Wim Verhoeven
‘Wees blij dat onze bedrijven het nog zien zitten. Maar trek er alstublieft de juiste conclusies uit’
Oorlog. Inflatie. Stijgende rente. Wankelende banken. Sputterende beurzen. Een groeiend wantrouwen tegenover China, ‘de fabriek van de wereld’.
Miserie is er genoeg. Toch blijft een zware economische crisis voorlopig uit. Zeg nooit ‘nooit’, maar dat zou wel eens zo kunnen blijven. Een paar grote economische uitdagingen waar we hoe dan ook tegenaan kijken, blijken plots in ons voordeel te spelen.
Dat de economie niet krimpt, ligt aan de arbeidsmarkt, zeggen we al een hele tijd. Bedrijven houden hun personeel bij zich, beducht als ze zijn om straks bij een aantrekkende economie nieuwe mensen te moeten aanwerven die er eigenlijk niet zijn.
Het klopt dat de sterke arbeidsmarkt de inkomens grotendeels op peil houdt. Mensen kunnen hun lopende hypotheek nog altijd afbetalen en ze blijven consumeren. Hun koopgedrag passen ze wel enigszins aan, want de rekening in de supermarkt doet velen duizelen. Maar stilvallen doet de consumptie niet. De wetenschap dat er bij de meeste gezinnen aan het einde van de maand nog altijd een – geïndexeerd – loon wordt gestort, legt een flinke bodem onder de economie.
Elk min of meer energie-intensief bedrijf beseft sinds midden vorig jaar hoe snel het schip water maakt als energie plots niet meer vanzelfsprekend is.
Ondertussen blijkt er ook een tweede bodem onder de economie te liggen en die is nog een pak waardevoller dan de pure consumptie. Zoals u kunt lezen in ons coververhaal deze week, gaat het verrassend goed met de bedrijfsinvesteringen. Daar zijn twee redenen voor. Ten eerste halen de bedrijven nog altijd wat achterstand in, die gecreëerd werd door de aanbodschok na de corona-pandemie. Wie toen al wilde investeren, stootte net als iedereen op te krappe voorraden, uitgestelde transporten, overvolle orderboekjes. Ondertussen is de situatie grotendeels weer genormaliseerd.
Lees hieronder verder
Ten tweede gaat het ook om nieuwe uitbreidingsinvesteringen. Vooral de vooruitzichten voor 2024 ogen goed. De bedrijven houden rekening met de arbeidsschaarste, die alleen maar nijpender zal worden zodra de economie opnieuw aantrekt. Daarom zetten ze in op een verdere automatisering om het werk straks de baas te kunnen.
Bovendien gaat een belangrijk deel van hun investeringen naar groene projecten. Het besef is groot dat wie niet verduurzaamt, straks uit de markt wordt geconcurreerd. Elk min of meer energie-intensief bedrijf beseft sinds midden vorig jaar hoe snel het schip water maakt als energie plots niet meer vanzelfsprekend is. Zuiniger én onafhankelijker worden, dat is de boodschap.
Op de achtergrond speelt ook de onzekerheid over de toekomstige relatie met China. Diversificatie, gegarandeerde bevoorradingszekerheid en dichter bij huis produceren zijn strategische overwegingen die zonder twijfel zwaar wegen bij heel wat investeringsbeslissingen.
Lees hieronder verder
Het zou dus zo maar eens kunnen meevallen, monetaire verkrapping of niet. Alleen stel je vast dat de werkgevers, bij monde van het VBO, dat maar zuinigjes willen bevestigen. Beducht als ze zijn om een verkeerd signaal te geven in een gepolariseerd sociaaleconomisch klimaat. Als de bedrijfsinvesteringen stijgen, zien sommigen daar ongetwijfeld het bewijs in dat het nog altijd veel te goed gaat en dat de bedrijven best nog een extra inspanning kunnen doen om de putten van de welvaartsstaat te helpen dempen. En er speelt nog iets. Het mes van de arbeidsschaarste snijdt langs twee kanten. Bedrijven investeren om schaarse arbeid uit te sparen. Maar er zijn ook verhalen van bedrijven die minder of elders investeren, omdat ze vrezen geen volk te zullen vinden om in die nieuwe productiehal te komen werken. Dat gevaar is groter dan uit deze cijfers blijkt.
Conclusie? Wees blij met die hoopvolle groei van de bedrijfsinvesteringen. Maar trek er alstublieft de juiste conclusies uit.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier