China heeft nog voldoende ruimte om expansiever monetair beleid te voeren
De evolutie van de CPI-cijfers vormde volgens professor Stefan Duchateau oorspronkelijk de motivatie voor een restrictief beleid door de People’s Bank of China. De Chinese overheid gebruikt een inflatie-doelstelling van 4% en interpreteert dit zeer strikt en consequent.
Sedert begin 2012 is er echter een duidelijke vertraging vast te stellen in de algemene index van consumptieprijzen, die voldoende ruimte biedt om terug over te gaan tot een meer expansief monetair beleid.
Na enkele opeenvolgende cijfers beneden het targetniveau van inflatie werd dan ook een eerste rentedaling doorgevoerd, die met veel enthousiasme werd onthaald.
Ruimte voor verdere rentedalingen wordt niet benut
Deze rentestap werd voorafgegaan door geleidelijke dalingen van de reserveverplichtingen van Chinese banken. Hoe lager de verplicht aan te houden reserves, hoe groter het potentieel aan kredietverstrekking zal worden.
In de voorafgaande fase van afkoeling werden deze reserveverplichtingen dan ook drastisch opgetrokken. In de recente periode van teruglopende inflatie werden deze reserves dan ook geleidelijk afgebouwd om het pad te effenen voor rentedalingen. Maar ook dit proces lijkt tot stilstand te zijn gekomen.
De ruimte voor verdere rentedalingen werd echter niet benut, zodat er volgens professor Stefan Duchateau grote vraagtekens werden geplaatst bij de bereidwilligheid van de Chinese overheid om de economie te stimuleren.
In tegenstelling tot de VSA, Europa of Japan kan China haar rentetarieven nog substantieel laten dalen om niet alleen haar eigen maar ook de globale economie te stimuleren.
Vandaar dat de ontgoocheling over het uitblijven van verdere dalingen tevens resulteert in het neerwaarts bijstellen van de globale groeicijfers voor 2012 en 2013.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier