Ik heb de eer om een column te mogen schrijven in de eerste Trends van het jaar. Het voelt dan bijna als een morele verplichting om nieuwjaarsbriefgewijs het afgelopen jaar te overlopen en u van alles te wensen. Ik ga u dat besparen. Ik heb een grondige hekel aan nieuwjaarsbrieven. Niet omdat ik u niet graag het beste toewens, maar omdat ik als kind altijd moest nablijven omdat de juf mijn nieuwjaarsbrieven niet netjes genoeg geschreven vond.
Voor mij was 2023 een mooi jaar. Voor miljoenen anderen was het een verschrikkelijk jaar. 2023 werd getekend door oorlog en geopolitiek woelig water. Het conflict in Gaza, de oorlog in Oekraïne, onstuimigheid in Afrika en laat ons een nakend conflict in Taiwan niet vergeten. 2024 belooft niet veel beterschap.
Toch is er nóg een oorlog aan de gang. Eén waarover we nauwelijks horen of kunnen lezen. In de schaduw van het bloederige geopolitieke getouwtrek woedt een oorlog om semiconductoren. Dat zijn kleine stukjes halfgeleidend materiaal waarin tot miljarden microscopisch kleine transistors zijn gegraveerd. Deze chips vormen een belangrijk onderdeel van zowat alles dat we vandaag gebruiken. Ze zitten in onze koffieapparaten, auto’s, smartphones, maar ook in oorlogswapens. Geen wonder dus dat de grootmachten zoveel mogelijk van de markt in handen willen hebben.
In zijn boek Chip War. The Fight for the World’s Most Critical Technology argumenteert Chris Miller zelfs dat halfgeleiders voor een derde wereldoorlog zullen zijn wat staal was voor de Tweede Wereldoorlog. Alleen verschillen de staal- en de halfgeleidermarkt wel op bepaalde punten. De halfgeleidermarkt is bijvoorbeeld zeer versnipperd, omdat het produceren van hoogtechnologische chips een grote mate van specialisatie vereist. Momenteel zijn vooral Aziatische landen zoals Korea en Japan koplopers in de halfgeleidermarkt, samen met de Verenigde Staten. China liep achter, maar maakt er in zijn Made In China 2025-plan een erezaak van om snel een wereldspeler te worden. Het lijkt erop dat het die ambitie sneller dan voorzien zal waarmaken. Vandaag schurkt China al tegen de top van producerende landen aan. Dat alles maakt de VS erg zenuwachtig en bracht de afgelopen jaren een nieuwe dimensie in de handelsoorlog met China.
De grootmachten willen zoveel mogelijk van de halfgeleidermarkt in handen hebben.
U vraagt zich wellicht af: wat doet Europa? Het antwoord is kort en krachtig: weinig. Zowel Peking als Silicon Valley zet de deuren voor Europees toptalent wagenwijd open. Ze smeken om de Europese grijze massa en beloven hen het ondernemerswalhalla. Dat lijkt te lukken. De Belgische topinstelling imec versterkt zijn aanwezigheid in de Verenigde Staten. Dat is vanuit industrieel perspectief allesbehalve onlogisch, en tegelijk misschien een teken aan de wand. Zelfvoorzienend zijn voor technologie is een nieuwe hiaat in de onbestaande Europese defensiestrategie.
Een andere reden waarom de strijd om de computerchip erg relevant kan worden, is omdat hij nauw verweven is met de geopolitieke uitdagingen rond Taiwan. Daar is het bedrijf TSMC gevestigd, volgens velen ’s werelds belangrijkste computerchipfabrikant. TSMC is in handen van vele investeerders, maar de hoofdaandeelhouder is de regering van Taiwan. Het behoeft geen betoog dat China ook om die reden naar Taiwan lonkt. Als China Taiwan vroeg of laat inlijft, komt ook TSMC onder Chinese controle te staan. Dat is ook de reden waarom de rest van de wereld met argusogen dit schouwspel in de gaten houdt.
De spanning bouwt zich op. In de eerste dagen van 2024 werden verschillende Chinese spionageballons gespot nabij Taiwan. De oorlog die zich tot nu in de schaduw afspeelt, kan dus vrij snel heel concreet worden. Al hoop ik dat ik u voor het nieuwe jaar wat beters mag toewensen. Geluk, een goede gezondheid, rustige vastheid en veerkracht te over.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier