‘Er is leven na Van Hool en Audi Brussels’

Ondanks het gesputter bij Audi Brussels en het faillissement van Van Hool in Koningshooikt blijft de maakindustrie in Vlaanderen overeind. Uiteraard zijn de perikelen bij twee van de grootste fabrieken in ons land pijnlijk. En de hele West-Europese industrie wordt nog altijd getroffen door aanhoudend hoge energieprijzen, een gevolg van de oorlog in Oekraïne.

Toch is het plaatje genuanceerder. Het familiebedrijf uit de Kempen miste schaalgrootte in een wereld van grote jongens. Ook Audi is, als filiaal van de Volkswagen Groep, een familiebedrijf. De autoproducent wordt gecontroleerd door de families Porsche en Piëch. Ook daar loopt alles verre van gesmeerd. Want Volkswagen Groep, de marktleider in Europa en op Toyota na de grootste van de wereld, werd in snelheid gepakt. Jarenlang zette de onderneming in op de klassieke verbrandingsmotor. De omschakeling naar elektrische wagens verloopt moeizaam, de verkoop van de dure elektrische modellen van Audi en dat voelen we in Brussel.

Daarmee is de maakindustrie in ons land nog niet naar de vaantjes. De twee grootste voertuigenmakers van het land liggen naast elkaar in Gent: Volvo Cars en Volvo Trucks. En de Nederlandse industriële groep Van der Leegte opende deze week een gloednieuwe bussenfabriek in Roeselare. Zij is ook een van de overnemers in Koningshooikt. Afscheidnemend co-CEO Marc Zwaaneveld bij Van Hool sprak zijn lof uit over de krachtige fundamenten bij het Nederlandse familiebedrijf.

Het is mooi dat onze overheden met een bijzondere ‘Audi-top’ oog hebben voor de verzuchtingen van de maakindustrie. Maar Audi moet ook in eigen boezem kijken. Bovendien botst de bezorgdheid van onze overheden wat met de aandacht voor de haven van Zeebrugge, de Europese spil voor de invoer van elektrische wagens uit China. Voor dat land is de zwaar gesubsidieerde elektrische auto-industrie één van de speerpunten van zijn industrieel beleid.