‘De belastingaangifte is weer wat complexer’
Er komen formeel weliswaar geen aangiftecodes bij – die zitten nu in een bijlage – maar het resultaat is hetzelfde: de aangifte is weer wat complexer.
Binnenkort mogen we weer met zijn allen de belastingaangifte invullen. De Vlaamse aangifte telt nog ‘slechts’ 833 codes. Dat is tien minder dan vorig jaar. Nieuwe fiscale maatregelen zorgen voor twintig extra aangiftecodes, maar door het uitdoven van oude fiscale maatregelen zijn dertig codes geschrapt. Omdat het aantal codes toch een maatstaf blijft voor de complexiteit van onze personenbelasting, is een daling van dat aantal – de eerste die de Vivaldi-regering tijdens haar regeerperiode realiseert – mooi meegenomen. Zeker in een verkiezingsjaar.
Maar schijn bedriegt. Nieuwe federale fiscale maatregelen worden met een kunstgreep geheel of gedeeltelijk buiten de aangifte gehouden en vervangen door – een unicum – ‘verplicht bij te voegen bijlagen’. Zo komen er formeel weliswaar geen aangiftecodes bij – die zitten nu in een bijlage – maar het resultaat is hetzelfde: de aangifte is weer wat complexer. Perceptie is alles in een verkiezingsjaar. Zo kennen we nieuwe verplicht in te vullen aangiftebijlagen voor personen die onderworpen zijn aan de kaaimantaks en voor huurders die hun huur als beroepskosten aangeven.
Die laatste bijlage moet de link automatiseren tussen de huurder die de huurgelden als beroepskosten aftrekt en de verhuurder die op de ontvangen huur belast wordt. De huurder zal voor het eerst, via de bewuste bijlage, een hoop data over zijn verhuurder en over het gehuurde pand moeten overmaken aan de fiscus. Voor ieder gehuurd en in kosten gebracht pand moet afzonderlijk een bijlage worden ingevuld. Vijf gehuurde panden vertalen zich zo in minstens vijf toe te voegen bijlagen. En huur je van drie mede-eigenaars, bijvoorbeeld drie zussen, dan moet je de derde zus identificeren in een tweede bijlage bij de nieuwe aangiftebijlage. Want die biedt maar plaats aan twee verhuurders. Kafka is nooit ver weg.
Vorig jaar zijn ook de aangiftetermijnen bij wet vastgelegd. Een eenvoudige aangifte moet uiterlijk 30 juni (op papier) of 15 juli (via Tax-on-web) worden ingediend. Voor een complexe aangifte ligt de deadline ruim drie maanden later, op 16 oktober. Maar ook hier is de logica zoek. Zo heeft een gepensioneerde met een buitenlands pensioen, en met hoop en al drie te gebruiken aangiftecodes, tijd tot 16 oktober. Zijn aangifte is complex, ook al is die in vijf minuten ingeblikt. Terwijl een werknemer die zijn beroepskosten bewijst en de betaalde huur als beroepskosten inbrengt, zijn aangifte samen met de nieuwe bijlage drie maanden eerder moet indienen. Zijn aangifte is immers ‘eenvoudig’, althans volgens de wetgever.
Niet iedereen moet nog actief een belastingaangifte indienen. Voor ruim de helft van de belastingplichtigen stelt de fiscus een ‘voorstel van vereenvoudigde aangifte’ op. Die groep is vrijgesteld van het indienen van een aangifte, maar niet van het nakijken en eventueel verbeteren van het aangiftevoorstel. De groep wordt dit jaar uitgebreid met personen die inkomsten uit de deeleconomie of uit verenigingswerk ontvingen, die kinderoppaskosten maakten of die overleden zijn. De uitbreiding gebeurt echter met reserves en heel wat voorbehoud. Of zoals de wetgever het stelt: “Tenzij de gegevens niet geschikt zijn om adequaat te worden verwerkt met het oog op de correcte opstelling van het voorstel van vereenvoudigde aanslag.” Dat is, gezien de complexiteit van onze personenbelasting, helaas het geval wanneer de inkomsten uit de deeleconomie of uit verenigingswerk té hoog zijn, de oppaskosten voor zeer jonge kinderen zijn betaald of de overledene gehuwd of wettelijk samenwonend was. In dat geval stelt de federale overheidsdienst Financiën toch geen aangiftevoorstel op. Hij is immers als de dood voor een te hoge foutenlast in de voorstellen. Zeker in een verkiezingsjaar.
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier