Zelfa Madhloum

‘De werkvloer is de perfecte plek om beter Nederlands te leren, maar hoe doe je dat als geen enkele werkgever je die kans wil geven?’

Zelfa Madhloum Columniste.

In België is slechts 55 procent van de inwoners van niet-Europese herkomst aan het werk, toont een recente studie van Statbel. Ondanks de ene oorverdovende wake-upcall na de andere zet ons land nog altijd te weinig in op integratie en participatie. De werkzaamheidsgraad is de voorbije twintig jaar gestegen van 64,7 naar 71,9 procent. Die evolutie kun je bemoedigend noemen, maar ze gaat natuurlijk te traag. De sterkste stijging zien we bij de groep migranten uit de EU13-landen, de landen die het laatst bij de Europese Unie zijn gekomen. De werkzaamheidsgraad van de Polen, Roemenen en Bulgaren ligt met 76,4 procent zelfs al een halve procent boven die van de Belgen. Bij de inwoners van niet-Europese herkomst komt de werkzaamheidsgraad met moeite uit boven 50 procent. Na tal van studies en grote woorden is het dringend tijd voor daden.

De werkvloer is de perfecte plek om beter Nederlands te leren, maar hoe doe je dat als geen enkele werkgever je die kans wil geven?

Laten we beginnen bij het begin: de aankomst van nieuwkomers. Je kunt je afvragen of het pakket uitkeringen een voldoende financiële trigger is om aan de slag te gaan. Waarom zou je werken als dat nauwelijks meer opbrengt – of zelfs helemaal niet meer opbrengt – dan de uitkeringen en de sociale voordelen die je ontvangt? Een snellere begeleiding naar werk is een noodzaak. De VDAB zou al de allereerste dag aan de deur moeten staan bij nieuwkomers. Daar zijn ze zelf ook bij gebaat, want werk is de integratiemotor nummer één.

Het grootste obstakel op de weg naar een baan is de taalkennis. Eén op de zes werkzoekenden spreekt amper Nederlands, blijkt uit cijfers van de VDAB. Ik kom voortdurend mensen tegen die hier al zeven of acht jaar wonen en het Nederlands slecht beheersen. Nieuwkomers moeten naast een integratiecursus nochtans ook een taalcursus volgen. Maar ze botsen daarbij niet alleen op wachtlijsten – is er íéts waar je in Vlaanderen niet voorbij een wachtlijst moet? – het niveau ligt ook te laag. In Nederland ligt het niveau van de taallessen voor nieuwkomers hoger. Eén blik op de werkloosheidsgraad bij migranten bij onze noorderburen toont aan dat dat vruchten afwerpt.

Niet alleen de overheid moet een paar versnellingen hoger schakelen, ook de werkgevers zijn een belangrijke schakel. Deze week stelde ik nog een kandidaat voor aan een werkgever. Een crème van een kerel, bereid om hard te werken. Er staat nog wat haar op zijn Nederlands, maar hij heeft de taal onder de knie. Toch was de feedback onverbiddelijk: “Sorry, zijn Nederlands is niet goed genoeg.” Je kunt je afvragen of je perfect Nederlands moet spreken om pakjes te sorteren. Iedereen weet dat een baan een springplank is naar integratie in de samenleving. Maar dan moet een werkgever zijn nek durven uit te steken. Het is een vicieuze cirkel: de werkvloer is de perfecte plek om beter Nederlands te leren, maar hoe doe je dat als geen enkele werkgever je die kans wil geven?

De war for talent is een breekijzer. De schaarste op de arbeidsmarkt doet werkgevers beseffen dat ze niet al te kieskeurig mogen zijn. Net zoals ze voorbij diploma’s kijken, beginnen ze stilaan ook voorbij de taalkennis te kijken. Hire for attitude, train for skills, is tegenwoordig hét adagium van elke hr-verantwoordelijke. Dat zou ook de leidraad moeten zijn als het over Nederlands gaat. Als de arbeidsattitude goed zit, kunnen kandidaten al doende hun taalkennis aanscherpen. Hire for attitude, train for Dutch. En gelukkig zijn er steeds meer bedrijven die openstaan voor taallessen op de werkvloer.

De twee moeten hand in hand gaan. De overheid moet ervoor zorgen dat nieuwkomers met een hogere basiskennis van het Nederlands aan de startlijn komen. Bedrijven moeten meer openheid tonen voor anderstaligen die nog niet vlekkeloos Nederlands spreken. Die twee evoluties kunnen elkaar versterken. Spring over de taalbarrière en maak van de werkvloer een integratiemotor. Zo kunnen we een turbo zetten op ons integratiebeleid.

De auteur is een geëngageerd onderneemster en de zaakvoerder van Bloomjobs

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content