Europese banken maken aandeelhouders nog niet blij

Danny Reweghs
Danny Reweghs Directeur strategie Trends Beleggen

De Europese Unie staat voor een nieuwe crisis, deze keer veroorzaakt door een een onverwachte oorzaak, covid-19. En opnieuw is de Europese banksector niet de ‘place to be’ voor de belegger. Sinds 2007 hebben we het niet zo voor de Europese bankaandelen. De cijfers geven ons gelijk. Nooit eerder in de recente geschiedenis presteerden de Europese bankaandelen zo slecht tegenover het marktgemiddelde, en nooit eerder in de afgelopen decennia waren ze zo goedkoop gewaardeerd ten opzichte van het marktgemiddelde.

In tegenstelling tot 2008 zijn de banken nu niet de oorzaak van de economische crisis, maar moeten ze mee voor de oplossing zorgen. De aandeelhouders worden daar niet meteen vrolijk van. Want een van de gevolgen is dat de dividenden moeten geschrapt worden voor het boekjaar 2019 en dat mooie dividend was een van de weinig resterende redenen waarom de aandeelhouders nog aan boord waren gebleven.

Dienende rol

Het stond enkele weken geleden nog op de cover van Trends: deze keer moeten de banken ons redden. Het was onze minister van Financiën Alexander De Croo (Open Vld) die zei dat de overheid de banken had moeten redden in de financiële crisis van 2008, en dat het nu aan de banken was om iets terug te doen. En het is meer dan ‘iets’. In België is er een garantieregeling van 50 miljard euro aan kredieten, waarbij aan de banken wordt gevraagd enerzijds uitstel van betaling van zes maanden te geven voor hypothecaire kredieten voor wie terugbetalingsproblemen heeft als gevolg van covid-19. En anderzijds wordt gevraagd overbruggingskredieten te verlenen met een maximale looptijd van twaalf maanden aan ‘levensvatbare’ (geen of nauwelijks betalingsachterstand) zelfstandigen en bedrijven. Als het misloopt, dan nemen de banken de eerste 3 procent van de verliezen op zich. De maximale factuur is dus 1,5 miljard euro. Daarboven slikken de overheid en banken de samen de verliezen door. In het slechtst mogelijke scenario loopt de factuur van deze garantieregeling voor de Belgische banken op tot 11,5 miljard euro. Dat is los van verliezen die worden geleden als de hypothecaire leningen en de kredieten uiteindelijk toch niet worden terugbetaald.

Nog nooit zo goedkoop

Aan de waardering van de Europese banksector te zien, houden de beleggers rekening met heel wat kredietverliezen. De Europese bankaandelen waren al goedkoop. Vooreerst door het niet doortastende saneren van de bankbalansen. Dan denken we in de eerste plaats aan de Italiaanse banksector, en laat nu net Italië een van de zwaarst door covid-19 getroffen landen zijn. Maar we mogen ook een paar Duitse kleppers zoals Deutsche Bank en Commerzbank niet vergeten. De koersen daar zijn extreem doorgezakt omdat voor beide ‘grootbanken’ (eigenlijk zijn ze dat niet meer op basis van beurskapitalisatie) geen terugkeer naar een rendabel businessmodel mogelijk bleek. Daarnaast zijn er de strafrente van de Europese Centrale Bank bij het deponeren van overtollige cash, en een aantal nieuwe buffers en reguleringen. Allemaal maatregelen die de winstgevendheid van de banken sowieso aan banden leggen. Daar komt nu nog eens het risico bij van ernstige kredietverliezen door het coronavirus.

Dat heeft gezorgd voor een negatieve perceptie tegenover een sector waarvan het klassieke businessmodel onder druk staat, met erg lage waarderingen als gevolg. De 47 waarden van de Stoxx600 Banks worden gemiddeld tegen minder dan 0,5 keer de boekwaarde verhandeld (1,3 keer gemiddeld voor de andere aandelen in de Stoxx600-index) en dat is nog nooit eerder gebeurd. Op het dieptepunt in maart kwamen heel wat banken maar aan een waardering van 0,3 keer de boekwaarde, wat echt wel vele miljarden verliezen verrekent. We kunnen dan ook spreken over de laagste waardering tegenover het marktgemiddelde in de geschiedenis, en tegenover het eigen sectorgemiddelde in de voorbije tien jaar. Ook in termen van de beurswaarde ten opzichte van de totale activa (amper 3,6% gemiddeld) waren bankaandelen nooit zo goedkoop als vandaag (nog bijna 27% in 2007).

