Stijn Fockedey
‘Een beurscultuur is beter dan subsidies’
Hoe meer Belgische bedrijven zoals argenx doorbreken, hoe groter de kans dat we nog eens het equivalent van AB InBev kunnen bouwen.
Het mag ook eens meezitten. Na verkiezingen die coherente en snelle regeringen mogelijk maakten, krijgt onze biotechparel argenx nu het scenario waar het van droomde. Zijn paradepaardje Vyvgart Hytrulo mag na een nieuwe goedkeuring van de Amerikaanse geneesmiddelenautoriteit FDA nog voor een andere zeldzame ziekte ingezet worden, nog meer groeipotentieel dus. Argenx blijft zo zijn eigen lot volledig in eigen handen hebben om een onafhankelijke wereldspeler te worden. België kan iets geruster zijn dat we er deze keer wel in slagen een zeer beloftevol bedrijf lokaal te verankeren.
Hoe meer Belgische bedrijven zoals argenx doorbreken, hoe groter de kans dat we nog eens het equivalent van AB InBev kunnen bouwen. Of, laat ons echt dromen, zelfs een echte gigant zoals Amazon kunnen maken. Dat hebben we broodnodig om ons economisch weefsel te vernieuwen, want zoals veel andere West-Europese landen hebben we te weinig giganten in groeisectoren.
Succes in biotech en farma, groene energie of technologie vertaalt zich in meer export, meer economische groei en meer productiviteit. Dat is allemaal broodnodig om uit onze problemen te groeien, want vorige week kwam er ook een echte realitycheck. De door de Europese Commissie opgestarte strafbankprocedure door onze lamentabele overheidsfinanciën is een blaam voor de Belgische politiek en zeker voor de huidige federale regering. 25 miljard euro besparen op onze overheidsuitgaven, het minimum wat de Europese Commissie vraagt, is enkel te dragen als we blijven innoveren en groeien.
De Belgische en Europese economie zijn weerbaarder dan gedacht uit de coronacrisis gekomen. Hun prestaties verbleken wel in vergelijking met die van de Amerikaanse economie. Zelfs als je de speciale omstandigheden weglaat – met schulden gedopeerde groei, energieonafhankelijkheid,… – blijven de VS productiever en meer innovatief dan Europa.
Onze techondernemers moeten durven te dromen van een Belgisch Google of Amazon, en daarin verdienen ze onze steun.
Al meer dan tien jaar stemmen investeerders en beleggers wereldwijd met hun voeten. Ze kiezen vaak voor Amerikaanse steraandelen. De Europese beurzen onderpresteren in vergelijking met hun Amerikaanse tegenhangers en dat komt omdat we te weinig groeibedrijven hebben, in het bijzonder in de tech. In de Amerikaanse beursindexen zitten veel meer succesvolle techbedrijven.
Die kloof kunnen we veel kleiner maken. Europa heeft weliswaar enkele handicaps, zoals de versnipperde afzetmarkt, maar we kunnen meer techgiganten hebben. Op de Trends Summer University, onze exclusieve netwerk- en inspiratieconferentie, gingen drie van onze meest succesvolle Vlaamse tech-ondernemers daarover in debat. Zhong Xu (Deliverect) en Stijn Christiaens (Collibra) bouwden allebei een bedrijf met meer dan een miljard dollar. Alain De Taeye verkocht TeleAtlas aan TomTom voor 2,9 miljard euro. De Taeye was resoluut: Belgische techbedrijven worden te snel verkocht. Ik parafraseer even: een snelle exit van tientallen of zelfs een honderdtal miljoen euro zou niet het doel mogen zijn.
Het moet onze ambitie zijn om miljardenbedrijven te bouwen. Alain De Taeye heeft meer dan gelijk. Onze techondernemers moeten durven te dromen van een Belgisch Google of Amazon, en daarin verdienen ze onze steun. Dit is geen pleidooi voor nog eens een karrenvracht aan subsidies of nog meer directe overheidsinvesteringen. Neen, een radicale omslag in onze mentaliteit is veel vruchtbaarder voor elk beloftevol techbedrijf, of gelijk welke belofte in een andere sector. Europese bedrijven kiezen te weinig voor samenwerking met Europese producenten van software of technologie. Daarnaast kan een betere beurscultuur lokale bedrijven verankeren. Het succes van argenx is daar het beste bewijs van.
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier