei, Xiaomi en andere binnenlandse merken opbloeien. Dat past ook in de politieke strategie van het land om minder afhankelijk te zijn van westerse technologie. Zo ontstaat er een eigen technologische invloedssfeer die losstaat van het Westen. De chipproductie van TSMC is ook een van de redenen waarom Taiwan zo belangrijk is voor China.”
Welke aandelen profiteren?
Naast subsidies voor de aanschaf van nieuwe producten verwachten analisten dat China dit jaar financiële steun aan gezinnen aankondigt. “Dat zou verschillende westerse bedrijven helpen die afhankelijk zijn van de Chinese markt. Ten eerste de luxesector. 2023 was een bijzonder zwak jaar voor luxe, maar met de nodige stimulansen vindt de Chinese consument zijn weg terug naar luxeproducten, omdat die onvervangbaar zijn door Chinese alternatieven.” Het zijn vooral de zogenoemde mid-end luxemerken die het afgelopen jaar het hardst getroffen werden, omdat zij afhankelijk zijn van de middenklasse. Het gaat specifiek om merken zoals Hugo Boss, Burberry en Swatch. Maar hetzelfde geldt voor een groot concern zoals het Franse LVMH, dat zowel high-end als mid-end luxemerken bezit.
Een andere sector die sterk afhankelijk is van Chinese consumptie, is de voedingsindustrie. Bedrijven zoals Nestlé, Danone, Coca-Cola en Mondelez hebben aanzienlijke investeringen in China gedaan en kunnen in principe profiteren van een hogere koopkracht. Maar Vranken plaatst een kanttekening. “Veel zal afhangen van het presidentschap van Trump. Als hij, zoals beloofd, na zijn inauguratie de handelstarieven verhoogt tot 60 procent op alle Chinese importgoederen, kan dat een reactie van China uitlokken ten aanzien van het Westen. Dat hoeft niet altijd hogere importprijzen te betekenen. China kan bijvoorbeeld zogenaamde kwaliteitsproblemen constateren, zoals het eerder al deed met Europese kazen en wijnen. Vergeet ook niet dat de overheid de media bespeelt. Bedrijven zoals McDonald’s en Starbucks, die vestigingen in het land hebben, kunnen door het slijk worden gehaald. Het valt dus af te wachten hoe hard Trump het speelt.”
Een sector die niet direct zal profiteren van een sterke Chinese consument, is de westerse auto-industrie, benadrukt Vranken. “Chinezen kiezen massaal voor eigen automerken. Ik zie niet hoe de vraag naar auto’s van Volkswagen of Mercedes nog zal stijgen in China. Die tijd is voorbij. Een merk als Tesla kan bijvoorbeeld wel sterker blijven staan. Musk heeft goede connecties in China en het merk heeft een gigafactory in Sjanghai die volledig in eigen beheer is. Veel van het succes van Tesla hangt echter af van de vraag of het bedrijf de belofte kan waarmaken om zelfrijdende auto’s uit te rollen. Tesla wordt op de beurs gewaardeerd als een techbedrijf, niet als een autoproducent. Als het puur om de verkoop van auto’s gaat, is het onvermijdelijk dat het Chinese BYD Tesla zal inhalen”, besluit de analist.
De echte prioriteit
De precieze omvang van de Chinese steunmaatregelen voor gezinnen moet grotendeels nog duidelijk worden. Historisch gezien is binnenlandse consumptie een aspect van de economie dat altijd weinig aandacht kreeg. “China heeft voor zijn economische groei altijd geleund op de maakindustrie en infrastructuurprojecten. Het gevolg is dat de koopkracht van de gezinnen de economische groei niet kon bijhouden”, legt hij uit. Volgens cijfers van de Wereldbank uit 2023 droeg binnenlandse consumptie in China 55,6 procent bij aan het bruto binnenlands product (bbp), terwijl het wereldgemiddelde 75 procent bedraagt.
Vranken twijfelt of China dit keer echt serieus werk wil maken van het stimuleren van consumptie. “De maatregelen zijn voorlopig echt timide, waardoor het effect niet structureel is. Dat had ik ook voorspeld bij een eerder steunpakket in september. Een aantal weken stegen Chinese aandelen sterk, waarna de markt haar winsten verzilverde. Dat de Chinese obligatiemarkten blijven dalen, bewijst dat de markt nog niet overtuigd is van het overheidsingrijpen. Er blijft vrees voor deflatie.”
‘De yuan mag niet te duur worden voor de Europese consument, omdat het land blijft vasthouden aan zijn export. Dat blijft de echte prioriteit’
Frank Vranken, Edmond de Rothschild
Vranken gelooft niet dat China echt een omslag heeft gemaakt naar een focus op binnenlandse consumptie. Hij wijst op het recente monetaire beleid. “China laat de waarde van zijn munt, de yuan, dalen, zodat die niet te sterk staat tegenover de dollar. Dat doet het enkel omdat de euro is verzwakt ten opzichte van de dollar. De yuan mag niet te duur worden voor de Europese consument, omdat het land blijft vasthouden aan zijn export. Dat blijft de echte prioriteit, ondanks alle handelsbeperkingen vanuit het Westen.” Hij voegt daaraan toe: “Nochtans zou China alle baat hebben bij een radicale hervorming van zijn economische model, inclusief sociale zekerheid voor de burgers.”
Andere analisten wijzen erop dat het voor China onmogelijk is om meer te focussen op de consument zonder de titel van ‘fabriek van de wereld’ op te geven. Zo’n omslag zou op lange termijn gunstige gevolgen hebben, maar niet zonder dat de economie op de korte termijn zware klappen te verwerken krijgt. Dat is een belangrijk argument dat China ervan weerhoudt een grote koerswijziging te maken. Het land streeft naar een economische groei van 5 procent dit jaar. Volgens de nieuwjaarstoespraak van Xi Jinping zou China ook 2024 hebben afgesloten met “rond de 5 procent groei” van het bbp, al wordt een exact cijfer pas later deze maand bekendgemaakt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier