Doe-hetzelfmarkt groeit drie maal sneller in Noord-Amerika dan in Europa: ‘Service is meer dan ooit het focuspunt in onze sector’

De waarde van de doe-het-zelfsector is in Noord-Amerika met 18,9 procent gestegen in een jaar tijd. Europa en met name België doen het minder goed. Dat blijkt uit cijfers die de sectorvereniging HIMA deelt met Trends. “Het begrip dienstverlening is diepgeworteld in de Verenigde Staten, waardoor klussers uitstekende ondersteuning krijgen”, weet Piet De Coninck, gedelegeerd bestuurder van HIMA.

Hoewel de coronapandemie en de lockdowns ver achter ons liggen, blijven we zin hebben in doe-het-zelven. Dat blijkt uit de jaarcijfers van 2022, de meeste recente cijfers, over de omzetgroei in de doe-het zelfsector. De globale sector is 696,6 miljard euro waard, een stijging van 10,4 procent. De groei verschilt wereldwijd. In Noord-Amerika nam de omzet in de klussector toe met 18,9 procent, Europa loopt achterop met 6,3 procent groei.

Ons land behoort tot de zwakke groeiers in het doe-hetzelven. In België steeg de omzet met 3,1 procent. Onze noorderburen deden beter met een groei van 8,5 procent op jaarbasis. Als we kijken naar wat een gemiddeld huishouden per jaar uitgeeft aan klussen, dan zijn de verschillen minder groot. De Belg spendeert jaarlijks gemiddeld 812 euro en de Nederlander 929 euro.

Houten huizen

Dat grote verschil tussen Noord-Amerika en Europa is op verschillende manieren te verklaren, weet Piet De Coninck, gedelegeerd bestuurder van de Home Improvement Manufacturers Association (HIMA). “Dat is voor een groot stuk cultureel bepaald. De VS zijn erg commercieel ingesteld en het valt op dat de doe-het-zelfzaken daar een breder assortiment aan producten verkopen. Ze combineren hun activiteiten meer met de verkoop van badkamers, keukens, witgoed en bouwactiviteiten in vergelijking met onze markt.”

“In de Verenigde Staten leven mensen gemiddeld vaker in houten woningen”, zegt De Coninck. “Die lenen zich veel meer tot klussen dan onze bakstenen huizen. Daarnaast verhuizen mensen er gemiddeld vaker, terwijl wij eerder geneigd zijn één keer in een woning te investeren en die op te knappen.”

Dienstverlening focuspunt

“De Amerikaan kan zich ook uitstekend behelpen”, gaat hij verder. “Het begrip dienstverlening is daar echt diepgeworteld, waardoor klussers uitstekende ondersteuning krijgen. De klant staat er centraal, waardoor die een zelfverzekerde klusser is, die automatisch meer taken zelf afhandelt.”

In het kader van de klimaatdoelstellingen stimuleert de overheid energetische renovaties met premies, maar toch hebben Belgen een afkeer voor renoveren. Een op de twee Belgen wil er niet van weten, blijkt uit een onderzoek van BNP Paribas Fortis, waar Trends over schreef. “België is een kenniseconomie en daardoor komen minder jongeren in contact met handwerk”, stelt ook Piet De Conink vast. “Ik zeg niet dat jongeren niet te motiveren zijn om te klussen, maar ze hebben een extra duw in de rug nodig.”

De Belgische doe-het-zelfsector heeft die boodschap begrepen, merkt het hoofd van HIMA. “Onlangs woonde ik een presentatie bij van Erwin Van Osta, de bestuursvoorzitter van de doe-het-zelfketen Hubo. Die stelde zijn ‘Hubo as a service’-strategie voor. De keten heeft meer dan ooit het belang van dienstverlening begrepen, zowel in de winkels als erbuiten. Service is meer dan ooit een focuspunt in de sector. Een belangrijk, maar uitdagend onderdeel daarvan is de opleiding van het personeel.”

TikTok

Om jongeren te bereiken, is het volgens Piet De Coninck belangrijk dat doe-het-zelfbedrijven actief zijn op de platformen waar de jongeren te vinden zijn. Hij verwijst daarmee naar sociale media, en in het bijzonder naar video-apps als YouTube en TikTok. Enerzijds omdat jongeren gewend zijn die platformen te gebruiken, maar ook omdat begeleiding bij het klussen erg goed werkt op video. “Er is ook een mogelijk verdienmodel. Kijk naar Dobbit, dat al veel langer klusvideo’s maakt: vele daarvan zijn gesponsord door de leveranciers. Zulke videocontent is enorm aantrekkelijk voor leveranciers van doe-het-zelfmaterialen, omdat zij er baat bij hebben dat klanten correcte toepassingen zien van hun producten.”

Een ander voorbeeld van een manier waarop klussers ondersteuning geven en krijgen, is volgens De Coninck de Maakfabriek. Dat is een Antwerps deelatelier vol machines, waar klussers de huurkosten delen om te besparen. Dat moet de drempel om aan het klussen te gaan, verlagen. Klussers werken er elk aan eigen projecten, maar een belangrijk onderdeel van het project is dat ze kunnen leren van elkaar.

Een boodschap die HIMA wil geven, is dat klussen zeker geen noodzakelijk kwaad is. “Het geeft voldoening. Je werkt rechtstreeks voor de personen die je lief hebt en je maakt hen gelukkig. Als de doe-het-zelfsector klussers meer vertrouwen en een duwtje in de rug kan geven, dan is dat eveneens een mooie verwezenlijking.”