Zwaar achtergebleven

We zijn intussen ruim tien jaar na de financiële crisis. Over het afgelopen decennium hebben de aandeelhouders van Europese bankaandelen weinig reden tot vieren. Een belegging in de Stoxx600 Banks-index (met alle belangrijke Europese beursgenoteerde bankaandelen) leverde ondanks vaak riante dividenden toch een negatieve return (koersevolutie + dividenden) van 47 procent (-6,2% gemiddeld per jaar) op. In hoofdzaak omdat het gemiddelde Europees bankaandeel nog altijd 63 procent lager staat dan tien jaar geleden. De return van de Stoxx600-index het afgelopen decennium bedraagt 64 procent (5,1% gemiddeld per jaar) of een verschil van ruim 110 procent.

Op vijf jaar blijft de gemiddelde return voor de Europese banken negatief: -53 procent gemiddelde return tegenover -7 procent voor de Stoxx600-index. En ook sinds het jaarbegin loopt de prestatie van de bankwaarden ver achter op het marktgemiddelde: -42 procent voor de Stoxx600 Banks versus -24 procent voor Stoxx600-index. Daarmee is de Europese banksector opnieuw een van de zwakst presterende sectoren in Europa.

Groot pessimisme

De Europese banksector staat dus opnieuw voor een hachelijke periode en moet hopen dat de lockdown niet al te veel particulieren en bedrijven in de problemen brengt zodat de schade van de wanbetalingen nog kan meevallen.

Anderzijds willen er ook geen eenzijdig negatief verhaal van maken, want de huidige koersniveaus bieden kansen voor beleggers. Al zouden we ons ver houden van onder meer de Duitse, Italiaanse en Spaanse bankwaarden, ondanks hun extreem lage koers. We mogen niet vergeten dat de centrale banken er deze keer veel dichter op zitten en zich al bereid hebben verklaard om heel veel miljarden in te zetten om een nieuwe krediet- en dus bankencrisis te vermijden.

In die optiek willen we wel kijken naar de ‘bankaandelen uit de buurt’. Ook de aandelen van ABN AMRO, BNP Paribas, ING en KBC hebben een fikse terugval gekend de voorbije maanden, al trad er recent al enig herstel op. De waarderingen zijn hier ook diep weggezakt. En dan kunnen we ons best baseren op de koers-boekwaardeverhouding omdat een winstschatting geven voor de bankaandelen dit en volgend jaar helemaal geen sinecure is. ABN-Amro, BNP Paribas (met de fraai winstgevende Belgische dochter BNP Paribas Fortis) en ING zijn echt wel goedkoop geworden met op het dieptepunt koers-boekwaarderatio’s tussen 0,3 en 0,4. Echt extreem. Maar in deze hachelijke tijden kan men niet voorzichtig genoeg zijn. Vandaar dat we toch als favoriet KBC naar voren durven te schuiven. Ook al is dit een van de duurste Europese bankaandelen, maar ook wel een van de meest solide. Bovendien kunnen we KBC een stuk goedkoper verwerven via de moederholding KBC Ancora, die met een korting van zo’n 30 procent noteert en natuurlijk het zwaarst getroffen is door het geschrapte dividend bij KBC zelf.

iShares Stoxx600 Banks

We kunnen alleen maar vaststellen dat de Europese bankaandelen spotgoedkoop noteren. Wie een gespreide belegging in Europese banken overweegt, kan terecht bij de tracker iShares Stoxx600 Banks (8,19 euro; notering in Frankfurt; hoogste en laagste koers afgelopen 12 maanden 15,19 en 7,87 euro; ISIN-code DE000A0F5UJ7), die de Stoxx600 Banks-index volgt.

Bron: Bloomberg

Partner Content