Marc De Vos
Het sluipend gif van de overheidsschuld
Wat een verschil enkele procentpunten maken. De crash van crypto en de afgang van cryptogoeroe Sam Bankman-Fried in 2022, kapseizende pensioenfondsen, Liz Truss’ kortste premierschap in de geschiedenis van het Verenigd Koninkrijk, de implosie van de Silicon Valley Bank: allemaal slachtoffers van stijgende interestvoeten. Het einde van het gratis geld is het einde van lucht- en schuldkastelen. Zodra het vertrouwen wegebt, kunnen gedigitaliseerde financiële markten van het ene op het andere moment de doodsstrijd inluiden.
Quid België? De realiteit van bijna 600 miljard overheidsschulden, van het grootste overheidstekort van de eurozone, van structurele tekorten die niet crisisgebonden zijn, van ongedekte meeruitgaven voor de vergrijzing, van ons onvermogen tot hervormingen: het is een duivelse mix voor een perfecte storm van wantrouwen op de financiële markten. Tussen ons en die storm staat de spaarreserve van de Belgische gezinnen en het schild van de euro. Als België één luttele dag buiten de eurozone zou staan, met de Belgische frank als munt, zouden we instant richting de euro moeten vluchten, om er enkel na een drastische sanering te worden toegelaten.
De federale begrotingscontrole kan dezer dagen rekenen op een meevaller van 6 miljard euro, dankzij de dalende energieprijzen en de afremmende inflatie. Dat godsgeschenk voor de Vivaldi-coalitie toont hoezeer onze overheidsfinanciën gevoelig zijn voor externe omstandigheden. De inflatie kan weer oplopen en dreigt in elk geval voor lange tijd hoger te blijven dan voorheen. Idem dito met de rentevoeten. Die realiteit betekent minder marge en meer tekorten voor de begrotingen. Het Planbureau verwacht tegen 2028 bijna 18 miljard euro jaarlijkse rentelasten, tegenover iets meer dan 8 miljard vorig jaar.
We hebben de eerste twee decennia van de 21ste eeuw systematisch boven onze stand geleefd: voor elke euro groei anderhalve euro meer overheidsuitgaven.
En dan zijn er de almaar stijgende uitgaven voor pensioenen en gezondheidszorg: 8 miljard extra tegen 2028, op jaarbasis welteverstaan. Daar zijn geen buffers voor aangelegd, daar staat geen spontane groeiversnelling tegenover en dat zal de ruimte voor beleidsvernieuwing in dit land verder kannibaliseren. We hebben de eerste twee decennia van de 21ste eeuw systematisch boven onze stand geleefd: voor elke euro groei anderhalve euro meer overheidsuitgaven. Alle inspanningen die we in de jaren 1990 hebben gedaan om tot de euro te kunnen toetreden, zijn opgesoupeerd. Het overheidsbeslag is in verhouding tot Duitsland en Nederland met 10 procentpunten toegenomen.
De nv België staat niet op de rand van het bankroet, maar wel op de drempel van een lange periode van austeriteit om de gevarenzone te vermijden. We zullen de erfenis van onze budgettaire losbandigheid daarbij cash betalen. Boven op de rentelasten en de vergrijzingskosten zitten we in een nieuw tijdperk voor energie, klimaat, handel en defensie. Er wordt naar de overheid gekeken om de energiekosten draaglijk te houden, de klimaatduurzaamheid te versnellen, de economie met industrieel beleid te steunen en de nationale defensie op oorlogsvoet te hijsen. Doordat onze overheden zo armlastig zijn, doordat onze uitgaven zo richting uitkeringen gepredestineerd zijn, missen wij de vuurkracht voor de investeringen van de toekomst.
Nederland zette al 35 miljard euro opzij voor klimaat en energie, Duitsland 200 miljard. Straks laat de Europese Unie de remmen op staatssteun nog losser. Armere zuiderse landen ontvangen dan weer het gros van de Europese subsidiepotten: Italië en Spanje respectievelijk 190 en 70 miljard euro. Te rijk voor Europese steun en te arm voor eigen relance, valt België machteloos tussen twee stoelen. Daarvoor komt niemand op straat. Maar het is wel een sluipend gif dat nijverheid, welvaart, welzijn, veiligheid en duurzaamheid ondermijnt voor de volgende generaties.
De auteur is verbonden aan de UGent en aan het Itinera Institute in Brussel. www.marcdevos.eu
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier