Stijn Fockedey
‘29 miljard voor onderwijs brengt te weinig op’
Onze investeringen in onderwijs beter laten renderen is de beste manier om onze economie sterker te maken.
De nieuwe federale regering is een verademing door haar gebrek aan overdreven gekibbel en drama. Maar misschien moeten we ons niet te veel illusies maken. De redelijk goede peilingen geven haar wat rust. Bovendien is de Amerikaanse president, Donald Trump, het beste cement voor de regering-De Wever. Door openlijk de kant van Rusland te kiezen en door met zijn chaotische dreigementen politieke en economische onzekerheid te creëren, laat hij geen ruimte om te vervallen in de zonden van de vorige federale regeringen. We kunnen ons geen derde kibbelkabinet op rij permitteren. De Belgische economie was onverwacht veerkrachtig na de coronacrisis, maar presteert tegelijk al jaren structureel zwak.
De productiviteit van de overheid en van de Belgische bedrijven is te laag om onze sociale zekerheid op termijn in stand te houden. En dat was nog voor we extra miljarden moesten besteden aan defensie. Er moet bestuurd, hervormd en bespaard worden. Dat is ook voor de zoveelste keer de korte samenvatting van het jongste rapport van het International Monetair Fonds (IMF) over België.
Het was in België de favoriete sport van de besturende politici om de jaarlijkse landenrapporten van het Internationaal Monetair Fonds te negeren. Alle belastingbetalers en ondernemers van dit land kunnen maar hopen dat het niet opnieuw gebeurt. Een echte harde besparing, zoals Griekenland en andere zwakke eurolanden tien jaar geleden moesten doorvoeren, is een recept voor een economische depressie. Het komt erop aan de niet-defensie-uitgaven minder snel te laten stijgen dan de inflatie. Dat zou al een overwinning op zich zijn. Het rapport van het IMF wijst ook op de noodzaak van extra publieke investeringen, vooral in infrastructuur, maar is tegelijk zeer voorzichtig. Als kleine, open economie kan België minder goed terugverdieneffecten laten spelen; het geld vloeit iets gemakkelijker weg naar het buitenland.
De moeilijkste knoop wordt het herstellen van de kwaliteit van de openbare dienstverlening. Belgen konden terecht klagen over alles wat hier mismeesterd werd, maar onze gezondheidszorg en ons onderwijssysteem waren tenminste bij de beste ter wereld. Zeker voor het onderwijs klopt dat niet langer. We zijn te ver weggezakt in allerlei rankings die de kwaliteit van ons onderwijs meten, hoewel we er steeds meer aan hebben uitgegeven. Bij het landenrapport van het IMF over België zit een uitvoerig gedocumenteerde bijlage over het Belgische onderwijsbeleid. Onze investeringen in onderwijs beter laten renderen is de beste manier om onze economie sterker te maken en de kansarmoede in België te verminderen.
Het IMF legt daar op de vinger op de zere plek. België spendeert ongeveer 5 procent van zijn bruto binnenlands product (bbp) aan de lonen van leraars en ondersteunend personeel: meer dan 29 miljard euro. Dat is de grootste kostenpost. Het is veel meer dan in onze buurlanden, die bovendien een betere onderwijskwaliteit aanbieden. Maar er zijn nog ergere tegenstellingen. Het IMF stipt aan dat de lonen voor leerkrachten in België eigenlijk te laag zijn, in vergelijking met het buitenland. We hebben ook meer leraren en kleinere klassen dan in andere landen, hoe paradoxaal dat ook mag klinken in tijden van grote lerarentekorten. De Vlaamse regering, en in het bijzonder minister van Onderwijs Zuhal Demir (N-VA), staat voor een titanenwerk. En deze keer is het probleem is niet op te lossen door nog meer geld naar het onderwijs te gooien.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier