Rudy Aernoudt

‘Het enige dat de Nationale Bank van België behoedt van het faillissement, zijn haar goudreserves’

Rudy Aernoudt professor corporate finance aan UGent

Het failliet van Van Hool werd druk besproken. Maar in de eerste drie maanden van dit jaar gingen in België 1.918 bedrijven over de kop. Dat is bijna één per uur. En zou het mogelijk zijn dat binnenkort ook de Nationale Bank van België in het lijstje van de failliete bedrijven prijkt?

Menig lezer zal de wenkbrauwen fronsen bij die vraag. De Nationale Bank van België (NBB) is een publieke instelling en die kan toch niet failliet gaan? Wel, zo eenvoudig is het niet. De NBB is een naamloze vennootschap en noteert op Euronext. Het bedrijf, dat volgend jaar 175 kaarsjes kan uitblazen en dus geen start-up is, is zwaar verlieslatend. Het boekte in 2023 voor de tweede keer op rij zware verliezen en de vooruitzichten zijn dat dit de komende jaren zo zal blijven. In 2023 alleen al verloor de bank 3,4 miljard euro en naar eigen schattingen zou dat verlies de komende jaren oplopen tot 10,8 miljard euro.

Het maatschappelijk kapitaal bedraagt slechts 10 miljoen. 50 procent is in handen van de staat en 50 procent in handen van private aandeelhouders. De reserves erbij geteld komen we aan een eigen vermogen van 4,2 miljard euro. Dat betekent dat het verlies van 2023 het eigen vermogen vrijwel volledig vernietigd heeft. De NBB stevent dus af op een negatief eigen vermogen, wat betekent dat het aandeel, dat door de verliezen al daalde van 2.500 tot 450 euro, eigenlijk niets meer waard is. In een normale vennootschap zouden de aandeelhouders aan de alarmbel trekken en vragen aan het bestuur hoe het de toekomst van de onderneming ziet, of de vennootschap naar zijn oordeel middels herstelmaatregelen – zoals afslankingen of het herzien van de exorbitante personeelskosten – te redden valt, of voorstellen om het faillissement van de vennootschap aan te vragen of die te ontbinden.

De redding is de goudvoorraad

Het enige dat de NBB behoedt van het faillissement, zijn haar goudreserves. Die worden regelmatig opgewaardeerd, wat leidt tot herwaarderingsmeerwaarde van 14 miljard euro. Beschikte ze niet over die goudreserves, dan zou de NBB de boeken moeten neerleggen. Maar hier is de eigenaardigheid dat die goudreserves weliswaar op de balans van de NBB staan, maar niet behoren tot de activa van de bank. De NBB verklaart op haar website: “De goudreserves behoren toe aan de hele gemeenschap en niet alleen aan de aandeelhouders van de Nationale Bank.” Stel je voor het belangrijkste actief van je bedrijf zit in je vennootschap, staat op je balans maar behoort er niet toe. Absurdistan!

Twee maten, twee gewichten

Het probleem is natuurlijk dat het niet logisch is dat de NBB beursgenoteerd is. In de Europese Unie is enkel de Griekse centrale bank ook in dat geval. In Italië is er eveneens een speciale situatie: de Bank van Italië is in handen van 172 commerciële banken. Toen de regering voorstelde om de goudvoorraad, de op drie na grootste ter wereld, gedeeltelijk te verkopen om publieke schulden terug te betalen, bleek dat onmogelijk, aangezien het goud niet behoorde aan de Italianen of de overheid, maar aan de Bank van Italië en dus aan haar aandeelhouders, concludeerde professor Colombatto, de directeur van het fiscaal en economisch onderzoekscentrum. De toenmalige voorzitter van de Europese Centrale Bank, Mario Draghi, trad hem bij en vroeg de regering om de onafhankelijkheid van de Bank van Italië volledig te respecteren en ze niet te zien als loutere depositohouder van de goudvoorraden. De verkoop werd afgeblazen.

Moraal van het verhaal

De overheden moeten zich bezighouden met hun kerntaken, zijnde het beleid. Het monetaire beleid gebeurt door de centrale banken. Om uit de absurde situatie van een beursgenoteerde centrale bank te raken, is de enige oplossing een delisting, waarbij de overheid de 50 procent aandelen die bij de private aandeelhouders berusten uit te kopen. Met welk geld? zal de lezer zich afvragen. Wel, waar de overheid haar taak heeft om de NBB te delisten, dient ze zich terug te trekken uit commerciële entiteiten. Dus de verkoop, zo mogelijk via de beurs, van Belfius en de verkoop van haar participatie in BNP ParibasFortis en Proximus. Dat is een concrete invulling van wat de kernopdracht van een overheid zou moeten zijn. Waarom vind ik daar niets over in de verkiezingsprogramma’s?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content