Katleen De Stobbeleir

‘Echte leiders investeren in latent talent’

Katleen De Stobbeleir professor leadership en partner van de Vlerick Business School
De auteur is professor leadership en partner van de Vlerick Business School

Veel leiders zijn verzot op natuurtalent. Je weet wel, het type dat je nauwelijks iets uit hoeft te leggen. Ze pikken alles razendsnel op, schitteren in presentaties en weten zelfs tijdens een oersaaie brainstorm met lege post-its nog indruk te maken. Je hoeft ze maar een halve instructie te geven en ze leveren een project af dat op luid applaus wordt onthaald. Investeren in die mensen is zeer verleidelijk. Ze lijken nu al klaar voor de toekomst: glanzend, glorieus en volledig inzetbaar. Maar de reflex om je middelen, coaching en je informele koffiemomenten vooral aan toppers te besteden, is een gemiste kans. Voor de organisatie, voor de minder zichtbare collega’s en ironisch genoeg ook voor de natuurtalenten zelf.

Leiders die een beetje verder durven te kijken dan hun neus lang is, investeren ook in latent talent. En nee, latent talent is geen afwezig talent. Het is potentieel dat zich nog niet volledig heeft geuit. Soms omdat iemand nog weinig ervaring heeft, of wat onzeker is. Vaker nog omdat de leider het simpelweg niet ziet. Of erger, het niet wil zien. Want laten we eerlijk zijn: het vraagt net iets meer moeite om voorbij het voor de hand liggende te kijken. Toch blijkt uit onderzoek dat leiders die dat wél doen, daar op lange termijn profijt uit halen. Zo vonden Heslin & Keating (2017) dat leiders die bewust een growth mindset hanteren en geloven dat ieders capaciteiten ontwikkeld kunnen worden, sterkere teams bouwen. Teams die beter samenwerken én productiever zijn. Harvard-onderzoekers Fuller en Raman toonden ook aan dat vooral het ontwikkelen van het zogeheten under the radartalent leidt tot meer betrokkenheid en tot duurzamere prestaties. Niet alleen bij de laatbloeiers, maar ook bij de zogenoemd aangeboren uitblinkers. Bedrijven die aandacht besteden aan latent talent worden minder geconfronteerd met burn-outs, verloop en paniekerige rekruteringsgolven omdat “er weer iemand is uitgevallen”.

Bedrijven die aandacht besteden aan latent talent worden minder geconfronteerd met burn-outs, verloop en paniekerige rekruteringsgolven.

En precies daar zit de ironie: ook je natuurtalenten hebben baat bij een omgeving waar niet alles om hun prestaties draait. In een cultuur waar enkel applaus klinkt voor wie nu al excelleert, ontstaat prestatiedruk. Die toppers raken uitgeput, nog voor ze echt op dreef zijn. Uit de ontwikkelingspsychologie blijkt dat zelfs de meest briljante mensen onder hun niveau kunnen presteren als ze constant het gevoel hebben dat falen geen optie is. Maar ook zij willen weleens met de legoblokjes spelen terwijl ze eigenlijk klaar zijn voor geavanceerde wiskunde. Een beetje rust, begeleiding en ruimte om te groeien brengt ook voor hen op lange termijn enkel voordelen.

Een werkomgeving die uitsluitend leunt op de sterkste schouders stelt zich bijzonder kwetsbaar op. Vaak is hun parcours op korte tijd heel indrukwekkend, maar zijn ze ook gedoemd om vroeg of laat te bezwijken. In een organisatie waar iedereen kan groeien, niet alleen de natuurlijke uitblinkers, ontstaat lucht. Een cultuur waarin leren een gedeeld proces is en waar niemand voortdurend op de toppen van zijn tenen hoeft te lopen. Ook je toptalenten niet.

Toch bouwen veel leiders hun teams nog altijd alsof er geen morgen is. Alles op het nu, het zichtbare, het directe rendement. Maar vroeg of laat komt dat als een boemerang terug. Dus stel jezelf als leider eens eerlijk de vraag: ben je iemand die het privilege om mensen te laten groeien bewust inzet, of ben je gewoon een fan van je sterspelers? Wat zijn je echte drijfveren in leiderschap? Echte leiders coachen hun hele team. Want juist daar zit vaak de toekomst.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content