Fashion en flora: over de liefde van designers voor bloemen

Chanel

Mode en bloemen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Ontwerpers spelen met kleur, vorm, textuur. Bloemisten doen precies hetzelfde. Dat schept een band.

Toen Dries Van Noten enkele jaren geleden zijn parfumlijn begon, nodigde hij een legertje parfumeurs uit op zijn kasteeldomein in Lier om er zich te laten inspireren door zijn tuin. Hij lanceerde daarop een tiental geuren, waarvan er twee door rozen zijn geïnspireerd, Rosa Carnivora en Raving Rose. Mode en bloemen zijn sinds jaar en dag onlosmakelijk met elkaar verbonden. Ontwerpers spelen met kleur, vorm en textuur. Bloemisten doen precies hetzelfde. Dat schept een band. Ook niet onbelangrijk: bloemen verwelken, en kleren doen dat doorgaans ook, na een seizoen in de winkel.

‘Bloemen verwelken, en kleren doen dat doorgaans ook, na een seizoen in de winkel’

De eerste créateur-jardinier van de moderne modegeschiedenis was allicht Christian Dior. Hij was van kinds af aan geobsedeerd door de tuin van Villa Les Rhumbs, het landgoed van zijn ouders in Granville in Normandië. “De woning van mijn kindertijd”, schreef hij later. “Ik heb er mijn leven, mijn stijl aan te danken.” Les Rhumbs, eigendom van de Diors sinds 1906, werd verkocht in 1932, na het overlijden van de moeder van Dior en financiële problemen van zijn vader, een industrieel die – fijn detail in dit verhaal – fortuin had gemaakt met een mesthandel. Sinds 1938 is de tuin open voor het publiek en in de roze woning huist tegenwoordig een Musée Christian Dior.

Dior © Getty Images


Dior kocht in 1950 een eigen, deels vervallen landgoed in het zuiden van Frankrijk, het Château de la Colle Noire. Hij maakte er zijn droomhuis van. Met een overdaad aan bloemen, zowel buiten als binnen: de muren, meubels en gordijnen van Diors zomersalon waren bijvoorbeeld volledig bekleed met bloemenprints van het Britse huis Colefax and Fowler. Er zijn foto’s bewaard van de couturier in zijn tuin, gekleed in korte broek, achter een kruiwagen met CD-logo. Hij hield volgens zijn biografen vooral van bloemen met een fijne geur: rozen, meiklokjes, lavendel en witte jasmijn. Maar hij kweekte ook olijven en wijndruiven.

Dior investeerde een fortuin in La Colle Noire. Toen hij overleed, in 1957, amper 52, had hij 80 miljoen Franse frank schulden – grotendeels opgeslokt door zijn Provençaalse folie – terwijl zijn bedrijf op dat moment tekende voor maar liefst de helft van de Franse export naar de Verenigde Staten. Dior – het merk – is sinds 2013 eigenaar van La Colle Noire, en heeft zowel de woning als de tuin gerenoveerd.

Kris Van Assche Serax

Ook Yves Saint Laurent, de opvolger van Dior voordat hij zijn vleugels spreidde, hield van bloemen, en van tuinen: zijn Jardin Majorelle is een van de belangrijkste toeristische trekpleisters in Marrakech. In 1980 kochten Saint Laurent en zijn partner Pierre Bergé de botanische tuin, één hectare groot, met een bijbehorende kobaltblauwe art-decovilla en nog een ander huis in de buurt. Na de dood van de ontwerper in 2008 werd zijn as er verstrooid in een rozentuin. Bergé trouwde enkele maanden voor zijn overlijden in 2017 met Madison Cox, een Amerikaanse landschapsarchitect die nu voorzitter is van de Fondation Pierre Bergé – Yves Saint Laurent. De stichting beheert de archieven van het modehuis en de musea die aan Saint Laurent zijn gewijd in Parijs en Marrakech. De Jardin Majorelle krijgt jaarlijks zo’n zeshonderdduizend bezoekers.

Meiklokjes en delphiniums

In het culturele erfgoed van Saint Laurent – en bij zijn opvolgers – spelen bloemen een belangrijke, maar uiteindelijk toch ondergeschikte rol. De ontwerper gebruikte vaak bloemenprints in zijn collecties, maar het zijn toch vooral zijn smokings, sahariennes en Mondriaan-jurken die in het collectieve bewustzijn zijn blijven hangen.

Bij Chanel is de camelia, een geurloze, eenvoudige bloem, een vaste waarde. Gabrielle ‘Coco’ Chanel hield van de puurheid van de camelia, en La Dame aux Camélias van Alexandre Dumas was naar verluidt een van haar lievelingsromans. De bloem wordt gebruikt als broche, uitgevoerd in bijvoorbeeld zijde, en vaak bevestigd aan verpakkingen, in wit of een zwarte kunststofversie, en dient ook ter inspiratie van bijvoorbeeld de juwelencollecties.

Bij Dior maken bloemen – en tuinen – veel meer deel uit van het overkoepelende verhaal. In het historische vlaggenschip van het merk werden tijdens een recente renovatie maar liefst drie tuinen aangelegd, door de Belgische tuinontwerpers Wirtz.

Raf Simons debuteerde in 2012 als ontwerper van de damescollecties van Dior met een coutureshow in een gigantisch leegstaand herenhuis aan de Avenue Iéna in Parijs, waarvan de vijf salons volledig met verse bloemen waren behangen, elke kamer in een andere tint.

Daar kwamen toen, volgens de cijfers van het bedrijf, 1 miljoen bloemen aan te pas – orchideeën, rozen, pioenen en andere werden met de hand op een structuur tegen de wanden geprikt. Een jaar later liet Simons een showdecor bouwen dat zo mogelijk nog indrukwekkender was: een holle rots die was neergezet in het midden van het Cour Carrée van het Louvre, beplant met vierhonderdduizend delphiniums.

Dries Van Noten


De Belgische ontwerper werkte vaak samen met de Antwerpse bloemist Mark Colle, ook voor zijn eigen label, en voor Jil Sander en tegenwoordig voor Prada. Bij de hoogtepunten: de beeldschone afscheidsshow van Jil Sander, met pastelkleurige bloemencomposities in glazen vitrines; en een show voor Raf Simons in New York, waarvoor de catwalk was getransformeerd tot een barokke feestdis, met bloemen in vazen, schalen met groente en fruit en goed gevulde glazen wijn.

Kim Jones, die tot voor kort de mannencollecties leidde bij Dior, liet de popkunstenaar KAWS voor zijn eerste show bij het merk een 10 meter hoog standbeeld maken van Christian Dior en zijn hond, Bobby. Het beeld werd geheel uitgevoerd in bloemen en troonde in het midden van een cirkelvormige catwalk. Jones borduurde ook vaak meiklokjes op zijn kleren en wijdde minstens één collectie aan tuinieren.

“In mijn collecties”, schrijft Maria Grazia Chiuri, die de vrouwencollecties van het label ontwerpt, in het koffietafelboek Dior in Bloom, “zijn bloemen een eerbetoon aan de identiteit en het erfgoed van het huis Dior, maar ze stellen me ook in staat op de een of andere manier te communiceren met Monsieur Dior, die het vermogen had zijn passie voor bloemen in zijn werk te integreren.”

Tijdens de modeweken worden vaak defilés georganiseerd in parken en tuinen, van Fendi in een stadspark in Milaan – op elk zitje lag een picnicmand te wachten – tot Koché, een merk dat intussen verdwenen is, dat op een miezerige ochtend in volle pandemie een collectie onthulde langs de paden van het romantische, en op dat moment grotendeels verlaten Parc des Buttes-Chaumont in Parijs.

Loewe

Op catwalks en in winkeletalages is er altijd wel ergens een bloemenprint te zien, van Laura Ashley in de sixties en seventies tot Balenciaga in recente jaren. De bedruksels van het Londense huis Liberty’s zijn een vaste waarde in de mode, en worden ook vaak gebruikt door andere merken. Jonathan Anderson maakte tops van uitvergrote aronskelken voor de zomercollectie van 2023 van Loewe. En op de rode loper van Anna Wintours Met Gala, op de eerste maandag van mei, was er vorige maand veel aandacht voor de gele narcissen waarmee de rode loper was versierd, een verwijzing naar de dresscode van de avond – de dandylook.

Verkoop eens een boeket

Bloemen evoceren, ook buiten de mode, schoonheid, romantiek en luxe. Merken gebruiken ze als ze influencers of journalisten willen paaien, of om hen te bedanken voor bewezen diensten. Soms sturen ze met de uitnodiging voor hun show meteen een ruiker mee, die dan liefst ook nog past in het thema van de show.

Uiteraard is er ook nog het belang van parfum in de luxesector. Voor veel modemerken is parfum een perfect marketinginstrument: een toegankelijk product, waarmee ze doorgaans ook nog eens gemakkelijker een verhaal kunnen vertellen dan met kleren. Want parfums verwelken niet. Succesvolle geuren blijven, met kleine aanpassingen, soms decennialang op de markt. Chanel N°5, waarin onder andere roos, jasmijn en iriswortel zijn verwerkt, dateert bijvoorbeeld al van 1921.

Soms krijgt ook de gewone man of vrouw op de straat bloemen aangeboden. In 2021 deelde Prada in een handvol grote modesteden ranunkels en dahlia’s uit, verpakt in papier bedrukt met foto’s uit de lentecampagne van dat jaar. Jacquemus opende datzelfde jaar in Parijs een pop-upbloemenwinkel en gebruikte overgebleven stoffen van voorafgaande collecties om de boeketten mee te verpakken. De ranonkels werden geleverd door Les fleurs de Paul, een familiezaak in Carqueiranne nabij Marseille. Kortom: in het zuiden van Frankrijk dat in de storytelling van Jacquemus zo’n belangrijke rol speelt.

Giorgio Armani, die in zijn lange carrière wel vaker een pioniersrol had, opende al in 2000 een bloemenzaak in zijn vlaggenschip aan de Via Manzoni in Milaan, Armani/Fiori. En Uniqlo verkoopt zacht geprijsde boeketten in toegewijde stalletjes, Uniqlo Flower, in een aantal van zijn Japanse winkels.

De sterbloemist

Een en ander heeft tot gevolg dat het beroep van bloemist de voorbije jaren is opgewaardeerd. In Parijs heeft een handvol handelaars geprivilegieerde relaties met de mode. Le Figaro noemde hen “ces fleuristes stars qui murmurent à l’oreille des créateurs“– de status van de topbloemisten kan worden vergeleken met die van chefs of patissiers.

Louis-Géraud Castor, van Castor Fleuriste, werkte lang in de kunstwereld en laat zich voor zijn boeketten inspireren door Mark Rothko, maar ook door Jean-Michel Frank, de beroemdste interieurarchitect van het art-decotijdperk. Pierre Banchereau van Debeaulieu was in een vroeger leven headhunter in de farmaceutica. Hij begon zijn eerste zaak in 2013 en heeft intussen twee adressen. Hij heeft gewerkt voor Hermès, Valentino, Balenciaga, Chloé, Kenzo en talloos veel anderen. Dior werkt vaak met Eric Chauvin, een legende. In België is behalve Mark Colle ook Thierry Boutemy een grote naam. Ze werken allebei regelmatig aan internationale evenementen in de mode. En de landschapsarchitecten van Wirtz in Schoten, opgericht in 1957 en nu geleid door Peter en Martin Wirtz, leggen de tuinen aan van al wie telt in de mode.

Kris Van Assche Serax


Dat bloemen een ware passie kunnen worden voor ontwerpers, bewijst ook Kris Van Assche, die na zijn drukke banen als artistiek directeur van Dior Homme, zijn eigen merk en Berluti foto’s van zijn boeketten op Instagram begon te posten. Dit voorjaar lanceert de Belgische ontwerper een reeks vazen voor Serax, The Josephine Collection, vernoemd naar zijn grootmoeder, die vaak naar zijn shows kwam kijken. Hij liet zich inspireren door Robert Mapplethorpe, die vaak bloemen fotografeerde. “Als je kijkt naar de 55 collecties die ik de afgelopen twintig jaar heb ontworpen”, zegt Van Assche, “is het duidelijk dat bloemen altijd aanwezig zijn geweest in mijn werk. Bloemen zijn zoals mode: geen absolute noodzaak, maar ze maken het leven wel mooier.”

Meer lezen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content