Jef Poortmans
‘Tweede pensioenpijler mist ambitie en transparantie’
Er zijn redenen genoeg voor het imagoprobleem van de tweede pensioenpijler, zoals de complexe regelgeving en de ongelijkheid van het systeem, maar wat mij het meest tegen de borst stuit, is het gebrek aan rendement.
Het kapitaal wordt gedurende een loopbaan van veertig jaar of langer opgebouwd. Over zo’n lange termijn kun je zonder veel risico’s een gemiddeld jaarlijks rendement van minstens 5 procent halen. Waarom bedraagt het wettelijk gegarandeerde minimum dan slechts 1,75 procent? Dat bovendien ook nog eens door de werkgevers moet worden gedragen en niet door de partijen die die potten beheren.
Waarom bedraagt het wettelijk gegarandeerde minimum slechts 1,75 procent?
De pensioenfondsen melden die rendementen in hun jaarverslag. Hun gemiddelde jaarrendement over de afgelopen 38 jaar bedroeg 6 procent. Iedereen heeft er het raden naar hoeveel dat bij de verzekeraars is, terwijl zij het grootste deel van de aanvullende pensioenpot – 86 van de 105 miljard euro – beheren. En de werkgevers in hun klantenbestand zijn al lang blij dat ze het minimum van 1,75 procent halen. Veel prikkels om beter te doen zijn er niet.
5 procent rendement per jaar is haalbaar, maar waarom halen ze dat niet? Dat doet vermoeden dat het verschil tussen dat wettelijke minimumrendement en het werkelijk gehaalde rendement grotendeels aan de strijkstok van die beheerders blijft plakken. Zolang die niet transparant zijn over hoeveel er van de pensioenpremies afgaat aan kosten, waar ze het resterende bedrag precies in beleggen en welke opbrengst ze daarop halen, zullen hun rendementen een raadsel blijven.
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier