Katleen De Stobbeleir

‘Werk meet je niet met een stopwatch’

Katleen De Stobbeleir professor leadership en partner van de Vlerick Business School

Er zijn van die beleidsmaatregelen waarvan je voelt: dit klopt echt niet. Het recente besluit waardoor alle werknemers vanaf 1 januari 2027 hun arbeidstijd precies moeten registreren, is er zo een. Heel weinig werknemers zitten daarop te wachten, en waarschijnlijk nog minder ondernemers. En toch duwen we het erdoor. Het besluit klinkt technisch, bijna banaal. Maar achter die registratieplicht zit een fundamentele keuze: kiezen we voor vertrouwen of voor controle?

Onderzoek laat weinig twijfel bestaan. Als organisaties de nadruk leggen op controle, daalt het vertrouwen systematisch. Daarbij komt dat de moderne werkrealiteit zich niet laat vangen in minuten. Creativiteit en innovatie bloeien niet onder een stopwatch. De Amerikaanse onderzoekster Teresa Amabile liet dat overtuigend zien. En psychologische veiligheid, die volgens de Amerikaanse psychologe Amy Edmondson cruciaal is voor innovatie, wordt moeilijker wanneer medewerkers weten dat elke minuut gemonitord wordt. De verplichte registratie stuurt immers een tegengesteld signaal. Niet ‘we vertrouwen je’, maar ‘we controleren je’. En precies dat ondermijnt de openheid die we zo hard nodig hebben in moderne teams. Zulke maatregelen helpen uiteraard ook niet om onze productiviteit op te krikken. Onderzoek van Gary Latham en Edwin Locke toont dat duidelijke doelen veel effectiever zijn dan om het even welk controlesysteem.

De maatregel schept de illusie van bescherming door alles te meten, terwijl het risico bestaat dat het echte gesprek over werkdruk, een gesprek tussen medewerker en leidinggevende, verdrongen wordt.

Het ironische is dat deze maatregel vertrekt vanuit een nobel doel: de zorg voor welzijn. Maar welzijn verbeteren door controle toe te voegen, is zoals stress bestrijden door nog wat meer vergaderingen in te plannen. De intentie is goed, maar het effect voorspelbaar averechts. Robert Karasek en Töres Theorell toonden al in 1990 aan dat controle over het werk veel meer bepalend is voor stress dan de werkbelasting op zich. Welzijn gaat niet over het aantal uren dat je werkt. Het gaat wel over de kwaliteit van die uren, de mate waarin je enerzijds een zekere mate van autonomie ervaart, en anderzijds feedback krijgt en kunt bijdragen aan een groter doel.

Uiteraard begrijp ik waar de Europese regelgeving vandaan komt. De cijfers over langdurig zieken liegen er niet om. En er zijn sectoren waar misbruik bestaat. Maar de oplossing die wordt voorgesteld, schept een probleem op een andere plek. Christopher Hood beschreef al in de jaren negentig hoe systemen soms vervallen in symbolische maatregelen: acties die op het eerste gezicht nuttig lijken, leveren weinig echte verbetering op.

En precies dat dreigt hier te gebeuren. De maatregel wekt de illusie van bescherming door alles te meten, terwijl het risico bestaat dat het echte gesprek over werkdruk, een gesprek tussen medewerker en leidinggevende, verdrongen wordt.

In plaats van een generieke registratieplicht hebben we iets anders nodig: leiders die met hun teams echte gesprekken voeren over werkdruk en haalbaarheid. Want de beste bescherming tegen overbelasting is geen Excelbestand, maar een cultuur waarin mensen durven te zeggen dat het te veel wordt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise