De moeizame begrotingsbesprekingen brengen de Belgische politieke stabiliteit op een cruciaal moment in gevaar.
Er is een bekende Amerikaanse volkslegende over een arbeider die het opneemt tegen een stoommachine. Ze moeten om het snelst rotsen splijten. De arbeider, John Henry, wint de wedstrijd, maar sterft meteen daarna door uitputting. De legende ontstond in de 19de eeuw, maar het lot van John Henry is heel relevant voor de enorme economische uitdagingen waar Vlaanderen en Europa voor staan. We zullen onze welvaart niet beschermen door te denken dat we enkel meer pijn moeten lijden dan de rest. Een indexsprong, in combinatie met een btw-verhoging, is een van de minst slechte opties om een deel van het federale begrotingstekort weg te werken. Een indexsprong herstelt ook op korte termijn een deel van onze competitiviteit en helpt de hogere Amerikaanse invoertarieven te verteren. Maar dat klassieke recept koopt enkel tijd.
Geen enkele loonmatiging beschermt ons volledig tegen de realiteit van een China dat in een waanzinnig tempo aan het automatiseren is. China heeft al meer robots per per hoofd van de bevolking dan Duitsland en Japan. De modernste fabrieken ter wereld staan ook in China. Dat is een bewuste politieke keuze, deels ingegeven door paranoia. China wil nooit meer economisch en politiek ondergeschikt zijn aan het Westen. Onder president Xi blijft China wel gaan voor het oude recept: zoals John Henry de pijngrens opzoeken. Hij heeft een overdreven focus op export, die de economie uit balans brengt en vooral geopolitieke belangen dient. De fixatie op zelfvoorziening is ingegeven door de strategie om klaar te zijn voor een conflict met de Verenigde Staten en Taiwan in te lijven. Daarvoor wordt in China al jaren de consumptie door huishoudens onderdrukt, wat van China een steeds minder interessante handelspartner voor de Europese Unie maakt.
Europa dreigt overspoeld te worden met Chinese import, maar ziet in China zijn afzetmarkten onder druk staan – kijk maar naar de export van westerse wagens. Er is gelukkig wel een grote kans, naast de broodnodige investeringen in Europese infrastructuur en een eigen defensie-industrie. De Verenigde Staten gaan all-in op datacenters voor artificiële intelligentie, ten koste van extra investeringen in fabrieken. Amerikaanse bedrijven zullen de komende jaren hun gespecialiseerde Europese leveranciers broodnodig hebben, maar dan moeten we meer onmisbare producten maken, zoals de Nederlandse chipmachines van ASML. Zeker in de energie-infrastructuur liggen veel kansen voor Europese spelers in de Verenigde Staten.
De moeizame begrotingsbesprekingen brengen de Belgische politieke stabiliteit op een cruciaal moment in gevaar. We kunnen niet op onze lauweren rusten, niet door een exportverslaafd China en al zeker niet door de ogenschijnlijke politieke impasse in onze buurlanden. Zowel in Frankrijk als in Duitsland zijn onder de radar grote zaken aan het veranderen. Nederland wacht misschien een moeizame formatie, maar het heeft al aangetoond dat het ook in een politieke impasse daadkrachtig kan zijn. Het lanceerde tijdens de vorige regeringscrisis een groot investeringsplan voor de regio Eindhoven, Project Beethoven, om ASML beter te verankeren. Peter Wennink, de ex-CEO van ASML, heeft een rapport klaar om ook de rest van de Nederlandse economie aan te jagen. Hij houdt een pleidooi voor investeringen in infrastructuur en onderwijs om de productiviteit te vergroten.
We hoeven ook niet te wachten op de federale regering. Met de beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd en de pensioenhervorming heeft ze al haar grootste werk gedaan. De andere beleidsdomeinen die voor een productiviteitsgroei kunnen zorgen, zijn allemaal Vlaams. De Vlaamse regering mag zich gerust spiegelen aan de genomineerden voor Trends Manager van het Jaar 2025. Zij blinken alle vijf uit met hun focus op innovatie, wendbaarheid én daadkracht.