Redactie Trends

‘Het Europees emissiehandelssysteem ontmoedigt koplopers en beloont achterblijvers’

We moeten evolueren van een systeem dat de uitstoot verdeelt naar een systeem dat verandering beloont.

Het Europees emissiehandelssysteem (ETS) legt een plafond op de uitstoot van broeikasgassen en laat bedrijven toe emissierechten te verhandelen. Wie zijn uitstoot sneller vermindert, kan besparen of rechten verkopen. Kostenefficiënt en marktvriendelijk, zegt de theorie. In de praktijk ontmoedigt het koplopers en beloont het achterblijvers. Dat moet anders.

Het idee achter het ETS is de klimaatinnovatie te stimuleren zonder de Europese economie te verstikken. De Europese Unie bepaalt niet welke technologie de beste is. Ze vertrouwt op de marktwerking om de efficiëntste oplossingen naar boven te halen. Omdat de kostprijs van decarbonisatie sterk verschilt van sector tot sector, werkt dat in theorie goed: de uitstoot daalt waar de aanpassing zich het snelst en goedkoopst kan voltrekken. In de zogenoemde hard-to-abate-sectoren, zoals staal of cement, waar investeringen duur en complex zijn, biedt het systeem de sector ademruimte. Helaas zien we in de praktijk perverse neveneffecten.

Een eerste ontstaat in sectoren waar de kosten voor decarbonisatie doorgaans vergelijkbaar zijn. Wanneer één speler innoveert, ontstaat er meer aanbod van emissierechten, waardoor de prijs daalt en de concurrenten goedkoper kunnen blijven uitstoten. De uitstoot van de sector blijft dus gelijk, alleen de verdeling verandert. Bovendien wegen de inkomsten uit de verkoop van emissierechten vaak niet op tegen de grote investeringen en de innovatierisico’s. Het gevolg is dat niet de voorloper, maar de achterhoede wordt beloond. Kijk naar ArcelorMittal in Gent: de site is koploper in klimaatinnovatie, met bijvoorbeeld het Steelanol-project dat restgas omzet in bio-ethanol en zo jaarlijks 125.000 ton CO2 uitspaart. Maar het plukt daar in de sector amper de vruchten van. Grote doorbraken zoals de elektrificatie van hoogovens breken daarom niet door in de sector. Eenzelfde geluid horen we in de cementsector. Voorlopers geven aan dat de oplopende kosten van duurzame productie in een prijsgevoelige markt leiden tot een daling van hun marktaandeel.

Ten tweede onderschatten we hoe verandering echt werkt. De grootste bottleneck voor transitie is zelden technologie, maar gedrag: gewoonte, norm en het gevoel van relevantie. Precies daarom is het cruciaal dat ook het individu – als consument, burger, medewerker of investeerder – een zichtbare rol in het systeem krijgt. Leuvense onderzoekers stelden onlangs dat “het binnen Europa geen verschil maakt of je het vliegtuig of de trein neemt”, klonk het in De Morgen en De Standaard. Binnen de enge ETS-spreadsheetlogica klopt dat, maar hoe leg ik dat aan mijn kinderen uit? Waarom zouden burgers nog moeite doen, als zelfs experts zeggen dat het niets uitmaakt?

In werkelijkheid is het omgekeerde waar: verandering is besmettelijk. In Nederland bijvoorbeeld zegt 80 procent van de burgers extra moeite te willen doen als ook de grote spelers hun verantwoordelijkheid opnemen. Bedrijven reageren trouwens vaak sterker op de druk van medewerkers, klanten en investeerders dan op regelgeving. Systeemverandering gebeurt niet alleen top-down, maar ook door netwerkeffecten en gedragsverschuivingen. Wat eerst de uitzondering lijkt, wordt de norm zodra zo’n 10 à 15 procent van de mensen mee is – het kantelpunt waarop de maatschappelijke S-curve versnelt en gedrag massaal kantelt.

We moeten dus evolueren van een systeem dat de uitstoot verdeelt naar een systeem dat verandering beloont. Maak individuele actie opnieuw relevant. Laat burgers of steden emissierechten vrijwillig schrappen. Beloon bedrijven die onder hun limiet blijven. Investeer in mechanismen die innovatie opschalen, met een soort van royalty’s voor pioniers van wie de innovatie navolging krijgt. Wijs studenten op hun sleutelpositie. Dan zal innovatie niet verdampen, maar floreren. En versterken we onze economie in plaats van ze te verzwakken.

De auteur is ondernemer bij de impactbedrijven Ray & Jules, CEE en Mic Mac Minuscule

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content