Rudy Aernoudt

‘Hebben we dan niets geleerd van het zonnepanelendebacle?’

Rudy Aernoudt professor corporate finance aan UGent

De strijd om het milieu is een bikkelharde strijd geworden om marktaandeel in batterijen. Alles wijst erop dat die zal worden gewonnen door de Chinezen. Hebben we dan niets geleerd van het zonnepanelendebacle, waardoor 80 procent van de zonnepanelen nu van Chinese makelij zijn?

1163 gigawatt. Dat was de wereldwijde batterijproductie in 2022. 77 procent daarvan, of 893 gigawatt, werd geproduceerd door China. Wie vandaag een elektrische auto koopt, heeft dus veel kans een Chinese batterij te kopen. Nee, ik heb het niet alleen over Chinese auto’s, want ook in de elektrische Mercedessen en Volkswagens zit een batterij van CATL, het grootste batterijbedrijf ter wereld. CATL zal binnen twee jaar een productiecapaciteit van 670 gigawattuur hebben, of 75 procent van de actuele wereldproductie. Jawel, één bedrijf: het zijn duizelingwekkende cijfers.

De vraag naar batterijen zal de komende jaren enorm toenemen, onder meer door het mondiale beleid om de elektrische auto te promoten, waarbij de batterij 40 procent van de kostprijs vertegenwoordigt. Tegen 2028 zou de totale productiecapaciteit van batterijen 9.000 gigawattuur bedragen, of tien keer meer dan in 2022. Om een graantje mee te pikken van die massale productiecapaciteit, worden overal ter wereld subsidies toegekend aan bedrijven die investeren in productiecapaciteit. Van de 9.000 gigawattuur in 2028 neemt China 6.200 gigawattuur voor zijn rekening, of nog altijd 70 procent van de wereldmarkt, of vier keer meer dan wat het land zelf zal consumeren. De Verenigde Staten nemen 10 procent van die markt in. Landen als Frankrijk en Spanje zullen slechts 1 procent van de markt vertegenwoordigen.

Subsidieratrace

Geconfronteerd met die cijfers zitten zowel Europa als de Verenigde Staten in het defensief. Met de Inflation Reduction Act wil Amerika bedrijven subsidiëren die in het land zelf batterijfabrieken opstarten. De Verenigde Staten voorzien in 369 miljard dollar voor investeringen in hernieuwbare energie, hydrogeen en andere cleantechindustrieën, vanzelfsprekend op het Amerikaans vasteland en met Amerikaanse technologie.

De Europese Unie zou tegen 2030 net zo afhankelijk kunnen worden van China voor lithium-ionbatterijen en brandstofcellen als vóór de oorlog in Oekraïne van Rusland voor energie.

Europa produceerde bijna geen batterijcellen op grote schaal en vertegenwoordigde vijf jaar geleden slechts 3 procent van de wereldmarkt.  Het subsidieerde de sector in de laatste zeven jaar met 7,7 miljard euro.  Ook werd de batterij-alliantie opgericht, een groepering van 440 actoren die samen ongeveer in 100 miljard euro investeringen voorzien, zowel via publieke als private financiering. China subsidieert gretig verder, maar daar zijn de cijfers minder transparant.

Europa’s platte batterij

Maar de noodzakelijke basismaterialen zijn in Europa niet aanwezig. Kobalt komt hoofdzakelijk uit Congo, mangaan uit Gabon en lithium uit Australië, om maar een paar voorbeelden te geven. De elektrischewagenmanie drijft de prijzen van al die producten gigantisch op, met prijsvolatiliteit tot gevolg. De prijs van lithium bijvoorbeeld vervijfvoudigde tussen 2018 en 2022, om in 2023 te dalen met 40 procent. De klassieke petroleummaatschappijen zoals Exxon, Chevron, Equinor en BP nemen participaties in de lithiummijnen om winstgevend te blijven na de energietransitie. Nieuwe technologie als de directe lithium extractie (DLE) worden ontwikkeld om lithium efficiënter (in dagen in plaats van in maanden) uit zout te destilleren en op die manier Chileense en Boliviaanse mijnen rendabel te kunnen maken. Amerikaanse bedrijven kunnen daarbij rekenen op IRA-steun.

Het Europees Rekenhof besluit met de conclusie dat wij ofwel onze groene ambities moeten uitstellen, ofwel zullen moeten aanvaarden dat wij volledig afhankelijk worden van derde landen, wat dan weer in tegenspraak is met het streven naar strategische autonomie. Of zoals het huidige Spaanse Europese voorzittershap het uitdrukt: “De Europese Unie zou tegen 2030 net zo afhankelijk kunnen worden van China voor lithium-ionbatterijen en brandstofcellen als vóór de oorlog in Oekraïne van Rusland voor energie, tenzij Europa krachtige maatregelen neemt.” Misschien een kluifje voor het toekomstig Belgisch Europese voorzitterschap in 2024, maar dat valt jammer genoeg samen met de federale en regionale verkiezingen.

Lees ook:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content