Jef Poortmans
Voor banken mag het eenvoudig als het hen goed uitkomt
Vrienden kregen onlangs een bescheiden erfenis. Omdat ze het geld niet onmiddellijk nodig hadden, vroegen ze aan hun bank hoe ze dat bedrag het best konden beleggen. Van de producten waar hun bankier hen vervolgens in gestouwd heeft, gaat een schaamteloosheid uit die je niet voor mogelijk houdt. Het betrof allemaal huisfondsen met jaarlijkse kosten van meer dan 2 procent, waarop ze ook nog eens instapkosten betaalden. Bovendien waren het allemaal duurzame fondsen, en die hebben er niet de beste periode op zitten.
Toen ik hen wees op de verschillende infofiches over de kosten, rendementen en risico’s van die fondsen, klonk alleen gezucht: “Veel te ingewikkeld.” Ik drong aan dat ze daarmee naar hun bankier moesten gaan en vragen waarom hij hen in zulke dure producten had gestoken. Nog meer gezucht. “De bank geeft er altijd een uitleg aan waar wij niet aan uit kunnen en die lang genoeg duurt, totdat we gedwee akkoord gaan met wat hij voorstelt”, klonk het gelaten.
Complexiteit is een van de belangrijkste wapens waarmee de financiële sector zijn klanten vakkundig geld uit de zakken slaat. “‘t Is ingewikkeld, dus doe maar wat wij zeggen”, daar komt het op neer. En die complexiteit is de schuld van de regelgever, zullen ze zeggen, terwijl elk initiatief van de regelgever voor vereenvoudiging gedwarsboomd wordt door de sector, omdat die weet dat hij bij eenvoud te verliezen heeft.
Gek genoeg halen banken eenvoud aan als voornaamste reden waarom ze de kasbon nieuw leven inblazen. Alleen is die eenvoud niet ten voordele van hun klanten. Het is hen er louter om te doen de 22 miljard euro die vorig jaar richting de staatsbon vloeide opnieuw binnen te rijven zodra dat geld weer vrijkomt. Als het is om misgelopen spaargelden weer aan te trekken, dan mag het eenvoudig. Als het is om klanten nog verder in hun fuik te doen zwemmen, dan wordt het plots allemaal ingewikkeld.
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier